_21~ de grond niet meer zou verpachten. Spreker heeft dat schrijven niet gelezen. Hij heeft ?.rel gevraagd wat de motieven warenmaar dat wist de man niet. Misschien heeft hij het schrijven niet goed gelezen, veronderstelt hij. Nu kwam hij dinsdag echter te horen dat het stuk land aan een ander verpacht is. Hij heeft zich hier over in verbinding gesteld, omdat hij vergadering had van de fractie, met twéé Wethouders, maar zij wisten er niet veel van. Dezelfde avond heeft hij de Wethou der van openbare werken nog te pakken kunnen krijgen en deze vertelde dat het een volkstuintje was dat verpacht was, Begrijpelijkerwijze is spreker de volgende mor gen gaan kijken. "En wat bleek?", vraagt hij. "Dat dit volkstuintje bijna een H.A. groot was. Heel het bedrijf was omgeploegd en een paar landbouwers waren aan het zaaien". Hij heeft hen gevraagd of zij het hadden gehuurd, waarop hem werd ge antwoord:"Neen, mijn zwager". Wie dat is weet hij niet, daar heeft hij ook niet naar gevraagd. "Vindt IJ dit juist?", vraagt spreker."De toestand "wordt door dergelijke din gen hoe langer hoe meer verscherpt Hij heeft expres deze interpellatie aangevraagd on te p roberen daarin veran dering te krijgen. Het gaat zo niet langer. De belangen en tegenstellingen worden toegespitst, dat gaat zo niet goed en dat spijt hen» Dit is tegen de belangen van de gemeente en ook tegen de belangen van de tuinders. En dat het nu deze man moet treffen vindt hij dubbel beroerd. Hij heeft nog in geen enkel opzicht de vcet dwars gezet of te veel gevraagd. Deze man heeft nog geen enkele cent bedrijfsscha de ontvangen en nu hij van de grond af is, is ze aan een ander verhuurd. Spreker zou graag als het mogelijk is de beweegredenen hiervan kennen. Waarom hebben Bur gemeester en Wethouders dit gedaan? Veranderen kan men het niet meer, de grond is door de nieuwe huurder bezaaid. Hij hoopt echter dat het de laatste keer zal zijn dat er zo gehandeld wordt. "Wij zijn toch een Christelijke regering, een Christe lijke Raad" zegt spreker, "en wij mogen toch nooit kwaad met kwaad vergélden".Hij neemt aan dat er lastige tuinders zijn die proheren de gemeente uit te kleden en dat keurt hij af. Dat ze voor hun recht, opkomen keurt hij goed. Deze man die nog nergens mee te maken heeft gehad is nu een stuk land kwijt en volgend jaar weer en dat vindt spreker erg. Hij zou wel willen vragen hoe deze zaak zit. De heer HA VERMANS hoopt dat zijn antwoord verhelderend zal werken. Hij stelt voorop dat het van de kant van Burgemeester en Wethouders nooit in de bedoeling heeft gelegen en niet in de bedoeling ligt om de tuinders op de een of andere ma nier onaangenaam te zijn of te benadelen en hun rechten niet te erkennen. Er is ge zegd dat vertroebeling en verscherping zou ontstaan zijn de laatste tijd. Spreker vreet niet waar dat vandaan zou moeten konen. Voorts is gezegd dat vroeger, kort na de oorlog, veel terrein zonder moeilijkheden werd aangekocht en dat er verande ring in gekomen is toen andere bedrijfsschade werd gevraagd door degenen die in derdaad de grond moesten afstaan» Spreker zou het ook om kunnen draaien. De tijden zijn veranderd sinds de tuinders zich door anderen hebben laten adviseren, In ie der geval wendt men zich de laatste jaren tot anderen die de bedrijfsschade op een andere manier voorgerekend hebben, waardoor er hogere bedragen uit de bus ko men. Het is frappant dat deze bedragen veel verschillen met vroeger. Het kan ook zijn dat door het feit dat er hoe langer hoe minder grond over blijft deze hoger wordt getaxeerd. De beoordeling wordt aan deskundigen overgelaten en die worden er van alle kanten bij gehaald. Dat is op zichzelf wel normaal. Spreker kan vrel'ver tellen dat hier de prijs ten opzichte van andere streken niet zo slecht ligt. Als recent geval kan hij noemen de aanvrage door een particuliere beleggingsmaatschap pij in verhand met de aanvrage voor toekenning van premiebouw, waarbij de grond prijs werd gevraagd om de exploitatie te kunnen opzetten. Hierbij werd medegedeeld dat de prijs voor grond hier veel hoger ligt dan in soortgelijke gemeenten in de omgeving. Dat isdus een verschijnsel dat niet Burgemeester en Wethouders beoorde len, maar anderen die ook in andere plaatsen grond kopen. Men mag hieruit wel af leiden dat de prijzen hier niet.aan de lage kant zijn. Als spreker dan ingaat op de interpellatievragen zou hij concreter willen stellen dan interpellant die spreekt over een perceel grond aan de Moerstraatse- baan. Hij meent te moeten veronderstellen dat hiermee bedoeld is het perceel sectie C, no. 1240, welk perceel grond vroeger behoorde aan de familie Coenen. "Precies", zegt de heer MUSTERS. De heer HAVERSIANS zegitr dus goed geïnformeerd te 'zijn. Dit perceel is door de gemeente in 1952 aangekocht en toen was het gepacht door een zekere Franken. Deze had pacht tot 11 november 1952 en hij had de grond beplant met wintergroenten. Hij kreeg de gelegenheid nog om deze tot 1 februari 1955 te oogsten. Van deze toegekende grond, vaar een pad door liep, was uitgeslo ten een strook grond gelegen langs de weg, de Moerstraatsebaan, die een bouwdiepte had van 30 m en 70 m lang was; 2100 M2 werd dus uitgesloten. Na genoemde termijn van 11 november 1952 heeft deze Franken de gelegenheid

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 230