-32- blad een artikeltje dat"als volgt luidt: "Ned. bioscooptheaters 11$.. "Rotterdam - Ie Nederlandse Bioscoop Theaters N.V. zal een dividend "voorstellen van 21 procent op de cumulatief preferente winstdelende "aandelen en 11 procent op de gewone aandelen. Een en ander dank zij- "toevallige baten". "Het is misschien ondeugend, Mijnheer de Yoorzitter, te veronder stellen", zegt spreker, "dat die toevallige baten de verlaagde verma kelijkheidsbelasting zijn", Is uit"de ter beschikking staande gegevens niet gebleken dat ver laging noodzakelijk is, uit het oogpunt van bestuursbeleid zou het on verantwoordelijk zijn de belastingtarieven te verlagen zonder de over tuiging of de garantie te hebben dat met belastingverlaging het belang van de gemeenschap wordt gediend, Het is juist het tegendeel. Door de- ze verlaging zou de gemeente 16*000,derven, wat betekent, jaar lijks gekapitaliseerd, ruim 2 ton. Spreker zou daarom nogmaals met klem willen verzoeken het voorstel van Burgemeester en Wethouders te' blijven steunen. De heer BROEKMANS merkt op dat, evenmin als de heer Ratsma in zijn betoog enig principieel verschil heeft ontdekt met de vorige ver gadering, hij ook geen belangrijke principi'éle verschillen heeft kun nen vinden in de argumentatie van de Wethouder, Hij wil nog graag op enkele punten welke de Wethouder heeft aangesneden ingaan, hoewel hij met de uitvoerige uiteenzetting welke hij reeds in eerste instantie heeft gegeven zou kunnen volstaan, In de eerste plaats de kwestie van de subjectieve uitkering.Spre ker stelt nogmaals dat hij het uitermate vreemd zou vinden als in alle gemeenten waar tot verlaging was overgegaan de subjectieve uitkering zou gekort worden voor het zelfde bedrag. Op de tweede plaats heeft de Wethouder gesproken over verlaging van de bioscooptarieven. Spreker is van mening dat de gemeente absoluut niet prijsregelend mag optreden. Op" de derde plaats heeft de heer Houtman beweerd dat alles wat in de prijzen van de bioscopen tot uitdrukking kwam allemaal doorberekend zouzijn,maar spreker acht het een open vraag, gezien het feit dat de prijzen niet belangrijk afwijken met andere en zeker niet met gelijk soortige gemeenten. Spreker moet zeggen dat de opmerking gemaakt over het onderhoud met de directie van de Nederlandse Bioscoopbond hem eniszins heeft ge frappeerd, Speciaal wat betreft de mededeling dat hierbij zou" zijn be klemtoond dat er geen enkel bezwaar bestond tegen boekenonderzoek,Ware dit werkelijk het geval den zou hij menen te moeten opmerken dat dit- toch in meerdere plaatsen"in Nederland die tot verlaging zijn overge gaan op een of andere wijze wel tot uitdrukking zou zijn gekomen, Door de heer van Doorn is gevraagd of hier eigenlijk niet getrok ken wordt aan de baard van de keizer. Misschien is deze meer waard dan de baard van menig ander, maar dit. is niet in geld uit te drukken. Gezegd is öokVWaar maakt men zich druk over, het gemiddelde zcu 25$ bedragen", maar spreker gelooft uit de opmerking van de Wethouder te hebben beluisterd, dat het geen 25$ maar 31-J-$ was, ^Door de heer van Doorn is o.a. nog opgemerkt dat hij een fijnzin-" nig iemand is. Spreker wil dit gaarne beamen. Hij wil echter aan de an dere kant onderscheid maken tussen reorganisatie en staking. Daar kan" de heer van Doorn waarschijnlijk mee akkoord gaan. En voorts kan spre ker constateren dat de staking zoals de heer van Doorn het noemt, ter- wijl hij het een reorganisatie noemt, voorbij is. Spreker weet niet wel ke reorganisatie is toegepast, maar hij constateert alleen het feit dat de bioscopen weer open zijn. Spreker is erkentelijk voor de warme gevoelens welke de heer Hep- togh uitgesproken heeft aan het adres van de middenstand. Alles bij elkaar had hij met zijn overwegingen en conclusies wil len aangeven dat er een reden was om tot hernieuwde behandeling van de ze aangelegenheid over te gaan en spreker zou nog willen zeggen dat hij allerminst onder de druk van -de omstandigheden daartoe is overgegaan,; Hij meent zijn voorstel ten volle te moeten handhaven. De heer RATSMA merkt op dat er veel woorden gesproken zijn. deze avond en aan de hand daarvan heeft hij zijn standpunt ook niet kunnen veranderen, Zoals hij vorige keer heeft gezegd, acht hij het princi pieel onjuist om het resultaat van de bioscoopbedrijven afhankelijk te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 140