I
-33-
stellen van de vermakelijkheidsbelasting. Hij vindt de consequentie
ervan ook ernstig omdat men dan steeds deze belasting moet vastkoppe
len aan de resultaten. Volgens de Wethouder zijn de resultaten goed,
zoalshijuit cijfers waarover hij kan beschikken beoordeelt. Spreker
kan dit niet beoordelen. Mogelijk is het wel het geval, maar hij ge
looft toch dat het gemeentebestuur zich daarvan moet los maken. Ook
moet het gemeentebestuur niet zeggen"Wanneer wij de belasting verla
gen zal dit de consument ten goede moeten komen". Hij zou willen zegi-
gen met de heer Hertogh dat hij het erg plezierig zou vinden wanneer-
de tarieven naar beneden gingen, maar dat is een zaak die de exploi
tanten zelf moeten bekijken. Het ligt niet op de weg van de gemeente'
zich metde tarieven te bemoeien. Hat moeten de exploitanten zelf re
gelen. Niemand is verplicht naar de bioscoop te gaan. Wanneer de ta
rieven verhoogd werden zou men mogelijk minder naar de bioscoop gaan
of op een lagere rang gaan zitten en dan zouden de inkomsten minder
zijn.
Het wil spreker voorkomen dat de vergelijking welke de heer Bu~
tijn maakt met andere soort belastingen" ook niet helemaal opgaat.Hij
noemt de benzine-belasting. Hat is een zware belasting, maar het is
ook een doelbelasting. Wanneer men ziet welke enorme bedragen men moét
uitgeven aan de wegen waarop de auto's rijden waarvoor de benzine ge
bruikt wordt, dan is het duidelijk waarom men zo rigoureus belasting
oplegt. Hen vergelijking is bovendien altijd moeilijk. Vooral wanneer
het accijns betreft; die wordt namelijk ook betaald voor een doel.Hat
zijn doelbelastingen, die kan men niet vergelijken.
Hoor de heer van Hoorn is gezegd dat er geen nieuwe argumenten
naar voren zijn gekomen, maar spreker meent dat de oude argumenten
sterk genoeg zijn. Wanneer men ziet dat practisch heel Nederland de be
lasting tot het normale en redelijke peil heeft teruggebracht, wil
het spreker voorkomen dat het onbillijk zou zijn wanneer in enkele
plaatsen de subjectieve uitkering aan de gemeente niet toegepast zou.
kunnen worden. Men heeft hiervoor echter alleen vermoedens, geen argu
menten en spreker gelooft, wanneer de regering billijk is, dat zij niet
van deze gemeente zal eisen dat zij in een uitzonderingspositie ge-
plaatst blijft. Haarom blijft spreker van mening dat de Raad er ver
standig aan zal doen op het verzoek van de exploitanten in te gaan,Hat
behoeft men niet onder dwang van staking te doen, maar spreker vreest
wanneer men het niet doet dat er dan toch allerlei onaangenaamheden ko
men. Men moet het niet. doen onder dwang, marr spreker meent dat men êr
wel van overtuigd is dat de .belasting te hoog is en onder normale om
standigheden tot e_en normaal percentage zou worden teruggebracht.
Mevrouw JUTEN_VAN AS deelt mede de gedachtengang van de heer Rats-
ma volkomen te kunnen onderschrijven,
He heer HE JAEGER heeft met belangstelling naar de verdediging van
de Wethouder geluisterd, maar hij heeft daarin geen antwoord beluisterd
op zijn vraag of het college niet een weg gevonden heeft om tot bemid
deling of arbitrage te komen. Naar-zijn mening zullen de meeste leden
van de Raad er wel" van doordrongen zijn dat, indien deze avond de be-
lasting niet verlaagd wordt, de bioscopen waarschijnlijk wel tot slui
ting zullen overgaan. Hij zou het college in overweging willen geven'
om alsnog te trachten tot arbitrage te komen. Hij zou dat persoonlijk
wel op prijs stellen.
He heer HERTOGH zou naar aanleiding van de- gesproken woorden doar
de Wethouder voor zich zelf de conclusie willen trekken dat Bergen op
Zoom practisch als laatste tot belastingverlaging overgaat. Hij schaart
zich in deze achter de woorden van interpellant.
He heer NOORMAN maakt zijn compliment aan de Wethouder voor zijif
uitvoerig en zeer gedocumenteerd betoog bij de verdediging van het ta
rief van 35Hij heeft daarbij in de finesses ook de winstkant voor'
de bioscoophouders bekeken.- Spreker moet zeggen, dat was hem niet 'be
kend. Zijn uitgangspunt is altijd anders geweest. Hij ziet deze vermake
lijkheidsbelasting, belasting-technisch gesproken, ook zuiver als een
omzetbelasting en bij de heffing van omzetbelasting speelt de kwestie
van winst helemaal geen rol. Men gaat daarbij van andere motieven uit.
Het is ook geen accijns zoals de heer Butijn heeft gezegd over de belas
ting op sigaretten en dergelijke, dat ligt ook anders. Een omzetbelas
ting ven 35% is echter een van de zwaarste heffingen welke men denken
kan. Indertijd toen in 1947 de omzetbelasting bijzonder werd opgeschroefd
heeft het Rijk maximum 30% geheven. Hat was de weeldebelasting. Men