XXVÏ.advies op het verzoek van het bestuur der r.k.meisjesschool voor g.l.o.,ber- -14- Wat betreft cle vergelijkende cijfers van andere gemeenten, dat is de sta tistiek van 1955? die zal het college ook gaarne aan de leden van de Raad ter inzage geven# In antwoord op de vraag van de heer Noorman kan spreker mededelen dat men in Bergen op Zoom nog nooit in beroep is gekomen, maar in diverse andere gemeen ten in den lande gebeurt dat regelmatig» Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Yfethouders besloten» XXV. VOORSTEL OM AAN BE CHR.VERENIGING "NEHEMIA" TOT IN STANDHOUDING VAN SCHOLEN MET DE BIJBEL. GEVESTIGD TE BERGEN OP ZOOM, DE NODIGE MEDEWERKING TE VERLE NEN VOOR HET AANSCHAFFEN VAN LEERMIDDELEN TEN BEHOEVE VAN DE ONDER HAAR BE STUUR STAANDE SCHOLEN MET DE BIJBEL VOOR G.L.O. EN Ü.L.O.. ALHIER. (Dossier nr. 209 0)»~ - (Verzameling 1956, nr. 150), Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. NliDETTESTRAAT NR. A TE BERGEN OP ZOOM OM MEDEWERKING- VOOR HET TREFFEN VAN ENIGE VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN DEZE SCHOOL. (Dossier nr. 209 F)»~ (Verzameling 1956, nr, 151 De heer NOORMAN ziet dat er helemaal geen bedrag genoemd wordt. "Is er geen begroting van?", vraagt hij. "Meestal wordt toch het bedrag genoemd?". 'De heer HOUTMAN meent dat het beter is dat hierbij geen bedrag genoemd wordt. Dit is een principe-besluit, later komt het bedrag pas. Zonder hoofdelijke stemming vrordt overeenkomstig het voorstel van Burgemees ter en Wethouders besloten. XXVII.VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN SUBSIDIE VAN .MAXIMAAL 670.— AAN DE K.A.J.. KRING BERGEN OP ZOOM. (Dossier nr." 287 C)« (Verzameling 1956, nr» 152). De heer HERTOGH.zegt over de K.A.J.-doelstellingen en voimgeving misschien wel een goed uur te kunnen spreken, maar hij zal zich bepalen tot deze subsidie aanvrage. En dan kan hij niet anders dan zijn teleurstelling uitspreken over het vrij lage bedrag van deze subsidie. De leiding van de K.A.J. en hij hadden iets anders verwacht hieromtrent. Spreker wil het college van Burgemeester en Wethouders geen verwijt maken omdat hij vreet dat door een samenloop van omstandigheden een misverstand is ont staan, dat niet meer goed gemaakt kan worden, maar waarvan de K.A.J. thans de dupe'is. Als op deze weg wordt voortgegaan is spreker bang dat men volgend jaar niet meer in staat zal zijn voor de derde achtereenvolgende maal een schoolverla tersactie op touw te zetten, omdat men in schulden komt welke door de vereniging onmogelijk kunnen worden gedragen. Daarbij komt - spreker vindt het erg dit te moeten stellen - dat' de financiële steun van de werkgevers, waarop men vorige ja ren steeds heeft kunnen rekenen, thans grotendeels achterwege is gebleven, waar door eigenlijk een dubbele financiële strop is ontstaan, die dubbel zo erg is. Spreker zou thans de verwachting willen uitspreken dat Burgemeester en Wethouders straks bij de verdeling van de subsidie die beschikbaar is gesteld vóór de jeugd- vorming, ernstig rekening zullen houden met dit alles, opdat de K.A..J, in staat gesteld zal worden de schoolverlatersactie weer op touw te zetten, waarvan, daar van is hij overtuigd, geen Raadslid de noodzakelijkheid zal betwisten, terwijl het zijns inziens niet nodig is dat de K.A.J, met deze financiële strop komt te zitten. De heer HOUTMAN merkt op dat de heer Hertogh het betreurt dat het bedrag dat uit de bus is gekomen zo karig is. Er zijn echter niet veel subsidies die deze Raad bereiken waarin Burgemeester en Wethouders komen met het voorstel om het vol ledig nadelig saldo te dragen, namelijk in casu een bedrag van 670,Dat de K.A.J. niet meer in staat zou zijn om voor de derde maal volgend jaar een school verlatersactie te organiseren zal de gehele Raad betreuren, maar dan. zal men daar slecht de gemeente een verwijt van kunnen maken. Want wanneer de K.A.J. in finan ciële moeilijkheden is gekomen bij de laatste schoolverlatersactie dan is dit het gevolg van het feit dat een foutieve begroting is opgemaakt. Het kan aan twee dingen liggen: ëf de inkomsten zijn tegen gevallen, 5f hetgeen geraamd was als uitgaven is tegen gevallen, in die zin dat de uitgaven groter zijn geworden»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 248