lijke Brabant van klassenstrijd in ernstige mate sprake is geweest". Het wil er bij spreker niet in dat men alleen op confessionele basis onder alle omstandigheden samen zou moeten gaan in het politieke leven. Er zijn vroeger zeer zeker redenen voor geweest, maar die redenen zijn er nu niet meer en dat is naar zijn mening een der grootste oor- zaken waarom het politieke leven geleid heeft tot futloosheid, omdat de confessie alleen de mensen niet meer warm kan maken voor bepaalde concrete doeleinden. Spreker kan uitspraken aanhalen van Katholieken die er heel anders over denken dan de heer Asselbergs. Hij heeft voor zich een rede van Mgr. Belton uit Frankrijk die zegt;"Er bestaat geen en er kan in feite in de meeste landen ook niet bestaan eenheid van opvatting over de middelen die moeten worden aangewend en over de te volgen methode'.' Spreker heeft ook voor zich een stuk van Er. Brongersma, een Ka tholiek, die schrijft;"Er bestaat geen eigen specifiek Katholieke sociale leer, zoals er wel een eigen specifiek Katholieke geloofsleer bestaat" Wanneer de heer Asselbergs dus zegt dat zij hen het recht zouden ontzeggen om een eigen visie te hebben in het politieke leven, dan is daar geen sprake van. "Y/ij ontzeggen hen dat recht niet", zegt spre ker. "Wij ontzeggen niemand het recht om zich te organiseren zoals hij dat wenst, maar aan de andere kant moeten wij de vrijheid vragen voor iedere Nederlander om zich te organiseren zoals hij denkt dat goed is". En spreker gelooft dat er bij hen een rechtvaardige vrees bestaat dat deze vrije, keuze van politieke partij ernstig in het ge drang komt. Het treft spreker dat de heer Asselbergs hierbij genoemd heeft de bond voor sexuele hervorming. Hij ziet niet direct het ver band dat dit heeft met de discussie welke hier vanavond tussen hen gevoerd wordt, Wanneer hij daar op in zou gaan, zou het een uitge breide discussie kunnen worden. Het is een zeer veelzijdig vraagstuk, maar het verband tussen K.V.P. of P.v.d.A. en deze bond is hem niet duidelijk, zodat hij daaraan voorbij zal gaan. Spreker hoopt dat de heer Asselbergs er niet mee heeft willen zeggen dat deze bond voor sexuele hervorming in innig verband zou staan met de P.v.d.A, Wanneer de heer Asselbergs veronderstelt dat hun visie wordt be graven in de P.v.d.A,, dan gelooft spreker dat daarvan geen sprake is, "Wij werken", zegt hij,"in deze P.v.d.A. nu tien jaar, ook met een aantal goede Katholieken en dat hun visie daar begraven wordt is aller minst de waarheid; integendeel, deze visie komt daar zeer wel tot haar' recht". Spreker gelooft ook niet dat men zal zeggen dat, wanneer deze Katholieken voor een deel in deze partij zouden opgaan, dat daarmee eigenlijk de Katholieke' belangen zouden kunnen worden geschaad. Spre ker heeft zich verwonderd over wat een welsprekende redenaar daarover dezer dagen in Bergen op Zoom gezegd heeft? - de heer Asselbergs heeft gisterenavond diens naam ook nog genoemd - dat, wanneer de Ka tholieken niet één blijven, dat dan over twintig jaar van alle Katho lieke verworvenheden niets meer zou zijn overgebleven. Spreker zou zo zeggen, dat.kan moeilijk afhangen, van deze poli tieke eenheid alleen, maar dat zal afhangen- van de innerlijke kracht van het Katholicisme» Een Katholiek'in een vereniging met andersden kenden is toch maar niet in eens onder tafel te werken, "Waarom", vraagt hij, "heeft men in deze kringen zo weinig kracht in eigen kun nen, waarom verwacht men alles van de organisaties en zo weinig van de geest die hij moet bezielen?", Wanneer.de heer Asselbergs zegt dat geloofsafval diepere oorza ken heeft, 'dan kan spreker dat ook onderschrijven. Hij heeft nooit of nimmer beweerd dat de confessionele partijvorm de oorzaak is van geloofsafval. Paar zijn vele oorzaken voor. Hij heeft alleen gezegd en dat heeft hij vorig jaar ook gezegd toen hij de politieke propaganda van de K.N.P. uitvoerig naar voren heeft gebracht, dat deze noodzake lijk inhaerent aan politiek vaak voorkomende uitwassen - kennelijk noodzakelijk omdat men ze telkens waarneemt - de Kerk nimmer goed kan doen. Spreker wil het hierbij laten. Hij meent nog altijd dat men ook hier in deze Raad veel. langs elkaar heen praat, dat men inderdaad stellingen heeft betrokken. Hij voelt zich altijd beter op zijn ge mak met zijn Katholieke partijgenoten, waar hij veel opener en onbe- vangener mee kan spreken en waarbij hij tot de conclusie komt dat men

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 39