-18- Wat "betreft het overleg net de Provincie om in de kosten tegemoet te komen, kan spreker mededelen dat dit overleg nel degelijk heeft plaats gehad, In eerste instantie heeft men Gedeputeerde Staten werkelijk kunnen overtuigen en voelde men het grote financieel bezwaar, zodat overwogen wérd de leid.ingen in de weg te laten liggen, maar nadien is men hierop terug gekomen en heeft men gezegd dat ze er niet in kunnen "blijven. Verder zal, wanneer het voorstel door de Raad wordt aangenomen en de begroting gewijzigd wordt, van de Provincie de verklaring van geen bezwaar - moeten komen. Gedeputeerde Staten zullen deze besluiten goed moeten keuren en daar bij ook de financiële kant moeten bekijken. Door de heer Moorman is de vraag gesteld of de kosten niet komen te drukken op de bedrijven. Spreker heeft als gezegd, dat de gehele kapitaal-investering op de gewone dienst van de gemeente komt drukken en dus niet op de bedrijven. Ook de heer Ratsma heeft gesteld dat hij het niet juist vindt dat de Provin cie dat zonder meer op deze wijze doet en de vergunning intrekt en hij vindt het zeker niet juist als overheidslichaam tegenover overheidslichaam. Spreker vindt dit ook geen prettig voorstel, maar waar de Provincie de vergunning heeft opgezegd, kan de gemeente niet anders dan daaraan gevolg geven. Er is ook aangedrongen op een subjectieve uitkering uit het gemeentefonds of het verlenen van een bijdrage door de Provincie. "Er is uitdrukkelijk gesteld", zegt spreker, "dat de gemeente deze kosten niet kan dragen en het zonder financiële steun niet kan doen". Door de heer ïïertogh is gesteld dat men niet voldoende -zekerheid heeft dat de gemeente hij de financiering zal worden gesteund, "Men moet mij niet kwalijk nemen", zegt spreker, "maar die zekerheid kan ik niet voor 100^ geven", Hij heeft gesteld dat men het onder deze omstandigheden in den Bosch wel zodanig zal bekijken dat het voor de gemeente zo gunstig mogelijk uitvalt. De gemeente staat iets ster ker nu zij niet zonder meer dit heeft geaccepteerd. Door de heer de Moor is gesteld dat het niet juist is dat de directeur van gemeentewerken een brief heeft gericht aan de Provinciale Waterstaat waarin hij mededeelt dat de gemeente niet genegen is.deze kosten voor haar rekening te nemen. Het was zo dat de directeur opdracht had gekregen van Burgemeester en 'Wethouders datgene te bevestigen wat besproken was» Het lag in het zakelijke vlak en daarmee werd niets gedaan dat onjuist is. De heer HOUTMAN merkt op dat door de heer Hertogh is gezegd dat men de zeker heid niet heeft dat in deze kosten tegemoet wordt gekomen. Die zekerheid kan de heer Leijs niet geven, maar hij kan er misschien iets meer over mededelen, in zo verre dan, dat, wanneer die tegemoetkoming in welke vorm ook niet kont, het gehele geval van de baan is. Het is zo, dat bij het overbrengen van de begrotingswijzi ging naar de gewone dienst -uitdrukkelijk is vermeld dat de kosten worden uitgekeerd uit het gemeentefonds. Gedeputeerde Staten zullen zich dus eerst er van moeten ver gewissen of het bedrag meegenomen wordt bij de algemene uitkering. Anders zullen Gedeputeerde Staten hun goedkeuring aan de begrotingswijziging moeten onthouden en dan is het besluit volledig van de baan. Of het komt er uit en het werk gaat door, of het geval is van de baan. De heer HAVERMAMS heeft nog een kleine opmerking. Er is al gezegd door de heer Leijs dat de bestaande weg geen asphaltweg wordt. De weg krijgt een ander trace en een ander profiel. Door de heer Butijn is gevraagd;"Geeft de gemeente voor 1,al die grond uit handen?". Provinciale Waterstaat betaalt alle grond die nodig is van particu lieren, alleen is het verzoek aan het gemeentebestuur gericht om gemeentewerken in te schakelen om behulpzaam te zijn hij het verwerven van de grond. De stukjes grond die van de gemeente zijn, worden inderdaad voor 1,overgedragen. Het zou inconsequent- zijn wanneer de gemeente dat niet deed. Wanneer de gemeente een straat aanlegt en voortuintjes nodig heeft, probeert men deze om niet te verwer ven, Waarom doet men dat? Omdat verbetering plaats heeft en men riolering krijgt. Alle mensen staan lu.ua grond om niet af en waar de gemeente de grond welke ze heeft ook verbeterd ziet, is het normaal deze grond om niet af te staan. De VOORZITTER gelooft dat de. zaak thans voldoende is toegelicht. Het ligt in de bedoeling van Provinciale Waterstaat de weg deugdelijk te verbeteren. Men is overtuigd dat het nodig is, de klachten uit Zeeland v/aren legio. Het is de drukste provinciale weg in Hoord-Brabant en de slechtste. Tegen deze verbetering kan men zeker geen bezwaar maken. Het gaat om de kosten die gemaakt moeten worden omdat de Provincie dwingt de leidingen die er liggèh uit de weg te halen en nieuwe lei dingen aan weerskanten van de weg te leggen. De gemeente is, zoals duidelijk is gezegd, met de rug tegen de muur geplaatst. Wat de kwestie van de' vergoeding betreft, Gedeputeerde Staten kannen dit be sluit practisch alleen goedkeuren wanneer de dekking daarvoor gevonden wordt,Spre ker gelooft dan ook wel dat de Raad dit voorstel zonder bezwaar kan aanvaarden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1957 | | pagina 105