-1 o~ Spreker zou ook nog een andere opstelling kunnen maken waaruit hetzelfde blijkt. Men krijgt dus in 1954 "uit het fonds circa 1,100,000,De bijdrage door de ingezetenen bedraagt per hoofd 86,Neemt men aan dat Bergen op Zoom dit als gemiddelde ook be taalt, dan zou in de pot van het fonds door deze stad circa 2,600.000,gestort zijn. Dit noemt hij geen verhouding. Zolang men deze sterk subjectieve financiële verhouding heeft tussen Rijk en' ge meente, is het noodzakelijk te zorgen dat men zijn evenredig aandeel' daaruit krijgt, mede door het verzorgingspeil in het oog te houden. Tenslotte zou spreker Burgemeester en Wethouders willen verzoe ken te trachten de negatieve sloten van 1953 en 1954 alsnog uit het gemeentefonds te krijgen, daar anders de positie van Bergen op Zoom tegenover andere gemeenten te zeer verzwakt wordt en het toch bil lijk geacht mag worden dat men als Nederlanders het recht heeft op gelijke behandeling. De heer NOORMAN zegt vreselijk kort te kunnen zijn, want het geen hij had willen opmerken is in hoofdzaak behandeld door de heer Ratsma. Spreker wil niet in herhaling vallen, hij is het over de ge hele linie eens met wat de heer Ratsma gesteld heeft en hij zou het hierbij willen laten. De VOORZITTER zou dan naar aanleiding van de replieken enkele opmerkingen willen maken. In de eerste plaats over het voorstel van de 'heer Asselbergs, Deze heeft voorgesteld, zonder het voorstel speci fiek ter tafel te brengen, om een commissie te benoemen uit de Raad en uit de burgerij om het vraagstuk van de samenwerking met andere gemeenten in West-Brabant, speciaal met het oog op het industriali satieprobleem, te onderzoeken, ter rapportering aan de Raad of aan Burgemeester en Wethouders en, als hij het wel heeft, om uit dit rap port te zien op welke wijze deze gemeente bij het verdere beraad over deze zaak, zal dienen te worden betrokken. Indien de heer Asselbergs daarmee abcoord kan gaan en de Raad ook, zou hij het voorstel willen overnemen. Misschien kan men dan goedvinden dat de Burgemeesterenige- Raadsleden aanzoekt en enige personen uit de burgerij, om op'korte térmijn tot resultaat te ko men en dit resultaat ter kennis te brengen van de Raad. De heer ASSELBERGS gaat daarmee volkomen accoord» De VOORZITTER heeft, wat betreft de opmerking van de heer Rats ma, geen bijzonder antwoord te geven. Door de heer van Mechelen is nogmaals de aandacht gevestigd op de moeilijkheden van de militaire les-auto'sHij heeft medegedeeld dat in andere garnizoensplaatsen speciale oefenterreinen zijn voor les-auto's en gevraagd waarom dat hier niet kan. Het is spreker niet bekend dat er elders oefenterreinen zijn, maar, zonder te willen zeggen dat de les-auto's uit de gemeente helemaal zouden moeten ver dwijnen, is hij gaarne bereid te informeren naar de gewoonte in an- dere gemeenten. Met betrekking tot de stadsautobusdienst is in eerste instantie niet geantwoord"Er is inderdaad nog geen Wethouder voor", zegt spre ker en daarom zal de Burgemeester het moeten doen» In het schrifte lijk antwoord wordt gezegd dat de stadsautobusdienst per 1 Januari 1953 door de B.B.A, beëindigd is door gebrek aan belangstelling. Wanneer er inderdaad een particuliere ondernemer zou zijn in Bergen op Zoom die er belangstelling voor heeft, dan begrijpt spreker niet dat hij met deze belangstelling niet naar voren is gekomen,Een vraag is of er ook voldoende belangstelling is bij de inwoners. Bergen op Zoom is niet zo uitgebreid en de behoeften die er bestaan op ver keersgebied' zijn genoeg rondverteld in Bergen op Zoom, zodat iemand die er kans in ziet een stadsdienst te exploiteren, wel bij het ge meentebestuur zou zijn komen aankloppen» Er staat in het schriftelijk antwoord dat van het gemeentebe stuur, althans van Burgemeester en Wethouders, geen voorstellen te verwachten zijn tot oprichting van een gemeentelijke stadsautobus dienst, omdat de ervaring in het verleden geleerd heeft dat er niet voldoende belangstelling is en de onkosten buitengewoon hoog zullen zijn. Op het door de heren Butijn en Noorman in tweede instantie naar voren gebrachte heeft hij niet te reageren, zodat hij thans gaarne het woord geeft aan Wethouder Havermans.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 43