-10-
welke tot een economische opbloei konden leiden. Dat is met cijfers aan te tonen,
Nog in 1947 waren Bergen op <2oom, Roosendaal, Etten-Leur en Vlissingen de
vier plaatsen met gemiddeld het kleinste vermogen van het gebied tussen de Noord
zee, de Nieuwe Waterweg en de lijn Dordrecht -Etten-Leur(35
<2uid -West Brabant, Tholen, St .Philipslsnd en Etten-Leur hadden het kleinste
gemiddelde inkomen van het omschreven gebied,(36) Deze nuchtere bevindingen waar
toe de cijfers van het G,B,S.leiden, maken duidelijk dat in het grootste deel van
West-Brabant de mensen al hun krachten dienen in te spannen om zich een bestsan te
verzekeren, In deze situatie, die nu al eeuwen duurt, wordt weinig groots geboren.
^eker niet Pis de bevolking ondervindt dat vrijwel ieder vraagstuk ter verbe
tering vsn waterstaatkundige of verkeersgeografische aard aan nationale en
internationale plannen wordt gekoppeld. Plannen die even snel voorde tijdgenoten
worden bijgetrokken els dat ze voor hetzelfde geslacht nog aan de gezichtseinder
verdwijnen, (De geschiedenis van de kanalisatie van Mark en Dintel is het alleen-
staande voorbeeld hoe de bewoners van de streek zelf een gedeeltelijke oplossing
bereikten ten koste van grote offers.) Het onaangename is dat de grootse plannen
waar we hier op doelen, in grootse opmaak door politici en persmensen aan het pu
bliek worden voorgezet. Meermalen werd met of zonder reden gesuggereerd, dat een
oplossing nabij was, doch er gebeurde.niets. Dit heeft bij de gewone West-
Brabantse mensen het vertrouwen ondergraven. De West-Brabander, toch al nuchter
en kritisch van aard, heeft het gevoel al geslachten lang bij de neus te zijn ge
nomen. Uit een gesprek onverschillig met wie over dit onderwerp aangeknoopt, zal
duidelijk blijken, dat hij al deze "plannen makerij" niet serieus neemt. De mensen
geloven niet meer in plannen voor men ze ziet ten uitvoer brengen. Vandaar dat de
mensen er ook niet warm voor lopen, wat de indruk wekt van onverschilligheid voor
de eigen zaak. Toch is ook dit niet helemaal waar,
In West-Brabant hangt in het algemeen de sfeer; het leven in deze streek
hebben we niet in eigen handen.
Evenals in andere streken van Europa die in soortgelijke omstandigheden ver
keren, doet dit volgens schrijvers over Völkerpsychologie een mentaliteit groeien,
welke het leven en de wereld aanvoelt niet als iets, dat met energie en redelijke
plannen beheerst moet worden, maar als iets onafwendba&rswaaraan men zich zo
goed mogelijk moet aanpassen. Tegenover het werkelijk-leven openbaren de bewoners
van zo'n gebied een listig maar passief aanpassingsvermogen.