B iki
114 'v
lil
mm
IH
'1! M
II! ill
ijl h]|
is in hoeverre het college aan de Raad verantwoording schuldig is en of het deze
vragen moet beantwoorden. Spreker ziet het zo. De begroting is aan de Raad ter
goedkeuring voorgelegd en zoals bij de gemeente-begroting heeft men ook bij deze
"begroting de gelegenheid een soort algemene "beschouwingen te houden en datgene
"te zeggen wat men nodig vindt aangaande het doen en laten van een instelling als
het Algemeen Burger Gasthuis»
Wanneer de vragen redelijk zijn-en spreker meent dat hij geen onredelijke
vragen gesteld heeft-lijkt het hem normaal dat het college van regenten de Raad
een nota doet toekomen om op deze vragen antwoord te geven. Men "behoeft niet te
zeggens"Bat moet gebeuren", maar men kan toch verlangen, meent spreker, over hun
"beleid nader te worden ingelicht, vooral wanneer dat "beleid aanleiding geeft tot
kritiek»
Spreker zou er op staan dat, op welke wijze ook, waar het hier een princi
piële zaak is die de kwaliteit en de reputatie van het ziekenhuis raakt, er een
antwoord komt van de regenten.
Wat betreft hetgeen de heer Broos heeft opgemerkt, geeft spreker toe dat de
zaak inderdaad niet zo moeilijk ligt» Maar het vervelende is, de zaak ligt er al
20 jaar. In het verleden heeft dr» Rick de stoute schoenen aangetrokken om zich
te verzetten. Het kan zijn dat het college van regenten niet weigert om medewer
king te verlenen, maar het doet niets. "Wat is er op tegen", vraagt spreker, "dat
ie gemeente zelf deze mensen aanmeldt voor het Pensioenfonds?"» Daarvoor is naar
zijn mening geen toestemming van de regenten nodig» De gegevens omtrent de lonen
zullen wel beschikbaar zijn. Elke"maand dat het langer duurt, doet men tekort aan
ie pensioenrechten van die mensen»
Spreker acht het formeel volkomen mogelijk en juist dat binnen de kortst mo
gelijke tijd deze mensen Y/orden opgegeven aan de Pensioenraad. Het G.A.K» zit ook
Ket de handen in het haar» Bij deze instantie bestaat er geen twijfel en spreker
begrijpt dan ook niet waar deze zaak op blijft hangen» Hij ziet er geen bezwaar
in dat de gemeente deze mensen opgeeft, temeer omdat de gemeente een zekere ver-
antYfoordelijkheid heeft waar het gemeente-ambtenaren zijn»
De VOORZITTER gelooft dat men, wat betreft de verantwoordelijkheid van het
college van regenten, naast elkaar heeft gesproken. 'Zijn standpunt is dat een lid
van het college dat in de Raad zit niet verplicht is en dat het ook niet op zijn
veg ligt om namens het college van regenten verantf/oording te geven aan de Raad»
Wanneer de Raad meent dat de vragen welke de heer Boorman gesteld heeft, gesteld
Koeten worden' aan het college van regenten, dan is dat volkomen in orde»
De heer BOORMAN" bedoelt dat ook.
De VOORZITTER zegt dat het dan een besluit van de Raad moet zijn.
De heer VAB D00RB acht het het beste, wanneer de notulen van deze vergadering
zijn goedgekeurd, 'een uittreksel daaruit te maken, betrekking hebbend op deze dis
cussie en dit toe te zenden aan het college van regenten en daarbij te vragen of
het college daarop wil antwoorden» "Dan weet men zeker", zegt spreker, "dat de
Keest uitvoerige toelichting onder de ogen van het college komt en wat de bedoeling
Van de Raad is"» Hij wil dit gaarne als voorstel naar voren brengen»
Dit voorstel wordt voldoende gesteund»
De heer BUTIJH zegt met zeer veel interesse geluisterd te hebben naar het
betoog van 'de heer Boorman» Hij sou als lid van' het college van regenten er iets
°p kunnen zeggen, maar hij vindt het beter dat dit als een opmerking gesteld wordt
aan het college»
De VOORZITTER zegt dat dit ook het voorstel van de heer van Doorn is. Hij
zou het onjuist vinden wanneer de heer Butijn hier de partij op zich ging nemen
Van het college van regenten»
De heer BUTIJH is ook overtuigd dat hij mogelijk iets zou mededelen waarmee
He andere leden van het college het niet eens zijn»
"Maar U kunt wel akkoord gaan met het voorstel?", vraagt de heer VAB DOORN»
De heer BUTIJH antwoordt hierop bevestigend,
De heer BROOS merkt nog op dat het hem inderdaad bekend is dat correspondentie
<pU besprekingen gaande zijn met het college van regenten en het G.A.K.dat heiast
is met de uitvoering van de sociale wetten. Het G.A.K, deelt het standpunt van
bet college van Burgemeester en Wethouders» Er is ook wel enige kentering hij het
Regenten-college waarneembaar» Hij wil echter niet op de besprekingen vooruit lo
pen, maar hoopt dat het spoedig tot de bespreking komt, dan zal de Raad hierover
Volledig is kennis worden gesteld»
De heer B00RMAB heeft nog een opmerking. Tfenneer inderdaad van de zijde van
be regenten geen spoed wordt betracht, zou naar zijn mening het college van Bur
gemeester en Wethouders töt aanmelding van de ambtenaren van het Algemeen Burger
^8.8 thuis over moeten gaan. Ieder uitstel is voor de mensen noodlottig.
De VOORZITTER merkt op dat Burgemeester en Wethouders niet weten wie een vas-
aanstelling heeft»
li» li'
'u i(; ji;
I" j.'