-10- Wanneer die bereidheid bestaat, is de grote vraag hoe de zaak moet worden onderzocht. Nu lijkt het hem eenmaal onmogelijk om de weg van de heer Havermans te volgen en door de ingezetenen en toekomstige ingezetenen van plan "Oost" een beweging te doen ontketenen die met deze ondernemer in contact zal treden. Een dergelijke beweging bestaat niet. Een dergelijke samenwerking van verenigingen bestaat niet. kan niet bestaan omdat het grote publiek de mogelijkheden niet ziet. En wanneer het wel zo zou zijn, dan zouden verenigingen en comité bij Burgemees ter en Wethouders en de Raad moeten aankomen om steun. Daarom lijkt het hem van zelfsprekend wanneer de bouwplannen als zodanig worden besproken tussen de archi tect en de dienst en de Wethouder en het college, dat dan aangedrongen wordt op het scheppen van een vergadergelegenheid in dat blok. Spreker zou niet zo hoog willen beginnen als de heer Butijn. Als het aantal niet-Katholieke inwoners op 24-00 moet worden geschat, zullen er daarvan 1000 h 1200 vergadergelegenheid vinden in school en kleuterschool en de overige 1200 die voor vergaderingen in aanmerking komen zullen heus niet allemaal naar dezelfde toneeluitvoering willen kijken. Spreker behoeft dat niet verder uiteen te zetten. Wanneer door het scheppen van combinatie-mogelijkheden kan worden voorzien in enkele 'kleine vergadergelegenheden die te verenigen zijn tot een grotere waar van het maximum wel zal liggen tussen 100 en 200, dan doet het er zijns inziens niet toe of men het zo berekent dat er 224 personen in gaan of dat men maar kan komen tot 173als men de toezegging maar heeft dat Burgemeester en Wethouders de zaak in deze richting zullen bekijken en Tiranneer er te zijner tijd andere moge lijkheden ontstaan deze te beoordelen, De heer DE JAEGER doet het genoegen dat de heer van Doorn niet heeft bedoeld wat hij heeft gezegd, hetgeen spreker heeft opgevat als een twijfel aan de woor den van het kerkbestuur. Maar dan heeft naar zijn mening de heer van Doorn zich wel een beetje verkeerd uitgedrukt. Hij kon het niet anders opvatten, omdat de heer van Doorn alleen op het Katholieke volksdeel doelde. De heer DE MOOR zal er 'niet veel over zeggen, daar hij meent dat er over de ze aangelegenheid al genoeg gezegd is. Hij wil slechts even onderstrepen de ge- dachtengang van de heer van Doorn, zowel in eerste als in tweede instantie. Hij is het er volkomen mee eens, en hij is ook overtuigd dat men hiermede in een be hoefte voorziet» Burgemeester en Wethouders hebben een en ander voorbereid met het uitbreidingsplan dat later door de Raad is opgesteld. Daarbij is een plan uit gewerkt om in de' behoeften te voorzien welke in die buurt nodig waren en zijn» Hu is het zo ver dat er voorziening nodig is van winkels en een cafe, terwijl, er bo vendien nog woningen nodig zijn. Hij vindt het jammer dat de Wethouder de laatste sprong niet neemt en dat hij niet zelf de onderneming die hier gaat bouwen pro beert te overtuigen van de noodzakelijkheid van een zaal van minstens 200 mensen. Het is voor niemand anders mogelijk dan voor de Wethouder, meent hij, om die be sprekingen te voeren» Dat er behoefte is, is zijns inziens voldoende gebleken uit de -beweging die is ontstaan. Door de heer Ratsma is vorige maal gezinspeeld op de mogelijkheid varteen eventuele bijdrage, maar het geluid dat de Wethouder heeft laten horen, zij het bij een napraatje van de commissie, was wel iets gunstiger dan vanavond, Dit kan mogelijk een gevolg zijn van de besprekingen van Burgemeester en YiTethouders» Het was toen weliswaar ook niet positief wat hij zei, maar toch welwillend. Spreker zou er de betrokken Wethouder op aan willen dringen dat hij er hij de besprekin gen met de bouwmaatschappij op wijst dat er behoefte is aan een behoorlijke zaal. Men heeft er een gemengde bevolking en bovendien kan het parochiehuis niet vol doende ruimte bieden» Spreker wil onderstrepen het dringend verzoek, al is het niet zo dringend gezegd als bedoeld, het dringend verzoek van de heer van Doorn» Laat de Wethouder de ondernemers overtuigen van de noodzakelijkheid van een be hoorlijke zaal en laat Burgemeester en Wethouders te zijner tijd hij de Raad komen om daarvan een eventueel exploitatietekort aan te vullen. Op welke manier kan hem niet schelen, maar hij gelooft dat de Raad wel-bereid is daarin tegemoet te komen. De heer HAVERMANS zou op het laatste wat de heer de Moor gezegd heeft willen ingaan. Hij hoopt dat men niet verwachten zal dat hij de sprong niet zou durven wagen. Waarom zou hij dat niet durven? Hij heeft zijn mening niet gewijzigd, hij heeft alleen eerst de gevoelens van de Raad willen horen. Spreker zal nu eerst informatief vragen aan de architect of er een zaaltje bij komt. Wanneer de heer Eutijn spreekt over een zaal van 500 3, 600 personen, zou spreker Trillen medede len dat deze op 400.000 gulden komt en zeker'niet rendabel kan zijn. Maar men behoeft toch niet allemaal tegelijk te vergaderen» De K.A.B. heeft 7000 leden en als zij een uitvoering geeft, maak men er 8 avonden van. Dat kan men ook wanneer. Dien een zaal van 200 personen heeft en men heeft 600 gegadigden. Daó neemt men 3 avonden. Wat de suggestie van de heer van Doorn aangaat, daar zou hij de Voorzitter

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 129