-28- is dat de bioscopen zeker tot het gemiddelde in den lande gerekend kun nen worden. Deze bioscopen kunnen wedijveren als theater met de best geoutilleerdezeker wanneer het gaat over theaters in een stad van 33.000 inwoners, Eén ding hoopt spreker, namelijk dat, wanneer de verlaging er in derdaad door gaat, dit ook zal blijken in'de entree-prijzen. De VOORZITTER zou een enkel woord willen zeggen ten aanzien van de opmerking van de heer de Moor. Hij heeft namelijk gezegd dat het garni zoen zich gewend heeft tot de Burgemeester, Spreker heeft ook gezien wat te dien aanzien in de bladen staat. Hij wil naar aanleiding hiervan verklaren dat het garnizoen - dat zou de garnizoenscommandant moeten zijn - zich niet gewend heeft tot de Burgemeester, Hij meent dat de regi ments-commandant die dit wel gedaan heeft niet beschouwd mag worden als vertegenwoordiger van het garnizoen en zeker niet van het Departement van Defensie, Dit heeft zich niet met de zaak bemoeid. De heer HOUTMAN zou willen beginnen met enkele opmerkingen van al gemene aard die vanavond bij de behandeling van dit onderwerp naar voren zijn gebracht te beantwoorden. Hij wil daar graag op terugkomen gezien het punt van overweging van de interpellant de heer Broekmans, die meent dat misschien verschillende gevallen in de vorige vergadering te weinig belicht zijn, Als eerste punt zou hij dan de opmerking van beantwoorden, die meent te"moeten concluderen dat ge behandeling heeft gehad. Spreker heeft hiervan liggen, waaruit blijkt dat van de- bioscoop-exploitanten allereerst een request is uitgegaan aan de Raad op 7 maart 1955, waarop Burgemeester en Wethouders pre-advies hebben uitgebracht 12 juli 1955. Dat is een verschil van 3 maanden. Spreker gelooft en hij veronderstelt ook wel dat men het daarmee eens is, d^t dit voor een materie als de onderhavige geen Irnge tijd is. "Het zijn geen 3 maar De heer HOUTMAH meent pre-advies van juli 1955 is in behandeling gegeven van nagaan dat daarbij gesteld de heer Ratsma willen deze kwestie een lan- een staatje voor zich 4' maanden" merkt de heer RATSMA, op, dat ook 4 maanden geen lange tijd is. Op dit geen Raadsbesluit gekomen, de zaak is opnieuw; de Oommissie van financiën en men zal kunnen is dat daarop een uitvoerige documentatie zou moeten komen van de zijde van de bioscoop-exploitanten. Dit heeftzoals men heeft kunnen zien, nog maanden geduurd en spreker gelooft dat de be slissing in deze kwestie daarna niet'zo verschrikkelijk lang heeft ge duurd In 1947 kwam de Minister.met zijn befaamde beslissing op grond van tw/ee motieven, namelijk de hoog-oonjunctuur in de bioscoopw/ereld en de noodtoestand op financi'êel gebied. Dat gaf aanleiding dat de gemeenten in den lande overgegaan zijn tot verhoging van de vermakelijkheidsbe- lasting van 20io tot 35^. Spreker stelt uitdrukkelijk op de voorgrond dat het hier betrof de hoogconjunctuur in de bioscoopbedrijven. Hij meent en hij gelooft dat de Raad het daar wel mee eens zal zijn dat het nimmer de bedoeling van de Minister geweest is tot verhoging van de vermake- lijkheidsbelasting te komen ten koste van de bioscoopbezoeker. Dan had hij dit in de circulaire anders moeten stellen en er de hoogconjunctuur van de bedrijven niet hij moeten noemen. Het is juist wat de exploitanten gesteld hebben in het persoonlijk onderhoud dat zij met de Raadsledenj hebben gehad, dat zij niet de gelegenheid hadden de verhoging van de vermakelijkheidsbelasting door te berekenen in de entree-prijzen, omdat er een prijzenstop was. Toen echter na 3 maanden deze prijzenstop werd opgeheven, w/aren de exploitanten er bij om de prijzen op te trekken, waarin de stijging der belasting volledig gecalculeerd zat. Wanneer men als uitgangspunt neemt de prijzenstop en men vergelijkt de prijzen met de thans geldende, dan ziet men dat de 15tfo stijging volledig wrordt ge dekt in de verhoging en dat er dan nog wel een paar centen extra over-, blijven. loge. 1/148 1/7'48 5/3'54 -1,10 1,25 stijging 1,60 stij ging verhoging verhoging 14 cent 23 cent Balkon. "1 /1 48 l/7f48 5/3.54 0,85 1.00 1,40 stijging stijging 15 55 ct. ct. 12 cent 22 cent ~P J

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1956 | | pagina 136