-19-
afweegt op de badgelegenheid en een groot aantal bezoekers alleen be
paalt voor het bad, dan zal er voor de exploitatie van het restaurant
niet veel overblijven.
Voorop is gesteld door Burgemeester en Wethouders toen enkele ja
ren geleden het plan in studie werd genomen, dat het moet zijn het re
creatie-oord "de Zanderijen". Wanneer Bergen op Zoom deze unieke gele
genheid niet met beide handen aangrijpt, dan zullen andere gemeenten
in de omgeving gaarne voorgaan en zal de mogelijkheid om in Bergen op
Zoom een exploitabel recreatie-oord te hebben uitgesloten zijn.
Wat de kwestie van een maand uitstel betreft, spreker kan per
soonlijk niet inzien wat men met een maand uitstel kan bereiken. Men
heeft de cijfers voor zich liggen wat het kost. "Denkt men", vraagt
hij,"bij uitstel te kunnen komen dat er bij enkele posten wat af en
bij andere wat bij moet?". Als hij de heren goed beluisterd heeft,
komt het er op neer dat de zwemgelegenheid te klein zou zijn. Dat im
pliceert dan, wanneer men het groter maakt ook de kosten groter worden.
Hij- ziet niet in wat voor zin dat zou kunnen hebben in deze kwestie,
omdat alle gegevens die Burgemeester en Wethouders meenden te kunnen
trekken voor dit geval, ook getrokken zijn.
Wat de suggestie van de heer van Doorn betreft om betreffende
het restaurant inlichtingen in te winnen bij de. bedrijfsschappen en
van de heer Noorman om wat het bezoek betreft inlichtingen in te win
nen bij andere gelegenheden, zou spreker willen opmerken, dat, wat het
laatste betreft, het erg moeilijk zal zijn dit met "de Efteling" te
gaan afmeten. "De Efteling" is gebaseerd primair op het bezoek van
kinderen, omdat het een kindergelegenheid is. Wat het cijfermateriaal
hiervoor betreft behoeft men niet zo ver uit de buurt te gaan. Men
zou hiervoor als voorbeeld kunnen stellen het bezoek aan de speeltuin.
Bij een beetje gunstig weer hoopt men daar het aantal van 100.000 te
bereiken en dat alleen voor wat speelwerktuigen die daar zijn opge
steld. Als men ziet het aantal bussen en scholen dat een aanvrage heeft
lopen voor de speeltuin, dan gelooft hij dat men het bezoek zal krij
gen wat men dit jaar verwacht.
Spreker gelooft dat de cijfers die ten aanzien van het bezoek door
de verschillende sprekersgenoemd zijn en die variëren rond de 200,000,
erg aan de lage kant zijn en wel eens het dubbele zouden kunnen bedra
gen.
De VOORZITTER merkt op dat nog de vraag gesteld is of niet zou
kunnen w/orden overwogen of het alsnog een natuurbad kan worden. Dit
is zeker een van de belangrijkste punten. Daar kan hij wel op zeggen,
dat, wanneer het voorstel zoals het er ligt wordt aangenomen, Burge
meester en Wethouders zeker zullen onderzoeken of naast de zwemkommen
het gebruik van de plan zelf verantwoorden technisch mogelijk is.
Dat kan dus daarnaast onderzocht worden. Men behoeft daarmee niet van
de zwemkommen af te stappen, maar men kan de mogelijkheid onderzoeken
om alsnog op verantwoorde wijze gebruik te maken van de plas zelf.
Spreker zou dan het voorstel in stemming willen brengen.
De heer ASSELBERGS merkt op gelezen te hebben dat in Nijmegen over
de schouwburg 4 uur is gediscussieerd en nog' een tweede vergadering is
gehouden. Hij veronderstelt dat daarbij wel in 3e instantie gesproken
zal zijn, Spreker vindt het een belangrijk object en hij zou alsnog
in 3e instantie de gelegenheid willen hebben om er wat over te zeggen.
De VOORZITTER zal, als de Raad het goedkeurt, daar geen bezwaar
tegen maken.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad er mede aocoord.
De heer ASSELBERGS zegt dan in een soort dwangpositie te zitten.
Hij kan het voorstel zoals het door Burgemeester en Wethouders ter ta
fel is gebracht niet afstemmen. Hij moet er zijn stem aan geven,"Maar"
zegt hij, "het gaat hier om het beste of iets goeds". Baffneer hij niet
de gelegenheid heeft-en hij vindt dgt de gelegenheid niet groot genoeg
geweest is-om te bekijken of dit het beste is, dan moet hij zijn stem
verbinden aan iets waarvan hij moet zeggen:Het is wel goed, maar er is
misschien iets beters. Dat is niet overeenkomstig de volle verantwoor
delijkheid. Daarom zou hij inderdaad nog willen aandringen op een
maand uitstel. Daaraan zou hij willen verbinden:laat ons deze maand
gebruiken, laat men in deze maand excursies houden in verschillende
inrichtingen van het land, .waar men kan praten met mensen die iets
meegemaakt hebben, die in de practijk ondervinding hebben opgedaan.