-23- "Tenslotte" zegt spreker, "nog deze opmerking. In de "brief van de bioscoophouders wordt doorlopend gezegd dat zij de enige groep van •vermakelijkheidsexploitanten zijn die door de exhorbitante, tarieven -worden getroffen". Spreker meent dat dit van Bergen op Zoom niet ge- zegd mag worden, want de vermakelijkheidsbelasting voor bals is hier op evenredige wijze verhoogd. Gezien de logica zou, wanneer men zou besluiten de tarieven van de veemekelijkheidsbelasting voor bioscopen te verlagen, men dit' ook moeten doen voor andere vormen van vermaak, die op het ogenblik zo hoog belast zijn. Spreker zou het hierbij wil len laten. De heer NOORMAN zou de vermakelijkheidsbelasting willen zien als een onderdeel van de zeer vele belastingen en heffingen en dergelijke die door verschillende instanties zijn opgelegd, lussen al die belas tingen bestaat een zekere relatie. Iedereen wordt ook dagelijks gecon fronteerd met de belasting. Vermakelijkheidsbelasting is helemaal niet zo vermakelijk, zij behoort tot een van de vele belastingen waarmee men in de 24 uur van iedere dag geconfronteerd wordt. Spreker wil hier over eens een belastingbetaler aan het woord laten. Deze neemt een wil lekeurige dagin de week. "Zodra ik me was en scheer", zegt hij, "bete kent dit dot ik omzetbelasting betaal voor zeep en apparaat. In het schoneoverhemd zit belasting van de wasbaas, die hij als niet-officicle belastinggaarder voor het Rijk heel efficiënt int. Ik ga dan ontbijten, suiker in de thee, daarbij accijns op de suiker en hoge invoerrechten pp de thee betalend. Ik smeer mijn boterhammen met margarine, om in dit land v«n melk ^eri boter de omzetbelasting op boter te ontgaan - want mar garine is vrij - en ik accepteer met vreugde de subsidie welke op mar garine i-ordt geheven. D<-n, aangenaam afscheid nemend van vrouw en kin deren, met vreugde omdat ik val onder tabel II met kinderaftrek terwijl lekker mijn buurman als vrijgezel extra zwaar, te zwaar getroffen wordt voor het celibaat. Ik stap dan in de bus, voortbewogen door benzine waarop 50^ belasting en verzwaard met wegenbelasting, waarbij ik in pijnlijke onzekerheid verkeer of deze retributies nu werkelijk worden, gebruikt voor aanleg en onderhoud van wegen, dan wel dat zij. het karak ter van belasting hebben. Over hetgeen ik op kantoor met belasting van doen heb moet ik wel zwijgen, maar ik ben nog niet thuis of de honden- belasting springt tegen me op en voor ik binnen ben kriebelt de straat- belasting aan mijn voetzolen. Ik besluit de kruik met 60$-belasting - vocht te sparen, drink geen wijn bij het eten en bespaar daarmee: de in voerrechten en accijnzen die op dat product drukken. Ik doe dus een gunstige zet op het fiscale schaakbord door volkomen belastingvrij een glas water te drinken. Ik vlij mij dan neer in een stoel die zo gemak! keiijk is dat ik een ogenblik kan vergeten dat hij de personele belas ting beïnvloedt. Ik profiteer van de radiobelasting en zet me daarna aan het gireren van een post belasting, daarbij een sigaret rokende faarop 67$ belasting is betaald'.' ^De VOORZITTER merkt de heer Noorman op dat hij dadelijk nog verma kelijkheidsbelasting voor zijn betoog zal moeten betalen. De heer NOORMAN vervolgt dan dat tussen al deze belastingen een zeker verband zit, al is het een verwijderd verband. Men he©ft wel eehs ëen commissie ingesteld met het doel om de belastingen voor de gemeenten grondig te wijzigen» De vermakelijkheidsbelasting is een onderdeel van Jiet systeem Rijks- en Gemeentebelastingen. De gemeente heeft slechts een klein gebied, zoals vermakelijkheidsbelasting, hondenbelasting, re tributies, opbrengst bedrijven, grondbelasting, personele belasting en uitkering uit het gemeentefonds, waarbij men moet bedenken dat dit fohds in zich bergt de opbrengst van de inkomstenbelasting. Wanneer men alle belastingen in aanmerking neemt, moet men het voor de vermakelijkheidsbelasting zo zien dat deze naar redelijkheid geheven moet worden omdat men ook nog andere aanslagen doet, zoals belasting op' de winst en dergelijke. Spreker meent wel de stelling naar voren te moe ien brengen dat de vermakelijkheidsbelasting geen sluitpost mag zijn f yoor de gemeentebegroting. Wanneer men de situatie van 1947 nagaat,toen is men er toe overgegaan de gemeenten te dwingen de vermakelijkheidsbe lasting te verhogen tot 35$. Dat was echter in die tijd een heel juiste heffing. Het was een tijd van schaarste, het enige amusement was de bios coop. Alle filmvoer werd grif geslikt. Investeringen waren er niet, móch ten er niet zijn, die pasten niet in het kader van de beperkingen. Dat waren toen inderdaad gouden tijden voor dé bioscopen. En dat is aanlei ding geweest dat de bioscopen, ondanks de hogere heffing, de tarieven niet beduidend hebben verhoogd, omdat er geen hoge uitgaven tegenover

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 93