m
-17-
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten,
XXXI.VOORSTE! TOT HET GOEDKEUREN VAN DE REKENING VAN DE BERGEN OP
zOOMSE STICHTING TOT EXPLOITATIE VAN SPORT- EN SPEELVELDEN OVER
Set Dienstjaar 1954.
D 0 s s i ef~nrT"TS1 É~J7
(Verzameling 1956, nr. 54).
De heer NOORMAN heeft gezien dat in de verlies- enwinstrekening
staat aangegeven "regens storting in het onderhoudsfonds"Zijn vraag
is of het wel juist is dat dergelijke reserveringen worden gedaan. Hij
krijgt de indruk dat men de subsidie van 15.000,-- volledig heeft
willen opsouperen, terwijl er geen aanleiding toe is. Volgens de sta
tuten is het zo dat de exploitatie-rekening vermeldt de ontvangsten
en uitgaven. Een eventueel batig saldo komt in een reservefondsmaar
wat er aan mankeert wordt bijgepast door de gemeente. Spreker vraagt
of het wel juist is dat men op dergelijke wijze gaat reserveren.Daar
door wordt meer subsidie genomen dan nodig is. Hij gelooft niet dat
dit in overeenstemming is met de statuten.
De heer HOUTMAN deelt mede dat waar de heer Noorman op doelt
een besluit is van de Raad dat enkele jaren geleden is genomen en wat-
ook reeds enkele jaren doorloopt. Het Is de bedoeling dat een reserve
fonds gevormd wordt bij de Stichting Rozenoord om de grote onderhouds
kosten die natuurlijk niet ieder jaar komen op te vangen. Als niet
wordt gereserveerd zou men zich in een dergelijk geval moeten wenden
tot de Raad om een extra subsidie om de grote uitgaven te kunnen be
talen, Daarom heeft de Raad enkele jaren geleden besloten jaarlijks
een bedrag daarvoor te reserveren.
De heer NOORMAN meent dat dit toch eigenlijk zou moeten geschie
den in de vorm van een statutenwijziging. De statuten laten dit niet
toe,
De heer BUTIJN vraagt' zich, afgezien van deze cijfers, af of de
Stichting Sportpark een aparte rechtspersoon is. Hij meende dat het
een onderdeel van de gemeente was.
De VOORZITTER zegt dot het een: stichting is.
De heer BUTIJN vraagt of deze zelf mag reserveren en kapitaal
kweken.
De VOORZITTER zegt dat een stichting kapitaal kan kweken als de'
statuten het toelaten en de Raad het goed vindt.
De heer HOUTMAN wijst er nogmaals op dat het een besluit van de
Raad is en wanneer men er niet mee aocoord ken gaan dan zal de Raad
zijn besluit moeten te niet- doen. Spreker wil er met nadruk op wijzen
dat grote onderhoudskosten voor kunnen komen. Hij denkt aan een vol
ledige herziening en vernieuwing van het terrein, wat een beduidend
bedrag vraagt. Men heeft nu de mogelijkheid om zonder speciaal cre-
diet van de Raad dergelijke werkzaamheden, voortgsng te doen vinden.
Dit is eenvoudiger en zal gemakkelijker lopen dan wanneer men straks
voor een groot crediet komt te staan.
De'heer NOORMAN vraagt wanneer dat d-n is besloten.
De heer HOUTMAN meent in 1951 of 1952,
De VOORZITTER merkt op dat de heer Noorman formeel gelijk heeft.
Maar wanneer de Raad er op kan toezien dat geen fondsvorming plaats
heeft buiten zijn kennis, dan is er zijns inziens geen'bezwaar tegen.
De heer NOORMAN heeft geen bezwaar, maar hij zou zeggen"Brengt
de statuten overeen met de situatie".
De VOORZITTER meent dat dit kan worden overwogen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXXII.VOORSTEL TOT HET GOEDKEUPEN VAN DE JAARREKENING VAN HET STADS
fËES- EN~ARMKINDERHÜIS OVER HET DIENSTJAAR T"955y—
(Dossier nr,~T2T~¥)
(Verzameling 1956, nr. 11).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en wethouders besloten,
XXXIII.VOORSTEL TOT HET GOEDKEUREN VAN DE BEGROTING VAN INKOMSTEN EN -
UITGAVEN VOOR HËT~ÏÏIENSTJAAR T9S6 VAN ll2ï ALGEMÊEN^ÏÏRGER"~GAST_
HUIS,
"("Dossier nr. 118 j),
(Verzameling 1956, nr. 5).