-5- "Y/at de vraag betreft door de heer Butijn gesteld betreffende de verandering van de annuïteit en wat voor verschil het kan maken op de huur, dat is", aldus spreker, "niet gemakkelijk te zeggen. Dat hangt af van do manier waarop de annuïteit wordt berekend" Het ligt in de bedoeling dat de contingenten die dit jaar buiten deze 65 moeten worden verwerkt'ook omgezet worden in woningwetwoningen» Daar is men op het ogenblik volop mee bezig* Zo krijgt naen het complex Kraayvanger dat aan de tweede tankval komt te staan en dat men zal trachten over te dragen aan beleggingsmaatschappijen,' waarop deze straks, misschien in 1957; kunnen starten met premiebouw. De heer NOORMAN merkt op'cijfers te hebben gehoord over de totale woningbouw vanaf de bevrijding tot heden. Hij heeft daarvan genoteerd 1470 woningwetwoningen en 570 premiewoningendus 900 woningwetwoningen meer dan premiewoningen, Volgens de Voorzitter zou daarmee de balans bereikt zijn in de'woningbouw. Spreker zou wil len vragen of daar dan een statistiek van is, dat zoveel YroningwetY/oningen tegenover zoveel premiewoningen staan. Hij meent toch dat gebouY/d moet worden naar behoefte. De VOORZITTER meent dat de heer Noorman dit verkeerd heeft begrepen. Hij heeft deze cijfers niet genoemd om daarmee te zeggen dat er een zeker evenwicht is bereikt door de bouw van zoveel woningwetwoningen en van zoveel premiewoningen. Hij denkt maar dat dit de balans is wanneer men nu zegt dat men alleen nog maar woningwetwo ningen kan bouwen. Hij is daarmee tot de conclusie gekomen dat de balans is bereikt» Als men het echter tegenover andere jaren afweegt dan is dit geen balans» Men heeft hier steeds meer woningWetwoningfaa gebouwd. De heer NOORMAN meent dat het uitsluitend een bouwen naar behoefte zou moeten zijn. De VOORZITTER is het ds„ar volkomen mee eens. Als men allemaal woningwetwonin- gen bóuwt dan zullen er weinig woningen overschieten voor middenstanders en ambte naren. Er zijn de"laatste tijd, blijkens de inkomende aanvragen, ook meer particulieren die willen bottwen. Dat is ten opzichte van enkele jaren terug erg opgelopen. Men' is er niet meer bang van om zelf te bouwen. Er moet echter voor particuliere bouw bouw- volume zijn en daar moet ook rekening -mee gehouden worden. Zonder hoofdelijke stemming T/ordt hierna overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders besloten. X' VOORSTEL TOT,HET AANLEGGEN VAN RIOLERINGEN EN VERHARDINGEN IN DE OBRECHTSTRAAT DE SNELLIÏÏSSTRAATDE VICTORIESTRAAT EN AAN DE 'WESTZIJDE VAN DE PASTOOR JUTEN-. LAAN. Dossier nr, 141 IJ). Verzameling 1956, nr» 95). Zonder be ra-ad s 1 aging en zonder- hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI," VOORSTEL TOT EET AANLEGGEN .VAN RIOLERINGEN EN VERHARD PT GEN IN DE GE PROJECTEER- DE STRATEN,"GELEGEN TUSSEN MEIDOORN LAAN, ERICALAAN, VIJVERBERG EN BAL3BBAAN. (Dossier nr» 141 Z) (Verzameling 1956, nr» 96). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XH. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN KREDIET VAN 4200.— TEN EINDE - HET VOORMALIG M.O.C.-TERREIN TE KONNEN VOORZIEN VAN"ELEKTRICITEIT EN WATER TEN BEHOEVE 'VAN DE OP DIT TERREIN TE -PLAATSEN WOONWAGENS ETC. Dossier nr. 290 C), Verzameling 1956, nr. 97)* De heer MEEUS vraagt hoe. het gësteld is met het contract van de sportvereniging "Olympia" die op dit terrein speelt» De heer NOTENBOOM betreurt het dat hiermee weer een sportterrein gaat verdYirij- nen. Spreker ziet de noodzaak van het verhuizen van de salonwagens van de Zwarteweg in verband met de aanleg van een viaduct wel in, maar hij vindt het toch jammer' dat daaraan dit sportveld ten offer moet vallen. Hij voelt ook wel dat deze wagens niet thuis horen op "Kortjan", maar hij had toch gaarne gezien dat er iets anders voor gevonden was, waardoor thans niet de speelgelegenheid voor een sportvereniging zou moeten verdwijnen, terwijl voor deze vereniging niets anders in de plaats beschik baar gesteld kan worden." De heer BROEKMANS zou willen inhaken in hetgeen de heer Notenboom gezegd heeft. Hij betreurt het ook dat weer een sportterrein gaat verdwijnen» Het is hem bekend- dat dit ook het geval is met het B.O.Z.-terrein aan de Moèrstraatsebaan, dat men eveneens moet verlaten zonder dat er iets tegenover staat. "Zijn er plannen of mo-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 150