-13-
Yoor wat de voorstellen betreft voelt spreker wel iets voor wat
mevrouw Juten voorstelt. Hij denkt dat men dan goedkoper uit zal zijn
dan wanneer de nieuwe subsidie-aanvraag van het I.S.C.C. behandeld
wordt.
Na de vergadering van de Commissie van sociale zaken en volksge
zondheid heeft spreker de mening welke in de Commissie naar voren
kwam niet in B W ter sprake gebracht omdat hij deze Raadsvergadering
wilde afwachten. Spreker wil gaarne toezeggen dat hij in de eerstvol
gende vergadering van B W de kwestie opnieuw aan de orde zal stel
len om te bezien of" er mogelijkheden zijn om alsnog op een of andere
wijze aan de Gezinszorg, wat de sociale zorg betreft dus, tegemoet te
komen.
De heer ASSELBERG-S merkt op dat er althans in zijn gedachtengang
enkele onduidelijkheden, zijn bij wat de Wethouder naar voren heeft
gebracht. Hij stelt o.a. dat - en dat is het enige argument dat hij
gehoord heeft - men de schuld van 2400,h f 2500,waarmee de
Gezinszorg zit niet moet betalen omdat deze tak van dienst door een
andere organisatie is overgenomen. Dat argument begrijpt hij niet. Het
gaat over de schuld welke Katholieke Maatschappelijke Gezinszorg heeft
en niet over iets anders. Dat dit werk door een ander overgenomen is,
is zijns inziens niet ter zake dienende. Men kan zich ook afvragen
dat,-waar de Minister de schuld die er dus ligt in verband met de ge
zinszorg betaalt-, de gemeente op een ander punt zo schriel zou moeten
zijn. De Minister stelt hier het goede voorbeeld. Het gaat nu over.de
sociale zorg. De heer Ratsma zegt wel;"Het gaat niet aan alles op de
overheid af te wentelen", maar spreker meent dat door dit werk de over
heid van veel zorg wordt ontlast. Wanneer deze sociale zorg niet uit
particulier initiatief zou worden gepleegd dan' kan men zich afvragen
of niet voor 100$ de lasten op de gemeenschap zouden kunnen komen. Hij
vindt dat het argument van de heer Ratsma dan ook geen steek houdt.
Tenslotte zou spreker willen vragen wat de Wethouder bedoelt wan
neer hij zegt dat wanneer het voorstel van mevrouw Juten wordt aange
nomen de gemeente er goedkoper af zal komen. Dat men er met het voor
stel van mevrouw Juten goedkoper af is, is wel duidelijk, maar of dat
wel een verdienste is, is voor hem een andere vraag.
De heer RATSMA is er ook voor dat de overheid dit werk met de
grootste belangstelling volgt en steunt, maar hij blijft van mening
dat wanneer men dit aan^het particulier initiatief overlaat ook het
particulier initiatief zelf het nodige moet doen wat de inkomsten be
treft. Wanneer men zou zeggen;"Steunt het voor 100$", dan zou de over
heid een sterkere vinger in de pap moeten hebben bij dit werk. Er zou
een strengere contróle moeten zijn, Yoor alles wat de overheid doet
vraagt zij ook geld. Yuil ophalen en andere dingen laat zij ook beta-"
len. Wanneer men besluit voor 100$ te subsidi'éren, dan zou men ook, re-.,
gels moeten stellen voor retributie welke men bij de mensen moet hèf-
fen. Zover is men niet, men laat het in vol vertrouwen aan het parti
culier initiatief over» Spreker vindt het nuttig dat het zo blijft,
maar daartegenover staat dat het particulier initiatief niet de weg
van de minste weerstand moet zoeken en telkens maar bij de overheid
moet komen om" tekorten die men heeft willen nemen, waarvan men te vo
ren wist dat zij niet gedekt waren, achteraf aan de overheid te vra
gen, Dat is principieel onjuist. Als men in de put zit moet men er:
niet altijd uit geholpen worden. Als de Raad besluit het te doen, dan
moet men de eis stellen dat alles op een gezonde financi'éle basis
wordt gesteld, opdat men dit over een paar jaar niet weer krijgt. Daar
gaat zijn bezwaar tegen."
De heer ASSELBERGS zegt het zijne ook.
De heer BROOS kan. wat het laatste betreft, een gezonde financi'éle
basis, zich daarbij aansluiten. Hij is echter niet van plan daarop;
verder in te gaan. Door de heer Asselbergs is gezegd dat niet voldoen
de argumenten zijn aangevoerd. Gesteld is dat het I.S.C.C. dit heeft
overgenomen."Is dat geen argument?"vraagt spreker. Hij gelooft ook
te kunnen stellen dat het gemeentebestuur toch moeilijk van terugwer
kende kracht vanaf 1950 voorstellen aan de Raad kan doen voor subéi-
die. Het tekort gaat over 1950-1951 én 1952.
Spreker wil er nog op wijzen, omdat er blijkbaar een misverstand
in het spel is, dat de Minister weliswaar geen bezwaar maakt tegen een
extra subsidie van 1689?-maar deze subsidie komt volledig ten
laste van de gemeente. Daar betaalt de Minister niets bij. Hij vindt