-14- een der laatste natuurbaden, "de Papiermolen", een nadelig saldo heeft van 74.800,pér jaar. Een nog recenter aangelegd bad, gele gen in de gemeente Dongen, dat totaal gekost heeft 365.800,sluit met een nadelig saldo van 20.000,-- per jaar. Oe vraag of de badgelegenheid welke men aan "de Zanderijen" ge creëerd heeft niet te klein zal zijn, zal de toekomst uit moeten wij zen. Wanneer men als voorbeeld Tilburg neemt, daar is men overgegaan plannen uit te werken voor een tweede natuurbad, dat 750.000,zal kosten. Dit zal worden aangelegd omdat de bestaande zwembaden niet voldoende capaciteit hebben. Het is echter wel opvallend dat alle nieuw gecreëerde zwembaden van gelijke afmetingen zijn als die van "de Zanderijen". Om verder op enkele vragen van de sprekers in te gaan merkt hij op dat de heer Asselbergs zich heeft afgevraagd of het straks niet zo zal zijn dat men in de kano zal zitten met lange broek en borstrok. Spreker gelooft niet dat dit het tenue is dat men gewoonlijk aantrekt om te kanoën en hij gelooft dan ook wel dat men beslist in andere kle dij in de kano zal stappen. En als men er eens over zal vallen en in de vijver zal moeten zwemmen, dan zal dat zijns inziens wel met de meeste soepelheid worden bekeken. Door de heer Asselbergs is ook aangesneden en de heer van Doorn is er op teruggekomen, dat men van de eerste plannen van 1951 is af gestapt en het zwemmen in de plas als zodanig is komen te vervallen. "De leden weten", zegt spreker, "dat dit naar aanleiding van het ad vies van de deskundige is geschied; het is een kwestie van de hygiëni sche toestand van het water. Wie weet", zegt hij, "dat tegen de tijd dat "de Zanderijen" klaar zijn de techniek zo ver is dat men een op lossing gevonden heeft, waardoor ook van de plas gebruik gemaakt kan worden om te zwemmen". Wat de kwestie van het restaurant betreft kan spreker zich voor stellen dat dit bij een groot deel van de Raad enige angst, misschien enige schroom brengt. Het is, zoals de heer Doorman zegt, de cijfers geven geen zekerheid. Spreker betwijfelt of men hier wel ooit juiste cijfers als vergelijkend materiaal zal kunnen geven. Men weet dat de weergoden een belangrijke rol spelen en men zal nooit zekerheid van cijfers kunnen krijgen over deze kwestie. Als men het aantal bezoe kers aan het restaurant op 200.000 schat en men maakt het rekensomme tje dat 50 cent per bezoeker overgehouden kan worden, zodat dus een ton winst gemaakt wordt, dan gelooft hij dat er heel wat te bereiken is en er mogelijkheden in zitten. De heer Butijn heeft zich afgevraagd of het niet beter was voor een dergelijk groot bedrag een restaurant in de stad te bouwen, Spre-' ker veronderstelt dat een restaurant in "de stad meer dan 5 ton zal moeten kosten. Vervolgens heeft de heer Noorman zich afgevraagd of er geen be langrijker dingen zijn. Hij haalt daarvoor aan het viaduct en o.m. ook de schouwburg. Spreker gelooft dat men in de tijd van heden zoveel mo gelijk moet proberen in de toekomst te kijken. Hij is het direct met de heer Noorman eens wanneer deze stelt dat 'een schouwburg zeer nood zakelijk is, maar hij gelooft dat in de toekomst beide objecten nood zakelijk zullen zijn. Spreker is het niet met de -heer Noorman eens, dat er in de omgeving van Bergen op Zoom voldoend© recreatie zou zijn en er geen behoefte is aan het recreatie-oord "de Zanderijen". Waar men in de gelegenheid is als gemeente Bergen op Zoom om voor West- Brabant en, zoals in de toelichting wordt gesteld, ook voor een ge deelte boven de rivieren en ten zuiden van de grens de mogelijkheid te openen voor een recreatie-gebied dat op het moment uniek mag heten in Brabant, met in de omgeving de mooiste bossen, dan moet men deze ge legenheid niet voorbij laten gaan. Als men in de toekomst kijkt ge looft spreker dat men beslist met deze plannen in zee moet gaan. Waar de heer Noorman opmerkt dat de ligging van dit zwembad,wan neer de zwemgelegenheid in de bestaande zweminrichting komt te ver vallen,voor de jeugd en vooral ook voor de schooljeugd niet gunstig is, zou spreker willen zeggen dat, wanneer het bestaande zwembad moet worden opgeheven, men zal moeten- proberen een andere zwemgelegenheid te creëren. Maar ook dat zal dan altijd enigszins uit de buurt .moeten zijn, gezien de bebouwing van de gemeente en de weinige gronden welke hiervoor disponibel zijn. Hij gelooft echter dat men ook in Bergen op

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 205