-4~ i. "stige tijd moet steeds meer uitgegeven worden voor Maatschappelijk "Hulpbetoon en groeien de problemen van het maatschappelijk werk met "de dag. Wijbwerk - S»E.L.werk - de arbeid der Kruisverenigingen - en "zoveel ander soortgelijke arbeid kampt in toenemende mate met gebrek aan middelen, Maar het werk is noodzakelijk ter handhaving van het moreel der "bevolking ter handhaving ook van de kansen op blijvende werkgele— "genheid. Het moet in onze goede stad goed zijn te werken - wij mogen "niet toelaten dat industrie of stedelijk proletariaat ontstaat, haar- "om moet het Maatschappelijk werk het werk op_cultureel gebied - het "werk voor de woningbouw het werk voor meer direct economisch gunsti— "ge omstandigheden niet stagneren, of afgeremd worden. Er moeten voor het maatschappelijk werk zeker veel meetmiddelen "komen, he subsidie—politiek in dit opzicht moet dringend ruimer wor gden veel ruimer,. Wij mogen ons niet neerleggen bij financierings— "regelingen, die op oude toestanden en mogelijk ook minder juiste "zienswijzen gebaseerd blijven. In vele andere Gemeenten worden rela tief gezien veel groter© bedragen besteed aan maatschappelijk werk. "Niet alleen aan maatschappelijk werk - maar ook aan culturele ontwik- "keling en bijvoorbeeld kleuteronderwijs. En terechte Maar dat is ook "voor ons noodzakelijk, willen wij niet domweg het risico lopen dat "Bergen een plaats wordt waar het niet goed werken is. In verband met de voorgaande opmerking over het maatschappelijk "werk moge ik nogmaals ovenals dit het vorige jaar werd gedaan - "wijzen op de goede vruchten die het gevolg zouden kunnen zijn van "een hechtere en meer directe samenwerking tussen Biaatschappeli jk "Hulpbetoon en de - als U wilt particuliere instellingen op dit ge- "bied. Het contact van méns tot mens is juist op dit gebied allerbe- "langrijkst en veel beter ala het in wezen toch te weinig van leven "vervulde contact tussen een dienst en de mens, al is de dienst ook goe d Ik zou graag zien dat zowel van de particuliere sector als van "de overheidssector uit meer positief in ie richting van deze samen- "werking wordt voortgeschreden, Mijnheer de Voorzitter, de grote problemen, welke het gevolg "zijn van de, toenemende klimaatsverandering niet alleen in onze stad "maar in geheel ons Gewest door industrievestiging en de noodzaak de "meest gunstige morele en economische omstandigheden voor het behouden en uitbreiden der werkgelegenheid te scheppen, hebben kortelings ge>- "leid tot oen aprèl van de Heer Godwa.lt, Burgemeester van Etten-Leur, "een gebied in ons gewest waar deze vraagstukken zich ogenschijnlijk "het duidelijksb stellen, een appèl tot samenwerking van zijn Gemeen- "te met de Gemeenten Roosendaal"en Breda. Be problemen van Etten-Leur "zijn groter geworden dan het Gemeentelijk draagvlak verdraagt. Het is wellicht" goed even in de geschiedenis te duiken om dit "appèl juist op zijn ongetwijfeld grote belangrijkheid te waarderen. Het is nu"ruim zes jaar geleden dat de toenmalige Burgemeester "van Etten-Leur, Mr,Br,van Rooij filosofeerde over het nut van een "streekschap Best-Brabant - een zeker soort van boven-gemeentelijke "samenwerking - niet het doel efficiënter en krachtiger onderlinge "problemen te kunnen oplossen en gelijklopende interessen te co'drdine- ren. Mr. Br. van Rooij dacht hier in eerste instantie aan de moei- "lijkheden van de Gemeente Etten met betrekking tot St. Willebrord en "Hoeven, en het nut dat een te vormen streekschap van de Gemeenten "Etten, Rucphen en Hoeven ten aanzien van die moeilijkheden zou kunnen "hebben. In tweede instantie heeft Mr.Dr. van Rooij ook gedacht over een. "veel wijdsere samenwerking, namelijk een streekschap West-Brabant» "Bestijds is in dezo richting geen voortgang gemaakt onder meer om- "dat ten aanzien van de directe moeilijkheden met betrekking tot St» "Willebrord door samenvoeging met Rucphen e.en andere oplossing ont- "stond en Hoeven, het zo'strijdbare Hoeven, het annexatiespook voor "de zoveelste maal buiten de deur heeft weten te houden, Bit gebied nu is later uitgegroeid tot het zogenaamde noodgebied "Noord-West-Brabant. Bit gebied maakte en maakt nog een inderdaad dy namische ontwikkeling door, maar is - of moet men nu zeggen was - wat "de gemeentelijke indeling betreft - in rust. Het bleek dus tot heden dat een streekgemee.nschap in dat gebied

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 4