-24- neer hij op meer verantyroorde wijze dan. tot dusverre het geval is geweest zijn stem aan het voorstel zou kunnen geven. Door de Wethouder is gesteld dat er subsidies zijn welke men verplicht is te geven, zoals aan de Kruisverenigingen en het kleuteronderwijsHet is inder daad zo dat deze activiteiten gesteund moeten vrorden, omdat wanneer het niet ge beurt zij door de overheid ter hand genomen moeten worden, wat niet wenselijk isj maar de hoogte van de subsidie staat niet vast, dat ligt aan de Raad ter be oordeling» Het is wel waar dat het college en de Raad geadviseerd worden door verschil lende commissies die de Wethouder heeft opgenoemd, maar dat is voor hem niet voldoende, omdat tussen deze commissies geen coördinatie bestaat. Iedere commis sie werkt op haar terrein en vindt haar eigen werk belangrijk, misschien het be langrijkst. Men zal pleiten voor eén behoorlijke subsidie voor het werk dat op het terrein ligt van die commissie. De Wethouder heeft verder betoogd dat het niet mogelijk is "en niet in een verordening vast te leggen de basis waarop men gaat subsidiëren. Hij gelooft dat dit juist is, maar hij heeft dat ook niet gezegd. Hij heeft .alleen gezegds "Er zijn verschillende mogelijkheden om een basis vast te stellen". Juist door het vaststellen van een basis voor verschillende verenigingen kan men activiteiten stimuleren. Bij de een is het belangrijk dat het gebaseerd wordt op de basis van de salarissen, bij de ander op het exploitatietekort, bij een derde weer op ande re gronden, maar dat zijn dingen die welbewust gekozen moeten worden. Spreker heeft al gezegd dat naar zijn mening de Gemeenteraad niet kan volstaan wanneer een grote subsidié toegekend wordt met alleen een begroting, een rekening en een verslag te vragen. Dit zijn allemaal dingen die de vereniging zelf verstrekt en waar de nodige objectiviteit aan ontbreekt en die naar zijn mening nuttig zouden kunnen worden beoordeeld door een onafhankelijke instantie» ""De subsidie moet van jaar tot jaar vrorden bezien", heeft de Wethouder ge zegd» "Daar zit dynamiek in, die moet niet statisch voor 4^5 jaar Y/orden vast gelegd". Spreker is dit met hem eens, maar zijns inziens moet wel worden vast gelegd een planning in welke richting de subsidie kan gaan en Y/at het de gemeente gaat kosten. Men moet overwegen wannéér men een subsidie toekent dat het conse quenties heeft voor verd.ere subsidies en in het licht van het gemeentelijk budget moet men.gaan bekijken wat het verder in de toekomst aan de gemeente gaat kosten. Al met al meent spreker dat de Wethouder iets te licht over deze zaak is heen gegaan en de verantwoordelijkheid die de Gemeenteraad heeft - het is een belang rijke verantwoordelijkheid, subsidies zijn vaak voor de verenigingen de grond Y/aarop zij kunnen w.erken en wat' hun bestaan mogelijk maakt - de verantwoordelijk heid voor'de Raad is groot en men moet zich dat ten volle bewust zijn. De beslui ten moet hij kunnen nemen met gegevens en met een visie en een inventarisatie voor nu en met de mogelijkheden die er voor de toekomst zijn. Spreker blijft er bij dat dit tot nu toe zeer moeilijk geweest is. Men heeft een inventarisatielijst, maar hij zou het belangrijk'vinden Y/anneer men daarbij ook een overzicht had hoe de subsidie zich ontwikkelt, hoe de post van jaar tot jaar stijgt en men zou dan misschien wel eens tot verrassende cijfers kunnen komen. "Er is geen aanleiding tot ordening", zegt de Wethouder. Deze conclusie wil hij niet onderschrijven. De weg die men moet gaan kan hij direct niet wijzen, hij heeft het echter in een vraag zo gestelds"Laten Burgemeester en Wethouders dili gent zijn, laat ze kijken wat zich"ontwikkelt op dit gebied en wanneer er elders iets tot stand kómt, zou men moeten trachten tot uitv/isseling'van cijfers en ge gevens te komen". Spreker meent' er bij te moeten persisteren dat deze zaak de vól le aandacht moet blijven houden en de Raad er recht op heeft in deze meer en be ter te worden voorgelicht én te wor'den ingelicht omtrent wrat hem in deze telkens weer voorgelegd zal worden» Hij zou het op prijs stellen als het college in dezé, in dit opzicht, enige toezeggingen aan hem zou kunnen doen. De heer ASSELBERGS zou ook graag over dit onderwerp iets willen zeggen. Hij heeft met grote belangstelling geluisterd naar de twee betogen van de heer Ratsma, maar hij moet tot zijn spijt zeggen - "Misschien dat het aan mij ligt", zegt spreker - dat het hem niet helemaal duidelijk is geworden. Misschien is de ver-: onderstelling toch wel gewettigd dat de zaak hem niet duidelijk is geY/orden omdat het probleem zo ontzaggelijk moeilijk is. Door de heer Ratsma is gezegds"Hoe het precies moet, weet ik niet, als men maar diligent is". De financiële positie van de gemeente is natuurlijk bij het gehele vraagstuk van belang, maar wanneer de Wethouder de verleende subsidies scheldt in die welke vanzelfsprekend en noodza kelijk zijn en zegts"Dat is in totaal 150,000,--", dan blijft er-bij elkaar 38-000,over voor de overige diverse andere subsidies. Hu gelooft spreker niet dat met 38.000,-- het wel en vree van de gemeente op financieel gebied ge moeid is» Hij gelooft ook niet dat het de-ar om gaat. Hij gelooft eigenlijk dat 'til

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 258