-10-
teriaal dat in dë nota van de heer Slootmans is verwerkt, op een of andere Wijze
te verschaffen aan diverse hierbij betrokken instanties»
De Provinciale en de Gedeputeerde Staten behoren van deze samenvatting,van
dit algemeen overzicht, van deze inventarisatie van de toestand, op de hoogte te
zijn, evenals de leden van de Staten-Generaaldie straks óver allerlei voorstel
len die de belangen van deze streek raken moeten beslissen»
Spreker is er van overtuigd dat op dit gebied op dit ogenblik bepaalde maat
regelen kunnen worden overwogen.
Hij zou daarom willen eindigen met de vraag of de Voorzitter kan antwoorden
op zijn gestelde vragen omtrent de verspreiding die het rapport tot dusverre
heeft gEhad en de ontvangst die het rapport in de buitengemeenten heeft gevonden,
c.q. of de Voorzitter mogelijk bereid is met zijn collega's bepaalde initiatieven
te bespreken die niet direct betrekking hebben op een nieuwe spoorlijn, op een
nieuw kanaal of op een nieuwe autoweg, maar die voorlopig als bescheidener doel
hebben de algemene opinie., de openbare mening,rijp te maken voor de noden die
hier bestaan en aan deze'noden zonder af te laten, uiting te geven, daar waar onze
stem moet ¥/orden gehoord»'
Mevrouw JUTEN-VAN AS wil graag in het kort de heer Asselbergs als commissie
lid dank zeggen voor het betoog en voor zijn zienswijze op het rapport» Zij heeft
met verbazing beluisterd dat bij de commissieleden geen gedachtenwisseling heeft
plaats gevonden» Het zou naar haar mening toch wel waardering hebben kunnen wek
ken wanneer men als commissie de zienswijze op het rapport had kunnen uiteenzet
ten. De secretaris van de commissie heeft een rapport samengesteld en daarin de
stoffelijke en culturele tekorten geschetst. Zij vindt het een verdienstelijk
werk, te meer waar van de tekorten van zoveel mogelijk alle groeperingen een
overzicht wordt gegeven'. Bij haar rijst de vraag,of de commissie kans ziet op
een of andere manier de tekorten opgeheven te krijgen, waarvoor het werk toch
eigenlijk is begonnen. Stoffelijk gezien, zij wil egocentrisch zijn, zitten er
voor de gemeente drie grote moeilijkheden, namelijk de grenswijziging met Halste
ren die maar niet op gang komt. Dat geeft meteen nieuwe beheersmoe-ilijkheden ten
opzichte van het havengebied en men blijft voortgaan eenzijdig de bebouwing uit
te breiden. Voor de gehele verbetering van de haven krijgt men van het Rijk
slechts 40fo subsidie toegewezen, zodat de financiële investering voor de gemeen
te zwaar komt te liggen. Ten derde heeft men een eenzijdige industriële ontwikke
ling, gericht op de ijzer en staalindustrie» .Er is reeds aangetoond dat het be
schikbare arbeiderspotentieel voor deze industrie de gevraagde arbeidskrachten
niet kan opleveren» Wat de moeilijkheden onder 1 en 2 betreft, dus de grenswijzi
ging met Halsteren en het havengebied, is men volkomen afhankelijk van het ver
stand en de welwillendheid in het bijzonder van hogere be stuur sinstanties. Tot
heden is men niet geslaagd» Men zal moeten wachten op het nieuwe Ministerie, een
nieuwe Minister van Binnenlandse Zaken' en een nieuwe Minister van Waterstaat om
met een nieuwe poging te trachten nieuwe inzichten te scheppen en nieuwe indruk
ken te vestigen bij bepaalde bestuursinstanties»,!En laat men dan hopen", zegt
zij, "met meer succes"
De heer'NOORMAN zou kort Willen zijn. Hij heeft met genoegen gelezen dat men
belangstelling heeft voor samenwerking tussen de gemeenten. De vraag is of.dit
nu voldoende is» Spreker is wel overtuigd dat men nog verder kan gaan, maar aan
de andere kant is het toch-wel goed dat de gemeentelijke autonomie in tact ge
houden wordt voordat men zich gaat binden op dit punt. Hij zou willen zeggen,
het rapport geeft behoorlijk antwoord op de vragen die aan de orde gesteld zijn,
alleen vindt men in de staart van het rapport een beetje venijn»"De commissie
verwijst naar het rapport van de secretaris, maar", vraagt hij,-"heeft het rap
port van de secretaris de volledige instemming van de commissie?11. Dat kan hij v-
er niet duidelijk uit lezen»
Wat het rapport van de,secretaris betreft, daar valt veel over te zeggen
en hij zou ook critische beschouwingen kunnen houden over tal van punten v/aar
hij het niet mee eens is. Maar één conclusie, namelijk dat de mentaliteit van de
bevolking nog verbeterd moet worden en dat men niet voldoende verantwoordelijk
heid bezit, niet voldoende gevoel voor eigen waarde, vindt hij hard gezegd. Als
het waar is, ja, dan is het zo, maar als het niet waar is zit er een belediging
in. Daarom zou hij gaarne antwoord v/illen hebben op een vraag welke van belang
is, namelijk of de commissie al of niet het eens is met het rapport.
De heer RATSMA zou nog enkele, opmerkingen willen maken» Hij heeft de beschou
wingen over het rapport graag aan zijn' vriend de heer van Doorn overgelaten,maar
door de heren Asselbergs en Noorman en door Mevrouw Juten is gevraagd hoe de com
missie over het rapport denkt. Als lid van de commissie wil spreker zeggen dat
hij persoonlijk althans zich niet volledig achter het rapport heeft kunnen scha-