-4- om eenaantal vrije dagen door het bedrijfsleven dient te geschieden, preker man zich daarom niet voorstellen dat de werknemersorganisaties souden treden in de beoordeling van de motieven die gegolden hebben om een aanvrage te doen. Daarom is een opvatting zoals die door de christelijke Bestuurdersbond is naar voren gebracht zeer juist. De Be- stuurtersbond van het N.V.V. heeft er een bepaling aan gekoppeld voor de etalmg van de over-uren of het omzetten er van in vrije dagen» Spre ker kun zich levendig voorstellen dat hen dit ter harte gaat zoals ook 13 andere organisaties het geval zal zijn, maar, zoals hij een vorige oenanaeiing van de aanwijzing van zogenaamde vrije dagen genoegzaam is ge bleken, kan de Raad hier moeilijk in treden, maar is dit een kwestie voor de_organisaties. Nu is het zo dat hij niet bevreesd is dat hier ten opzichte van de werknemers een verkeerd standpunt zou worden inge nomen. Met name de middenstandsvereniging "St.Olof" heeft er bij haar leden steeds op aangedrongen dat de meer-arbeid tengevolge van de ver ruiming van de winkelsluitingswet naar redelijkheid zou worden beloond," middenstandsvereniging is zelfs 20 ver gegaan door bij de verrui ming ingevolge de winkelsluitingswet met St.Nicolaas en Kerstmis en de aarbij gevoegde extra vrije dagen te stellen, d.at zij vrijwel zeker- ei Xö0-!j -j Rebben inzake deze betaling, anders zou zij zich niet meer Raad. willen wenden om wenselijkheden naar voren te brengen inza ke de winkelsluitingswet. Een garantie is nu eenmaal niet te geven, maar spreker durft te stellen dat in tegenstelling tot wat in een vori- haadsvergaderisg werd beweerd de positie van de werknemers in de middenstand zeer gezond is te noemen en dat het overleg met de werkne mersorganisaties altijd zeer prettig is geweest. Dat een gedeelte van - e werknemers niet in middenstandszaken werkzaam daarbij aan de opmerk zaamheid althans van de middenstandsvereniging is onttrokken, kan voor de middenstand geen aanleiding zijn zich niet tot de Raad te wenden, aar nogmaals gezegd; dit speelt en mag naar hij meent voor de Raad- geen rol spelen om deze vrije dagen al of niet vast te stellen. Dit is lijk V"K organisf,ties> hetzij plaatselijk, gewestelijk of lande- Het advies van de K.A.B, heeft spreker uiterst bevreemd. Zij is getreden m een beoordeling van de algemene en zakelijke belangen die met name de middenstand heeft gedreven om met haar versoek te komen, üpreker laat de opmerking dst er bij de middenstand geen behoefte be staat om een aantal dagen open te blijven buiten beschouwing. Het ver zoek van bt.Olof" leert nu eenmaal anders en spreker ziet geen enkele reden om dit verzoek niet representatief voor de middenstand te achten. in het schrijven van de H.K.W. wordt er dan op gewezen, dat de ver ordening inzake de "vrije" dagen is tot stand gekomen via de Raad van; overleg van Samenwerkende Werknemersorganisaties. En zij betoogt ver- vGwk 1 redenen die tot de samenstelling van de oude verordening hebben bijgedragen nog steeds onverminderd van kracht dienen te blijven. Rn daarover zou spreker gaarne opheldering willen hebben en nogmaals willen stellen;!ie bepaalt dat nu? Het bedrijfsleven of de betreffende organisaties? Dat het advies van het college anders luidt kan-niet an ders dan zijn warme instemming hebben, omdat hier de hele kwestie op zijn enig juiste merites wordt beschouwd. Het zou inderdaad te dwaas e,en fantal vrije dagen te blijven handhaven die niet de belang stelling hebben van de groep waarvoor zij zijn vastgesteld. heer Hertogh wordt nu gezegd dat het publiek opgevoed zou moeten worden en de middenstand daartoe zou moeten bijdragen door zo ^Lï1-f1:L;3k^§e'brii:Lk, ï6 ïTken van hetgeen door de winkelsluitingswet mogelijk wordt gemaakt. Spreker zou willen zeggen dat de middenstand- niet meer doet dan gebruik maken van een recht dat uit de winkelslui tingswet naar voren springt en waarvan de middenstand of het bedrijfs leven gebruik maken. J hRt heeft hem getroffen dat de heer de Jaeger in rustige woorden' zijn bezwaren tegen het geheel heeft napr voren gebrachtHet is name- ijk de heer de Jaeger geweest die bij de vorige gelegenheid heeft ge- SÏ+ ?ei\ vri^e daSen werden vastgesteld, hij meent op 27 november, belrn§e^ vprj de arbeiders zou zijn gesold. Spreker moet hiér met klem tegen protesteren. Hij vindt het weinig elegant dat dit gebeurt - na atloop van dediscussiesSpreker zou willen stellen dat het bedrijfs- ven een dergelijk verzoek uit algemeen belang en uit zakelijke belan gen van de middenstand naar voren brengt en niet een dergelijk verzoek loet om de werknemers te treffen. Dat zou maar al te dwaas zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 74