r -3- 1 DE GEOGRAFISCHE DIMENSIE. Wanneer de plaats waar de mens leeft vsn belang is, komt het er ook op aan deze, voor zover mogelijk, of te bakenen. Bestuurlijk behorende tot Noord-Brabant dient er rekening mee gehouden, dat er een uitgesproken verschil te constateren velt tussen Oost- en West-Brabant, terwijl daartussen ook van een Midden-Brabant met eigen karakteristiek kan worden gesproken.(10In onderzoekingen op nationaal niveau wordt de grenslijn van West-Brebsnt geacht te lopen langs de oostgrens van de gemeenten Hoge- en Lage Zwaluwe, Zevenbergen, Etten-Leur, Rukven en gundert.(ll) Ook dit gebied is niet bepaald een eenheid, enerzijds is er de tegenstelling tussen het hoogwaardig landbouwgebied van de zeeklei van het Noordwesten en de schrale zandgronden van zuid en oost, terwijl dwars over deze scheidslijn historische in vloeden zich hebben doen gelden. Intussen is West-Brabant meer dan het Oosten betrok ken geraakt bij de kwestie, welke men in het algemeen het "probleem Brabant in Mid den Nederland" zou mogen noemen, waarmee een internationale aangelegenheid zit ver-_ weven en technische voorzieningen samenhangen, die reeds op zichzelf van het groot ste belang zijn voor het gewest en het welzijn van de bevolking. Noord-Brabant in Midden Nederland. Dit probleem werd 25 November 1927 aan de orde gesteld toen in het Groot Auditorium van de Leidse Universiteit prof .Gerretson een rede hield over "De verscheurde Nederlanden"(12Hij gaf daarbij het vaderland de raad in de toekomst rekening te houden met een verschuiving in deze zin, dat er een Midden-Nederland groeiende was, waarvan Nijmegen, 's Hertogenbosch, Moerdijk, Antwerpen, Leuven en de Limburgse mijnstreek ongeveer de grenzen vormden en hij meende te mogen voorspellen, dat dit gebied "de navel" van Nederland zou worden. Die rede werd en wordt nog onbesuisd genoemd.(13) Desalniettemin bevat ze een kern van waarheid. Toen dit wrevelwekkende woord werd gesproken, ?/as het omschreven gebied reeds het grootste industriecentrum van de betrokken landen. Hoe het tot Nederland behorende gebied von dit denkbeeldige midden Nederland zich zou ontwikkelen, zou van verschillende economische factoren afhangen, Deze factoren werden in 1929 reeds zuiver bepaald; het warens 1. de kapitaalsvoorzlenings 2. de handelspolitiek; 3, de verkeersorganis^tie 4, de emigratie. ;i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 172