is een oplossing waar naar zijn mening enige narigheid uit voort zal komen, omdat andere mensen zich gepasseerd kunnen voelen» Het voorstel kan spreker echter toejuichen. Er staat in het besluit niets over het beheer, maar hij meent toch te moeten zeggen dat de methode van heheer die geko zen is naar zijn mening niet de gelukkigste is» De heer NOORMAN" kan zich volledig aansluiten bij wat de heer Ratsma heeft ge zegd. Hu zijn er in deze stad niet veel imurtverenigingen die zioh in een zekere bloei mogen verheugen, maar één buurtvereniging, namelijk de buurtvereniging G-agel- donk, die de algemene sympathie heeft en zeer actief is op dit gebied, telt een groot aantal leden en is speciaal ingesteld voor de jeugd» Als hij zich niet ver gist heeft het bestuur van deze buurtvereniging reeds langer contact gezocht met het college en zich ook met adressen töt Burgemeester en Wethouders gewend om met een kinderspeelplaats te kunnen werkend Zijn vraag is nu: Is met deze buurtvereni ging wel eens contact opgenomen om dit nader uit te Yrerken? De vrees is geuit dat, als de buurtvereniging het beheer zou krijgen, zij de mensen zou dwingen lid te wor den van de vereniging alvorens hun kinderen werden toegelaten tot de speelplaats. "Dat hangt er toch maar van af", zegt spreker, "welke voorwaarden worden gesteld» Men kan toch het beheer over een speelplaats geven,maar onder geen voorwaarde het lidmaatschap van de buurtvereniging verplichtend stellen". Hij twijfelt niet of de buurtverenigingen zullen wel zo fatsoenlijk zijn om dit dan ook niet te doen» Waar er een buurtvereniging sterk leeft in een buurt, vindt hij het jammer dat deze op geen enkele wijze ingeschakeld wordt in dit werk. De heer BROEKMANS merkt op dat als hij iets over dit voorstel wil zeggen hij het niet doet om er bezwaar tegen te maken, maar veeleer om even in bespreking te brengen hetgeen door de vorige heren naar voren is gebracht. Hij meent dan in de eerste plaats te kunnen onderschrijven wat zij gesteld hebben over de buurtvereni gingen. Wat Gageldonk betreft weet hij uit eigen waarneming dat men daar voortref felijk werk doet. Maar spreker is het er niet meé eens dat zij moeten betrokken worden in het werk van de kinderspeelgelegenheid,Want het is hem ook hekend uit eigen waarneming dat het haast niet nodig is dat er toezicht hij wordt betrokken, zoals het in deze huurt met de speelgelegenheid gaat. Het is een komen en gaan van kinderen die er verpozing zoeken en het er ook vinden. En dat gaat onder goede har monie, Wanneer men speelwerktuigen opstelde die gevaar zouden kunnen opleveren voor de kinderen, zou hij wel in de suggesties van de heide sprekers kunnen treden. Voor al ook wanneer de speelplaats enige omheining had, waardoor er een andere constella tie was geschapen, waarbij men de mogelijkheid kreeg er ook meer toestellen in te plaatsen, zoals schommelwerktuigen die gevaar brengen en toezicht nodig maken. Zo als echter de speelgelegenheid zich op het ogenblik ontwikkelt gelooft hij niet dat het nodig is dat de buurtvereniging wordt ingeschakeld. De heer MEEUS verheugt zich over het voorstel. Alleen is het hem opgevallen dat aan de Pastoor Jutenlaan de speelgelegenheid gering is tegenover andere speel plaatsen. Hier komt alleen een voetbalveld, terwijl in andere buurten meer speelge legenheid geschapen wordt. Voetballen doen alleen jongens? hij had liever gezien dat ook een rolschaatsenbaan gecreëerd was» De heer BUTIJl heeft gezien dat de aangewezen plaatsen allemaal liggen aan de rand van de stad. Daar zijn zeker speelplaatsen nodig, maar in de binnenstad zijn ze naar zijn mening nog harder nodig. Daar zijn de straten smaller, daar is hele maal geen speelgelegenheid. "Is het niet mogelijk", vraagt hij, "in de binnenstad een paar speelplaatsen te creëren, bij voorbeeld op de wei van Bastiaansen en in de tuin van Asselbergs? Misschien is daar nog wel een stuk van over". De heer HOUTMAM kan, vrat de opmerking van de eerste spreker betreft, kort zijn. Het verharden met asfaltbeton is een andere verharding dan in de Plataan straat. Dan hebben de heren Ratsma en-Moorman zich naar aanleiding van de toelichting over beheer en toezicht afgevraagd of het standpunt van Burgemeester en Wethouders wel juist was en het niet precies het tegenovergestelde zou moeten zijn, namelijk; het beheer van de"kinderspeelplaatsen juist te stimuleren in de richting van de buurtverenigingen. Voor en aleer men deze materie behandeld heeft en men is gekomen tot oprichting van een comité kinderspeelplaatsen heeft men zich georiënteerd in an dere gemeenten. En daar is men tot dezelfde bevinding gekomen als de heer Broekmahs, namelijk dat de werkzaamheid van een buurtvereniging op het gebied van recreatie voor kinderen anders ligt, namelijk niet bij de kinderspeelplaatsen,maar bij de kinderspeeltuinen. Ih diverse gemeenten waar een enquête hierover is gehouden is het zo, dat daar waar speeltuinen zijn aangelegd "deze in beheer zijn gegeven van de buurtverenigingenmaar de kinderspeelplaatsen niet» Door de heer Ratsma is gesteld dat het juist zo goed zou zijn om de buurtverenigingen er in te betrekken, maar spre ker gelooft niet dat bij het in het'leven roepen van het comité kinderspeelplaatsen die mogelijkheid huiten gesloten is. Hij stelt zich voor dat waar toezicht van een comité noodzakelijk zou zijn de buurtverenigingen zeker zullen worden ingeschakeld, maar hij onderschrijft de woorden van de heer Broekmans dat bij kinderspeelplaatsen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 160