-23- De heer NOORMAN meent dat dit in deze niet zo'n grote'rol speelt. Alle men sen die er werken hebben een aanstelling, hetzij een vaste aanstelling, hetzij een aanstelling op arbeidscontract, er bestaat in elk geval een verhouding. De VOORZITTER zegt dat arbeidscontractanters niet onder de Pensioenwet .val len. De heer NOORMAN is het daar niet mee eens en zegt dat deze er zeker ook on der vallen. Een arbeidscontractant moet na 2 jaar aangemeld worden voor de Pen sioenwet, wanneer de betrekking een bijzonder karakter heeft, mag men 5 jaar wachten. De heer BROOS zegt dat dit inderdaad waar is, maar de heer Doorman vergeet er bij te vertellen, dat de mensen die op arbeidscontract worden aangenomen een verklaring moeten tekenen dat zij afstand doen van pensioen. Spreker weet niet of dit rechtsgeldigheid heeft. De'heer DOORMAN meent dat aan deze mensen welbewust het pensioen wordt ont trokken. Hij heeft het woord broodroof gebruikt, hij kan er heus geen ander woord voor vinden. Zonder hoofdelijkestemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van de heer van Doorn besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders besloten. XXVIII. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAD DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIEPST JAM _125L_ T39elffÏJZÏGmG)'. XXIX. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET IIIXISTJAM^ 1957 f/IQe WIJZIGING) EN WIJZIGING"VAN DE BEGROTING VAN HET WATEj^EJIDj^ffBE13MJE VOOR HET DIENSTJAAR 1957 "f6e^WÏJZIGINgT7~ XXX. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTE-BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR_1951 fA1e WIJZIGING). WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN HET WATERLEIDINGBEDRIJF_VOPjL HET DIENST JAAR 1957 77e WIJZIGING) EN WIJZIGING VAN DE BEGROTING VM__LET GASBEDRIJP" VOOR HET DIENST jIIFT957Tl 5e WIJZIGING). Deze voorstellen worden tegelijk aan de orde gesteld en zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen XXVIII tot en met XXX van Burgemeester en Wethouders besloten. Alsdan komt aan de orde de interpellatie van de heer Noorman. De heer NOORMAN zegt hier graag een vraag te willen stellen, omdat in de vo rige Raadsvergadering,na zeer uitvoerige besprekingen over een vergoeding voor het Roode Kruis en in het bijzonder over de moeilijke financiële positie van de bloedtransfusiedienst, door de Wethouder de opmerking is gemaakt tot de Raad dat tegen een subsidie een groot bezwaar bestond, omdat de afdeling Bergen op Zoom van het Roode Kruis van deze subsidie 50% zou moeten afdragen aan het hoofdbestuur. Bit is niet juist. De subsidie die de gemeente aan de afdeling Bergen op Zoom van het Roode Kruis geeft, komt voor 100% ten goede a.an de afdelingo Men mag zelfs voorwaarden maken, wanneer men de subsidie ten goede wil doen komenaan de bloèdtransfusiedienst en ook die conditie zal voor de volle 100% tot gelding ko men". Men kan dus aan de te verstrekken gelden een bepaalde bestenmiing^geven en deze wordt zonder enig bezwaar en zonder enige bekorting uitgevoerd» Wanneer men er dus de bepaling bij maakt dat de subsidie voor de afdeling Bergen opZoom is en dat deze subsidie moet strekken uitsluitend voor de bloedtransfusiedienst, dan wordt dit afzonderlijk geadministreerd en komt de subsidie inderdaad voor 100% aan die dienst. De beY/ering van de Wethouder dat 5^7° naar het hoofdbestuur gaat, is, naar hij van de zijde van het bestuur van het Roode Kruis vernomen^ heeft en waarover het Roode Kruis ook de Wethouder heeft geattendeerd, n%e"k juist. Spreker vindt het jammer dat dit gebeurd is; de mededeling werd door de Wethou der gedaan toen er nog geen beslissing was genomen. De mogelijkheid bestaat dat. deze mededeling van invloed is geweest op de stemming. Gaarne zou spreker van e Wethouder vernemen of hij zijn stelling handhaaft. De heer HOUTMAN wil beginnen met de laatste vraag van de heer .Noorman of hij zijn stelling handhaaft. Hij wil ruiterlijk erkennen dat hij na de Raadsver gadering van de vorige maand op de hoogte is gesteld door de Secretaris van ae kring van het Roode Kruis, dat zijn bewering in de Raad onjuist was geweest.Spre ker wil stellen dat hem dit is medegedeeld na de Raadsvergadering. Hij logen straft de bewering dat hij vooraf op de hoogte zou zijn gebracht."Wat zou het voor zin hebben", vraagt hij, "als Wethouder iets te gaan beweren wat men weet dat onjuist is?". De mededeling van de heer Noorman dat hiervan geen afdracht moet geschieden is dus juist. Het is wel typisch dat alleen subsidie niet in

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 142