-11- XVIIIVOORSTEL TOT HERZIENING YAW DE "ALGEMENE SALARISVERORDERING 1954" IR VERBARD MET UITVOERING- VAN DE CIRCULAIRE VAN DE MINIS TER VAN BINNENLANDSE ZAKEN VAN 1 NOVEMBER 1954, NO. 20477 EN ENTuE**7)MTRENT DEZE VERORDENING BESTAANDE BEZWAREN. TDossier nr. 24™b7T~ (Verzameling 1955, nr. 133). De heer NOTENBOOM noemt het verheugend dat door deze nieuwe sa larisverordening de mogelijkheid bestaat om enkele ambtenaren in sa laris op te trekken. Door de invoering van de zogenaamde tussenrang kunnen de functionarissen van de drie hoogste rangen worden bevorderd. Hij spreekt hierbij de hoop uit dat deze bevorderingsmogelijkheden met zorg zullen worden bezien en de opengevallen rangen ook met zorg zul len worden opgevuld. De verhouding tussen hogere en lagere ambtenaren komt zijns in ziens dan ook voor een nadere bestudering in aanmerking en.indien niet anders doenlijk, zou een extra periodieke of een extra toelage indien het maximum reeds is bereikt kunnen worden gegeven. Spreker hoopt dat het ook mogelijk is om de lager bezoldigden mee te kunnen laten profiteren van eventuele verhogingen. De ambtenaren, alhoewel soms sterk becritiseerd, zijn onmisbare steunpilaren van de samenle ving en men kan alleen de juiste personen aantrekken indien de werk kring door een behoorlijke salarisregeling aantrekkelijk is gemaakt. Een enkele opmerking wil spreker voorts nog maken over artikel 18, Het heeft hem. bevreemd dat hier slechts 3 chefs zijn genoemd, te weten de chef-monteur, de chef-timmerman en de chef-fitter. Hij zou ook graag de andere chefs hierbij genoemd hebben gezien, zoals' de chef-schilder, de chef-metselaar etc. Spreker vraagt of er voor hen geen mogelijkheid is hierbij opgenomen te worden. De heer BROOS merkt op in de vorige Raadsvergadering reeds te hebben .medegedeeld dat hij, om moeilijkheden te voorkomen, voordat dezeA.S.V, in de Raad kwam er een onderhoud over heeft gehad met Ge deputeerde Staten, omdat dit de eerste instantie is waar men mee te maken heeft en om te voorkomen dat nadien moeilijkheden in de weg wer den gelegd, De moeilijkheden blijken nu echter niet van Gedeputeerde Staten te komen maar van Binnenlandse Zaken. Er is een aantal moei lijkheden naar voren gekomen, waarvoor, zoals men in het prae-advies heeft kunnen zien, veranderingen worden voorgesteld. De grootste moei lijkheid v/as, zoals door de heer Notenboom is naar voren gebracht, het salaris van de meter-opnemer-incasseerdersmensen,die volgens Binnenlandse Zaken geen ambtenaren zijn en geen werklieden. Het sala ris voor deze personen moet op 100,minder gebracht worden dan Burgemeester en Wethouders zich aanvankelijk hadden voorgesteld. Men kan wel genoegen nemen met het feit dat, wanneer aan de werklieden een verhoging van 1 of 2 cent wordt toegekend, deze salarissen een zelfde verhoging ondergaan, hetgeen met de ambtenaren niet het geval is. Voor wat de chefs betreft, dit is de zevende loongroep, merkt spreker op dat Binnenlandse Zeken onder geen enkel beding een zevende loongroep wensen in te voeren. Zou Bergen op Zoom dit wel doen, dan zou men een unicum in den lande zijn, daar er in geen enkele gemeen- - te een zevende loongroep bestaat. Alleen Tilburg was een uitzondering, maar ook daar zou men er van terug gekomen zijn. Deze zevende loon groep is nu uit de salarisschaal gehaald en in de verordening opgeno men, Practisch komt het óp hetzelfde neer. Het is alleen een formali teit, maar wat de salarissen betreft komt het voor de mensen op het- s zelfde neer, "In de A.S.V.1954 hadden wij", zegt spreker, "meer chefs in de loongroep opgenomen, maar daar wenst Binnenlandse Zaken niet op in te gaan. De enige concessie wilde-men doen voor deze drie: de chef monteur, de chef-timmerman en de chef-fitter',' Men doet dit alleen omdat deze beroepen in onze gemeente de meest voorkomende beroepen zijn. Voor de andere is geen toestemming gegeven, alleen voor deze groepen;- dat was het enige waartoe men be reid was. Geprobeerd is meerderen er bij op te nemen, maar de chef van de afdeling personeelsaangelegenheden weigerde pertinent, te meer waar Bergen op Zoom een unicum zou gaan vormen en daar wenste hij niet aan mee te werken. V,'i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 266