naar zijn overtuiging zeer nuttig werk doet en zich daarbij in finan
ciële moeilijkheden heeft gebraoht. Overigens stemt hij vóór met een
bezwaard gemoed. Spreker heeft er big de begrotingsbehandeling reeds
op gewezen dat men vaak al te gemakkelijk tegen de overheid financi
eel aanleunt. Hij heeft toen geen namen willen noemen, maar nu .het,
voorstel ter tafel komt, kan hij wel zeggen dat hij daarbig ook doel
de op de Stichting Katholieke Maatschappelijke Gezinszorg. Spreker;
vindt het iets te vrijmoedig, grote exploitatie-tekorten te kweken
en achteraf bij de gemeente aan te kloppen om zonder meer te vragen
het tekort te dekken.
Bovendien moet ook morden gezegd dat de stichting herhaaldelijk
subsidie vraagt aan Maatschappelijk Hulpbetoon. Er is een regeling
getroffen die voor alle verenigingen die dit werk verrichten gelijk
is, namelijk 50^ vergoeding van de salariskosten van het personeel.
Haar zijn mening gaat het niet aan langs een achterdeur meer subsi
die binnen te halen. Spreker is overtuigd dat het werk van de stich
ting goed en nuttig is, maar dat het financi'éle beleid voor zeer veel.
verbetering vatbaar is. De stichting zal moeten trachten snel uit de
schuld te geraken en zich op een gezonde financi'éle grondslag te
plaatsen, rekening houdend met de bestaande subsidie welke voor de
vereniging geldt die zich op dit terrein beweegt. Hij gelooft dat de
gemeenteraad niet het recht heeft van deze richtlijn af te wijken,
De heer BROOS zou in de eerste plaats willen wijzen op het besluit
dat de Raad in februari 1954 genomen heeft, toen een soortgelijk ver
zoek van de Katholieke Gezinszorg aan de orde was om een extra subsi
die te verstrekken, gezien het grote tekort dat in de jaren 1950 t/m
1952 was ontstaan. De Raad heeft toen, omdat het een verzoek was om
een jaarlijks terugkerende subsidie afwijzend beschikt. Daarnaast
werd besloten voor 1953 een extra subsidie te verlenen mits de Mi-=
nister van Maatschappelijk Werk hier goedkeuring aan zou verlenen.
Het betreffende Raadsstuk is naar het Ministerie gegaan en enkele
maanden nadien bleek dot de Minister van Maatschappelijk Werk bezwa
ren had tegen het verlenen van een extra subsidie, met het gevolg
dat de in principe toegekend® subsidie geen doorgang kon vinden.
Een soortgelijk verzoek heeft de Raad bereikt op 15 januari 1955.
Om een herhaling te voorkomen van het gebeurde in 1954 heeft spreker
zich rechtstreeks in verbinding .gesteld' met het Ministerie van Maat
schappelijk Werk om te trachten voor deze ongetwijfeld nuttige instel
ling iets te kunnen doen. Bij het onderhoud bleek dat men min of
meer sceptisch stond tegenover de grote verschillen in retributies:
over de afgelopen"jaren. Dit was voor het Ministerie aanleiding ter
plaatse een onderzoek in té stellen en naar aanleiding hiervan is
meermalen telefonisch contact met het Ministerie opgenomen om de uit
slag te weten te komen. Dit is evenwel niet gelukt, In november 1955
is de telefonische mededeling gekomen-welke in januari schriftelijk
is bevestigd, dat tegen het verlenen van een eenmalige subsidie in
het tekort van de Gezinszorg toe een bedrag van 1682,geen be
zwaar bestond. Het-tekort waarover mevrouw Juten- sprak van 4000,-
is gesplitst in 1682,^2 voor gezinszoig en 2526,64 voor sociale
zorg. Yddr 1955 werd door de Katholieke Gezinszorg ook sociale zorg
gepleegd en daarvoor stelde de Raad een extra subsidie vast. De subsi
die was bedoeld om het tekort gedeeltelijk te dekken en tevens als
een tegemoetkoming aan het werk. De subsidie voor de sociale zorg
staat buiten de competentie van de Minister van Maatschappelijk Werk,
Deze geeft alleen subsidie voor wat de gezinszorg betreft en dus geen
subsidie voor de sociale zorg. Die komt ten volle ten laste van de;ge
meente.
Met ingang van 1 januari 1955 is het I.S.C.C. in werking getreden
en Burgemeester en Wethouders menen nu het tekort over de achter ons
liggende jaren niet meer voor een extra subsidie in aanmerking te doen
komen. Wel voor wat de gezinszorg betreft, temeer waar er geen aan- of
bemerkingen waren tegen deze subsidie en de gehouden oontröle. Ook,Bur
gemeester en Wethouders betreuren het dat aan alle aanvragen voor ge
zinshulp welke worden gedaan niet kan worden voldaan. Ook door Maat
schappelijk Hulpbetoon zijn.verschillende aanvragen gedaan, doch
meestal vergeefs. Steeds heeft Maatschappelijk Hulpbetoon eén afwij
zend antwoord ontvangen, omdat de Katholieke Gezinszorg niet over vol
doende gezinsverzorgsters beschikte. Het is een euvel dat ook in ande
re plaatsen wordt gevoeld.
„12-