toch altijd de lijn, die loopt van Holland over 's Hertogenbosch - Eindhoven naar de kolenbekkens van Mass en Sa ar, de meeste aandacht krijgt, Er is evenwel nog een andere lijn. Zij loopt van Rotterdam naar Jïntwerpen of verder gezien van Randstad Holland naar de industriegebieden van Noord-West-Frank rijk. Beide uiteinden kan men zien als electrisch geladen polen. Tussen deze polen zullen onvermijdelijk vonken overspringen, terwijl het tussengelegen veld onder spanning raakt. In dit veld ligt westelijk Noord-Brabant. Westelijk Noord-Brabant is een eigenaardige streek. Krachtens zijn vorming is het geen eenheid. Het oudste stuk wordt gevormd door het diluviale zandgebied. Toen vier eeuwen geleden aartshertog Philips de Schone aan de heer van Bergen vroeg de aard van zijn grondgebied te karakteriseren, deed hij dit zeer juist met dit rijras "het is het lend van tureluur als het regent is het hard van natuur els het droog is, zo is het zacht het waait weg bij dag en bij nacht." (16) Geen wonder dat de heren en markiezen van Bergen al het mogelijke in het werk heb ben gesteld om de aanwassen, die zich tegen dit allesbehalve vruchtbare land vorm den op het water te veroveren. Dit nieuwe land was het land van de zeeklei en bleek in agrarisch opzicht een welvarend gebied. Tengevolge evenwel van de landbouwcrisis op het eind van de 19e eeuw en de invoering van moderne landbouw methodes kreeg het te kampen met een be volkingsoverschot, dat aanvankelijk naar de nabije steden, doch spoedig grotendeels naar de grote centra in het westen des lands afvloeide, (zie boven) Wat de zandstreek betreft? er is een tijd geweest n.l. tussen 1300 en 1550, dat de bewoners van Bergen op Zoom de van nature gunstige geografische ligging aan de Schelde hebben uitgebuit om van hun stad een hendelsmiddelpunt te maken. De landbouw van de kleigebieden in de omtrek heeft daar mede van geprofiteerd door voor die markt handelsproducten te telen (meekrap, vlas). B&srdoor kon tevens het gebrek aan grondstoffen voor die markt worden gecamoufleerd. Vandaar dat er mosr weinig autochtone handelaars in Bergen werden aangetroffen. In de koopmansstad kon de Bergenear echter, voor zover hij geen schipper was of zich met handel be zig hieldslechts een verzorgende rol spelen. Na 1570 wordt de stad vesting en honderden jaren lang zal er in Bergen op Zoom niets zo belangrijk zijn als alles wat militair is. Eco-nomisch betekende dit achteruitgang en voor velen armoede.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 174