-5- uu renteloos is. Wanneer men er op een eenvoudige manier iets van kan maken en men het kan gaan exploiteren, dan gelooft hij dat dit wel in overweging mag wor den genomen. De heer HOUTMAN zou naar aanleiding van het geluid dat hij van de Leden van de Raad gehoord heeft en de teleurstelling die is uitgedrukt over de brief van Gedeputeerde Staten willen mededelen, dat de teleurstelling hij Burgemeester en Wethouders even groot Tiras toen dit schrijven het dagelijks bestuur bereikte. Be heer de Moor vraagt zich af hoe het komt dat dit geval, waartoe in juli 1955 door de Raad is besloten, zo lang heeft geduurd en men eerst thans daarop bericht krijgt van Gedeputeerde Staten, "Het is zo", zegt spreker, "dat deze kwestie nog- al over heel wat schijven is gegaan. Bat gaat zo maar niet een-twee-drie. Be Raad weet dat Gedeputeerde Staten in Bergen op Zoom op bezoek zijn geweest en de zaak "ter plaatse in ogenschouw hebben genomen. Zij waren over de zaak enthousiast en "beloofden zo spoedig mogelijk de plannen door te geven aan de instanties die hen van advies dienen'.1 Boor de heer de Moor is gevraagd of andere instanties er mee gemoeid waren. Bat is wel het geval, maar het zijn uiteindelijk Gedeputeerde Sta ten welke over de materie te beslissen hebben» Be instanties die met het plan wer den geoccupeerd waren de Provinciale Waterstaat, waar het door alle mogelijke om standigheden lang gelegen heeft, de Planologische Bienst, welke zich daarna met het"plan heeft bezig gehouden, en tenslotte de Recreatie-Commissie van de Provin cie. Het is inderdaad zo dat twee jaar héél erg lang is, maar daar zit men nu- eenmaal mee en daar is weinig aan te doen. Men zal het er bovendien mee eens zijn, dat de kosten van dit plan, in verhouding met twee jaar geleden, wel een aantal Procenten hoger zullen liggen» Boor de heer Ratsma is gevraagd of men eigenlijk zelf het getij niet heeft laten verlopen, Spreker kan het hierover met de heer Ratsma zeker niet eens zijn. Men is reeds in 1951 me"t Wet geval begonnen» In 1951 heeft de Raad het besluit genomen tot aanleg' van het ontspanningscentrum de Zanderijen en op dit besluit is de goedkeuring van Gedeputeerde Staten gekomen. Be toestand was toen enigszins anders en dit besluit van Gedeputeerde Staten was ook wel te verwachten. Pr was toen grote werkeloosheid en het plan werd graag aangegrepen om de werkeloosheid "te bestrijden» Het werk kon worden uitgevoerd met ^Qffo subsidie van het Rijk. Er was toen alle aanleiding deze mogelijkheid aan te grijpen en het plan is toen ook uitgevoerd. Er hebben"uitgravingen en verhogingen plaats gehad en de vijver is ge heel in orde gebracht» Baarna is men er toe overgegaan door deskundigen de zaak te laten bekijken. Be Hederlandse Heidemaatschappij heeft enkele plannen ter ta fel gelegd en-deze plannen zijn na heel wat wijzigingen uiteindelijk in 1955 in de mei-vergadering in de Raad ter tafel gebracht, Na uitvoerige discussies 'be sloot men om zich elders van een en ander op de hoogte te gaan stellen en daar door werd het voorstel aangehouden tot de juli-vergadering, In deze vergadering werd besloten de zaak in orde te laten brengen, behoudens goedkeuring door Gede puteerde Staten, Boor de heren Ratsma, Noorman en Nijssen is gevraagd of het dagelijks be stuur nu wilde bekijken op welke manier de Zanderijen toch in exploitatie genomen zouden kunnen worden. Baarbij meende de heer Ratsma zelfs een jaar te moeten noe- fren, namelijk dit jaar nog, "Bit is natuurlijk niet wel mogelijk", zegt spreker. "Men heeft eerst moeten afwachten om dit besluit van Gedeputeerde Staten in de Raad te brengen. Burgemeester en Wethouders zullen- nu pas plannen kunnen beramen °P welke wijze tegen lage kosten de mogelijkheid bestaat dat tegen volgend jaar Re Zanderijen in gebruik genomen kunnen worden, Vanzelfsprekend zullen deze plan nen zeer summier moeten zijn, want men"heeft de goedkeuring van Gedeputeerde Sta ten. weer nodig voor die investeringen". Voorts heeft de heer Noorman zich afgevraagd wat eigenlijk het schrijven van Gedeputeerde Staten concreet inhoudt, daar naar zijn mening Gedeputeerde Staten zich eigenlijk niet hebben uitgesproken over het wel ooit doorgaan van het geval. Spreker meent dat enkele maanden geleden in deze vergadering door de Voorzitter aan de Raad is medegedeeld, dat deze kwestie door hem met de Commissaris van de Koningin was opgenomen en dat men er van overtuigd was dat er in Bergen op Zoom RUa zwemgelegenheid en recreatie iets-' diende te gebeuren. En met name is gesteld Rat niet alleen het plan Zanderijen een onderdeel zou moeten uitmaken voor de "toekomst, doch ook een overdekte bad- en zweminrichting. Het is daarom zo, dat, al staat dit niet zo omschreven in debrief van Gedeputeerde Staten, men toch tussen de regels door kan lezen, dat men het met het plan eens is, maar dat al leen de financiële positie aanleiding is om het voorlopig uit te stellen. Er is zeker alle aanleiding een goedkoper plan te ontwerpen om het geval zo spoedig mo gelijk in gebruik te kunnen nemen, maar men zal daarbij rekening moeten houden fret het feit dat de investeringen die gedaan moeten worden in het grote plan pas sen en straks met weinig kosten in het grote plan dienstbaar kunnen worden ge- fraakt»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 148