-3- (Voorgesteld wordt de stukken a tot en met s voor kennisgeving aan te nemen). De heer 3)E MOOR zou over "a" wel iets willen zeggen. Spreker moet eerlijk be kennen, dat hij wel een beetje teleurgesteld is over het antwoord dat na zoveel jaren van Gedeputeerde Staten ter tafel wordt gebracht. Wat de oorzaak is, weet hij niet, naar zijn mening beschouwt men de badinrichting als een kapstok waaraan. aUe mogelijke bezwaren worden opgehangen. Dat men in Bergen op Zoom zo lang moet wachten op goedkeuring van een'besluit en dan soms nog wel teleurgesteld'wordt hoor uitstel is onbegrijpelijk. En nu krijgt men weer zo iets. Dit is zeer onpret tig, temeer omdat men eigenlijk overal in den lande, in het bijzonder op het ge- Bied van ontspanning, zo veel doet en daarbij van hogerhand tegemoet gekomen wordt. Het begint de schijn te krijgen - spreker weet niet of het zo is - dat Ber gen op Zoom eigenlijkopzettelijk wordt vergeten. Het is jammer wanneer dat zo is, zeer jammer zelfs, want op deze manier wordt elke ontplooiing van de gemeen te afgeremd of tegengehouden of helemaal niet toegestaan. Zo blijven op den duur de levenskansen voor deze gemeente zeer gering. Wat het uiteindelijk zal worden weet hij niet, maar als men nu al begint aan de zeven magere jaren, en men mag al niets meer, wat zal het dan een"paar jaar verder zijn? Spreker vreet niet of de oorzaak alleen in den Bosch zit. Hij heeft de indruk gekregen dat het meer onkun de is. Als men het hele dossier doorleest en bekijkt, vraagt men zioh af, of eigen lijk dit onderwerp wel voldoende is toegelicht, voldoende is voorbereid, econo misch verantwoord, althans zodanig dat ook bij de hogere instanties blijkt dau het economisch verantwoord is. Als dat niet het geval is, als het in de ogen van de hogere instanties niet economisch verantwoord is, dan is het voor deze instan ties zeer moeilijk een beslissing te nemeii en dan bestaat de mogelijkheid dat mén uiteindelijk een beslissing zou nemen waarvan men de gevolgen niet kan overzien. Men heeft in den lande verschillende vermakelijkheids- en ontspanningsoorden, zoals deze genoemd worden, en daar heeft men altijd mensen met financiële draag kracht achter staan, deskundigen die een commissie of comité hebben gevormd dat de zaak overneemt, zodat meh eigenlijk al te voren weet dat de zaak, zodra ze van ove.rh.eids zijde voor elkaar is, wordt overgenomen en kan draaien. Die dingen zijn hier niet, dat heeft men dus hier niet gevonden.. Hij meent wel dat er heel^ ■veel over gepraat is, "Onze Voorzitter", zegt spreker, "is momenteel met vacantie in het buitenland, hij kan niet horen wat hier gezegd wordt, doch hiervan zijn notulen, zodat hij er alsnog kennis van'kan nemen. Maar van een onderhoud en van een bespreking zijn geen notulen". Hij wil hiermee zeggen, dat, als het ooilege, als de directeur van gemeentewerken en allen die er mee gemoeid zijn hun uiterste hest hebben gedaan om alle details te bespreken, maar dit alles niet^vastgelegd is, mendan,wanneer men een beslissing moet nemen, aangewezen is op iets wat is verteld. Wanneer zo'n aangelegenheid meermalen besproken is, is het moeilijk^het zelfde te vertellen wat men mogelijk een jaar geleden gezegd heeft. En zo krijgt men op den duur bij verschillende instanties het moeilijke moments Wat moet men doen? Spreker meent het hierbij te kannen laten, maar hij hoopt dat niet hetgeen; hij het laatst gezegd heeft de oorzaak is van het uitstel voor de nodige jaren - en dat spoedig een oplossing zal worden gevonden,die voor Bergen op Zoom wénse- Üjk en noodzakelijk is. De heer RAÏSMA vindt het ook teleurstellend dat men nu bericht heeft gekre gen van Gedeputeerde Staten dat van de aanleg van een zweminrichting aan de Zan derijen voorlopig wel niets zal komen® Spreker kan de motivering vanGedeputeerde Staten wel begrijpen in verband met het feit dat er voorlopig verschillende be langrijke werken in Nederland uitgesteld zullen moeten worden. Hij kan het er echter niet mee eens zijn wanneer Gedeputeerde Staten schrijven datde bestaan de bad- en zweminrichting nog redelijk in de behoefte voorziet op dit ogenblik. Spreker gelooft dat het gemeentebestuur er in geslaagd is het tegendeel^te be wijzen met de opsomming hoe de bezetting van de bad- en zweminrichting in de loop der jaren is toegenomen. Hij wil niet zo pessimistisch zijn^als de heer de Moor, door te denken dat men met opzet Bergen op Zoom in dit^opzicht zou tegen werken. Spreker is meer geneigd aan te nemen dat men het getij heeft laten ver lopen. "Wij zijn begonnen", zegt spreker, "met het plan om de Zanderijen zelf te gebruiken als zweminrichting en later is men met grotere plannen gekomen voor een kunstmatig bad. Daar is veel tijd mee heengegaan. Het ene plan is het andere opgevolgd en op het ogenblik is de tijd voor investering onlustig geworden en daar is Bergen op Zoom de dupe van". Persoonlijk zou hij zeggen dat men de Zanderijen niet zo maar moet laten liggen en dat, aangezien er van een groot bad voorlopig niets kan komen, men naar eenvoudiger middelenmoet zoeken om zo spoedig mogelijk de Zanderijen, die, zoals ze er nu liggen,een ergernis zijn voor de bewoners van Bergen op Zoom, op'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 146