-4- algemeen wel het geval is" Dat pleit zeker voor deze mensen, maar dat neemt niet weg, dat het naar zijn overtuiging voor velen een ont zaggelijk zware last moet zijn. Een andere vraag istevens, of het moreel verantwoord is om in een dergelijk korte tijd vaak zulke grote bedragen te moeten terugbetalen,, Uit de cijfers blijkt ook dat in 1953? het eerste' jaar, aan voor schotten is verstrekt 6500,-en dat daarna per jaar slechts 1 500, beschikbaar is, wat in 6 jaan nog terugloopt tot 1200, ^Spreker zou hieruit moeten concluderen dat de lichting 1953? als hij ze zo noe men mag, veel bevoorrecht is op de lichtingen die volgen. De vraag is of 1500 tot 1200 gulden afdalend, werkelijk in een redelijke behoefte voor studiebeurzen kan voorzien, Als men ziet naar wat het eerste jaar is uitgegeven, lijkt het hem, dat men dan gegadigden moet uitsluiten. Spreker blijft er bij dat de Raad indertijd verstandiger had gedaan en misschien nog verstandig zou doen, met tijdelijk uit de gewone dienst een extra jaarlijks bedrag voor de studiebeurs beschikbaar te stellen. Wanneer men dan na 10 jaar bij de nodige terugbetalingen zou komen tot het kapitaal van 100,000,dan zou bij verdere aflossing meer geld beschikbaar komen voor studiebeurzen,, of men zou bedragen vrij krijgen die op dat moment aan het kapitaal zouden kunnen worden toegevoegd. Het wil spreker voorkomen dat, om in de toekomst' aan de verlangens die bestaan te voldoen, het kapitaal groter zal moeten zijn dan 100.000,Om een juist oordeel te krijgen zou de Raad moeten weten welk bedrag voor studiebeurzen redelijkerwijze nodig is» Hier over heeft de Raad geen gegevens ontvangen. Men zou ook moeten weten of er veel aanvragen voorden afgewezen, spreker bedoelt de reflectan ten waarvan geacht kan worden dat zij de hogere studie met succes_kun~ nen voltooien. Hog meerdere vragen zou spreker willen stellen, Zijn. de bedragen welke beschikbaar gesteld zijn, de moeite waard? Zijn ze voldoende? Welke bedragen worden beschikbaar gesteld? Kan een arbei dersjongen waarvan de ouders niets kunnen bijdragen een hogere studie volgen? Dit zijn vragen die zijns inziens de Raad zullen interesseren, las als men daar een antwoord op heeft, zal de Raad kunnen zien of niet noodzakelijkerwijze uit de gewone middelen een bedrag zal moeten worden gevoteerd» De heer ASSEIBERGS zou in de eerste plaats willen vragen, of het Burgemeester en Wethouders bekend is om welke redenen het Raadsbe sluit tot intrekking van de algemene salarisverordening 1948 en tot vaststelling van een nieuw© verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst der gemeente Bergen op Zoom, is verdaagd. Wat punt r. betreft, waar de heer Ratsma over heeft gesproken, merkt spreker allereerst op dat hij dankbaar is dat deze nota aan de Raad is voorgelegd. Er is indertijd om gevraagd, met deze bedoeling, om een nader inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het kapitaal dat voor studiebeurzen beschikbaar is gesteld, biedt voor de toekomst. Zijn gedachtengang is deze» Men kan een gedeelte, misschien een gro ter gedeelte als bedrijfskapitaal beschouwen dat men investeert bij de studerenden» Via de terugbetaling komt een bepaald gedeelte terug» Dat gedeelte is in feite hoog» Zonder -enige twijfel is spreker het met de heer Ratsma eens, dat terugbetaling lastig is voor degenen die ge studeerd hebben, maar hij gelooft toch dat het juist is dat terugbe taald wordt» Zonder twijfel profiteert de gemeenschap er van dat er gestudeerd wordt, dat men dus bestudeerden krijgt, maar ook degenen die in staat gesteld worden om te studeren profiteren daarvan en daar om gelooft spreker dat het rechtvaardig en juist is dat terugbetaling wordt toegepast. Door de heer Ratsma wordt gesteld dat het hem het beste lijkt dat uit de gewone dienst grotere bedragen worden toegekend om studiebeur zon te voteren. "Dat is ongetwijfeld de gemakkelijkste methode", zegt spreker en hij zal zich daar ook niet tegen verzetten wanneer de mid delen dat zouden toelaten en wanneer er voldoende vraag voor bestaat». Wanneer dit echter niet mogelijk zou kunnen zijn, heeft het hem ver- - hcugd, uit de nota te kunnen lezen dat het inderdaad toch wel zo is dat een groter deel van het kapitaal als bedrijfskapitaal kan worden aangewend en spreker gelooft, dat, wanneer zelfs uit de gewone midde len nog gelden kunnen worden gevoteerd, het geen bezwaar is het be drijfskapitaal te verhogen»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 222