Hoe lang dit nog duren zal? Uiemand weet het. Toch zal eens het
getij keren, alle menselijke en economische deskundigheid - waar ik
natuurlijk toch zeer veel waardering voor heb - ten spijt.
Wij moeten daarop voorbereid zijn. Het vorig jaar hebben wij ge
sproken over de vele handen die elk jaar om nieuwe arbeidsplaatsen
komen vragen. De industrialisatie moet voortgang vinden en wij moe
ten ervoor blijven zorgen dat wij de meest gunstige omstandigheden
voor het economische leven hebben en verkrijgen. Hat wil zeggen dat
wij moeten blijven streven naar het hebben van goede vakscholen - goe
de industrieterreinen - goede verbindingswegen - goed moreel onder
onze bevolking - goede woningtoestanden - goede apparatuur voor de
verschillende dienstverleningen.
Hebben wij goede industrieterreinen? Met grote waardering hebben
v/ij Uw laatste voorstellen op dit gebied ontvangen, maar toch zitten
wij nog in een keurslijf. Wij kunnen lang niet op dit gebied doen
wat toch noodzakelijk zal zijn.
Wat de woningtoestanden betreft, behoef ik slechts te wijzen op
het besliste gevoel van onbehagen wat blijft bestaan ten aanzien van
de beslist te lage toewijzingen, welke onze Gemeente in het begin
van het vorig jaar werden verstrekt.
Overtuigd van de onmogelijkheid voor de lopende periode alsnog
een redelijk te achten correctie af te dwingen, moge ik toch de hoop,
eerder de verwachting uitspreken dat bij de eerstkomende algemene
toewijzing de begane onjuistheid worde gecorrigeerd.
Het komt mij voor dat Uw Bestuur uit hoofde van deze situatie
een zeer sterk standpunt mag en moe; innemen.
Ten aanzien van het woningvraagstuk blijft het nog steeds te be
treuren dat de woningwetwoningen te weinig ruimte bieden voor meer
omvangrijke gezinnen.
Ten aanzien van de bouw zelf moge ik nogmaals Uw bijzondere be
langstelling vragen voor het "leefgemeenschappen jke"
Ik ben bang dat de woningbehoefte zodanig in de opzet der bouw
plannen prevaleert, dat aan het sociale aspect van de nieuwe wijken-
minder aandacht wordt of kan worden besteed als wel wenselijk ware.
Zeker geldt dit niet voor wat de.onderwijsbehoefte betreft. Be
oprichting van nieuwe scholen in de nieuwe wijken hebben wij met zeer
veel waardering geconstateerd, zij het dan ook dat op het gebied van
het kleuteronderwijs door het achterwege blijven van geëigende maat
regelen van de Landsregering nog heel veel te wensen overblijft.
Anders lijkt het naar onze mening ten aanzien van de recreatie,
de culturele behoefte en de economische voorziening. Hoe staat het
daar met kinderspeelplaatsen, is er gelegenheid voor het beoefenen
van toneel - muziek - is er gelegenheid tot het houden van vergade
ringen - het organiseren van tentoonstellingen enz. enz.
In Bergen op Zoom in zijn geheel gezien is aan dat alles meer
behoefte dan beantwooraingsmogelijkheid - in de nieuwe wijken teza
men langzamerhand een stad op zich vormende, missen wij vrijwel al
les. Zo is het ook wellicht met winkels, kleinere bedrijven of werk
plaatsen.
In geheel Bergen op Zcom hebben wij in verschillende opzichten
niet teveel! Het onderwijsvraagstuk nijpt op vele plaatsen,, het zaal
probleem is er, zij het dat het in studie is. Omtrent plaatsing van
openbare gebouwen, tehuizen voor bejaarden - instellingen ten alge
mene nutte bestaan meerdere problemen. In dit verband Mijnhe.er de
Voorzitter mag de vraag gesteld worden - hoe staat het met de sane
ringsplannen waartoe - ik meen - ruim een jaar geleden bepaalde opdrach
ten zijn verstrekt? Het uitblijven van de resultaten van deze studie
mag geen remmende uitwerking hebben. Ik meen dus dat het moet komen!
Mijnheer de Voorzitter wij leven in een gunstig economisch kli
maat, maar we hebben nog zoveel behoefte. De omstandigheden voor het
houden respectievelijk verkrijgen van een blijvend gunstig economisch
leven zijn in Bergen op Zoom niet zo gunstig.
Temidden van dat gunstige economische getij zitten wij met te
korten tot een totaal van bijna 4-ür ton. De. Rijksbijdrage is een va
ge zaak. Maar wij moeten door.
In deze gunstige tijd zien wij dat met een tekort van 4-ir een
groot gebrek blijft bestaan aan middelen voor - ik durf zeggen -
enorm belangrijke activiteiten, welke gericht zijn op het handhaven
respectievelijk verbeteren van het moreel der bevolking. In deze gun-