-21-
4an de hand hiervan vslt vast te stellen, dat het grootste deel van deze vertrek
kende zowel sis van de inkomende personen wordt gevormd door alleenstaande mannen
en vrouwen tussen de 20 en 40 jaar. Het zijn overwegend losse arbeiders en em-
ployé's, d.w.z, er bevinden zich zo goed als geen gediplomeerden, ambtenaren of
studenten onder. De verhuizingen in de laatste groepen blijken zelfs uiterst ge
ring en de categorie "vertegenwoordigers" maakt hierop zelfs geen uitzondering.
De verhuizers zijn dus personen met of zonder witte boord, die vakbekwaam
heid missen. Zij proberen elders hun geluk, enkele hunner slagen, maar het lijkt
er erg op dat zij die geen succes hadden, na korte of langere tijd naar hun va
derstad terugkeren. Hier wreekt zich het feit, dat deze mensen na hun L.S,jaren
geen betere opleiding als ambachtsman of employé genoten hebben.
Onder de ouderen die vertrekken bevinden zich ook gehuwden met kinderen. Het
schijnt dat hier niet voldoende inkomende gezinnen tegenover staan. In de cijfers
van de leeftijdsopbouw tussen 1930 en '47 demonstreert zich n.l. ondanks een
behoorlijk geboortecijfer een daling van het aantal ingezetenen tussen 0-14 jaar,(55)
Leeftijdsopbouw 1930-1947
0-14 jaar een.daling van 33 ™~3ljC*~ Dit laatste cijfer is boven Nederl,
gemiddelde,
15-64 jaar een stijging van 61 - 62%, idem onder Nederl.gemiddelde
Meer dan 65 jarigen een stijging van 6,4 - 6,8/? wat gelijk is aan Nederl .gemiddelde
Dit verraadt een zwakke neiging tot veroudering van de bevolking, die echter over
wonnen lijkt.
11. Een geheel ander probleem brengen de tuinders mee. Zij maken 62$ uit van het
aantal grondgebruikers en hebben voor hun bedrijven 35$ van de cultuurgrond in
gebruik, In geen enkel deel van Zuid-Lest-Nederland is blijkens dit cijfer,zo'n
groot aantal tuinders woonachtig als te Bergen op Zoom.(56) Aangezien deze mensen
door de zich uitbreidende stad en haar industrie steeds meer in de knel geraken,
terwijl hun zelfstandigheid van zo'n groot maatschappelijk belang is, dient door
samenwerking van heel west-Brabant al het mogelijke gedaan om dit voorname mid
del van bestaan in stand te houden. Daarmee wordt tevens bereikt dat deze zelf
standigen niet gedwongen worden in de industrie hun redding te zoeken.
12. Ieder, die in het arbeidsproces wordt ingeschakeld, zal t.z.t. een woning
nodig hebben. Voor wat de mogelijkheid betreft huizen te bouwen zijn de gemeen
tebesturen gebonden aan de toewijzingen van de Overheid, tenzij de industrie ge
bruik zou maken van de nieuwe mogelijkheden tot eigen bouw over te gaan.