E I If „11» De VOORZITTER zou enkele woorden naar aanleiding van het gespro kene willen zeggen* Hij gelooft dat men in het algemeen wel het grote nut inziet van een behoorlijke opzet van dit recreatie-oord, of welke naam men ook geven wil aan "de Zanderijen"» Maar hij gelooft ook dat zeer algemeen een zekere huivering bestaat voor de financiële conse quenties, voor de financiële onzekerheid. Hij zou hierop dit willen zeggen, dat men toch als hoofdpunt voor ogen moet houden dat het gaat om de ontwikkeling van een belangrijk punt in de gemeenschap van Ber-, gen op Zoom, de ontwikkeling van recreatie-mogelijkheid» Een recreatie mogelijkheid voor deze hoek van West-Brabant, niet alleen voor deze gemeente, niet alleen voor de mensen die in de West-Brabantse hoek wo nen, maar hij gelooft ook voor een gebied dat benoorden de rivieren en ten zuiden van de landsgrens ligt. Wanneer men zich afvraagt is de ze grootte of is die grootte verantwoord, dan- zou hij daarop geen defi nitief antwoord kunnen geven. Het valt niet te zeggen het moet zo groot zijn dan is het rendabel of het moet zoveel kleiner zijn en dan is het rendabel. Men moet te dien aanzien een wissel op de toekomst trekken. Men moet een visie hebben op de ontwikkeling in de toekomst die ver uitgaat boven het huidige beeld. Spreker meent dat de leden van del Raad hem daarin zeker sullen volgen, Be bijzondere punten die zijn aangeraakt zullen veel beter door de Wethouders die dit aangaat kunnen worden beantwoord en hij acht het daarom het beste in de eerste plaats aan Wethouder Havermans hèt woord te verlenen, Be heer HAVERMABS wijst op het grote onderscheid in het uitge- breid^aantal vragen, waarvan de beantwoording zal worden verdeeld, Wat de exploitatie van zweminrichting en restaurant betreft wil hij de beantwoording aan Wethouder Houtman overlaten. Als hij dan begint met de heer Asselbergs te beantwoorden, dan heeft hij gehoord dat de heer Asselbergs de vrees uit,dat, wanneer men een recreatiegebied brengt, de bad- en zweminrichting die thans is geprojecteerd te klein is om het groot aantal mensen dat verwacht wordt op te vangen» Ba het betoog van de heer Heidelberger heeft spreker even de duimstek op de tekening gelegd en een vergelijking gemaakt tussen de huidige inrichting en de bad- en zweminrichting welke hier is gepro jecteerd en hij kwam daarbij tot de conclusie dat de tegenwoordige bad- en zweminrichting een oppervlakte heeft van 3900 M2 en de nieuwe inrichting een oppervlakte zal krijgen van 2750 M2» Men moet hier ech ter bij in aanmerking nemen dat de zwemkommen van de huidige badin richting glooiingen hebben, terwijl het nieuwe bad geen glooiingen heefta Bat heeft rechte wanden zodat het geheel kan worden gebruikt. Ban is gevraagd of een drukke dag kan worden opgevangen. Wanneer men de grootte moet afmeten naar een topdag, naar een warme zomerdag, dan gelooft spreker dat er geen bad~en zweminrichting in Nederland be- staat die het publiek dat op een dergelijke dag in het water verfris sing wil zoeken kan opvangen. Bat is onmogelijk. Een topdag moet niet de maatstaf zijn voor de grootte van een zwembad. Als men naar grote plaatsen kijkt en plaatsen van de omvang van Bergen op Zoom waar nieu we baden zijn aangelegd en aangelegd worden, dan ziet men dat geen gro tere baden worden aangelegd dan wat hier het hoofdbad wordt genoemd. Bat is ook volledig uitgedokterd naar de wedstrijdmaten. Baarnaast krijgt men andere baden van.kleinere omvang, die bedoeld zijn voor instructie. Baar een topdag moet men deze zaak niet berekenen. Wanneer men^ eenmaal tot de conclusie komt dat de badinrichting continu te klein zal worden in de toekomst, dan zal men moeten overwegen oin er een tweede kuip bij te plaatsen of, helemaal op een andere plaats, er een tweede badinrichting bij te stichten. Ook is er aan gedacht dat er een overdekte badinrichting op een andere plaats in de stad zou kunnen worden gebouwd. Destijds is hier reeds de aandacht aan bestead, maar deze zaak is blijven liggen omdat de plannen die gemaakt waren zodanig duur werden dat het helemaal niet exploitabel zou zijn. Er zou een macht met geld per jaar bij moeten en daarom is het op zij geschoven Boor de heer Asselbergs is nog gesproken over glazen wanden.Spre ker gelooft niet dat de heer Asselbergs de opvatting heeft dat de gehe le achterwand van het restaurant, dat de buitenwand van de .kuip 'is,, een glazen wand zal worden. Bat is zeker niet de bedoeling. Er is meer gedacht op enkele plaatsen als attractie er een glazen paneel in te'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 202