-10- zwemgelegenheid en restaurant. Wat de badinrichting betreft was ook hij verrast door de heer Heidelberger over de explicatie welke hij gaf van zijn plan. Spreker heeft altijd gedacht en hij meent ook dat het in 1951-1952 in gro te lijnen zo uitgestippeld was, dat men daar een natuurbad zou maken, zoals men b.v. ook in Oosterhout heeft,, Er zijn bronnen geslagen om voortdurend vers water te krijgen. Stromend water zou het geval re gelmatig verversen. Een natuurbad zou spreker prettiger vinden dan wanneer men kuipen gaat bouwen, Bij het maken van kuipen klemt men de hele boel in. Wanneer het zwembad aan de haven opgedoekt zal zijn, zal het zwembad aan de "Zanderijen" zijns inziens overmatig bezocht worden en hij vreest dat het dan zodanig bevolkt wordt door mensen en kinderen dat de aardigheid er af is en men liever eens een keer in Zoutelande een bad gaat nemen. Wat de financiën betreft, deze komen hierop neer dat de kosten voor het zwembad zijn begroot op 6 ton en voor het restaurant op 4- ton. De exploitatie van de badinrichting is begroot op 46,000,en gebleken is dat men er daarmee uit kan komen. Spreker kan niet nagaan of het juist is, misschien is het zo, maar ook als het er niet hele maal komt zou hij dit geen bezwaar achten, Een zwembad is voor de ge meente van zodanig belang, dat men er wat voor over moet hebben en wanneer er wat bij moet is dat zeker geen bezwaar. Maar daar tegen over is het restaurant gepland op een klein 4 ton, Daar zal nog wel wat bij komen, want men heeft dan een naakt restaurant. Yoordat het volledig aangekleed is zal het wel op 5 ton komen. Om daar voor 5 ton neer te zetten om het 6 maanden per jaar te exploiteren vindt hij geen kleinigheid en hij vindt het erg optimistisch wanneer men meent daar uit te komen. Wanneer men dit bedrag zou investeren voor^ een restaurant in een stad van deze grootte en standing, dan vond hij dat iets anders. Zo iets komt men zijns inziens hier nog te kort, maar om dat in dit hoekje te doen lijkt hem toch wel wat gek, Gezegd wordt dat het restaurant zich ook wel zal bedruipen. Als het 27.000,opbrengt dan speelt men quitte.. Spreker gelooft dat dit zeer optimistisch berekend is. Zoals hij het ziet kan men er niet mee uitkomen en kost het belangrijk meer en als er een belangrijk deficit op is, dan wordt het iets anders. Men kan zeggen, als het ge val goedgekeurd wordt door de overheid, door Gedeputeerde Staten dan zal men met de uitkering van het Rijk hier wel rekening mee houden, dan is men van de verantwoordelijkheid af en komt het via het gemeen tefonds wel voor elkaar."Maar"zegt spreker, "we zijn toch ook Ne derlanders, we moeten het geld goed besteden",en als Nederlander kan hij niet goed over zijn geweten krijgen om hier een half millioen voor te besteden. De heer VAN'MECHELEN kan zich veilig bij de vorige sprekers aan sluiten, Alleen over het restaurant zou hij nog wel iets willen we ten, Heeft het college gedacht 'het reshrurant te doen zijn een onder deel van de bad- en zweminrichting ten dienste van de zwemmers of dag jesmensen, of een exclusieve stichting, zodat de mensen van heinde' en verre hier heen kunnen komen om het restaurant te bezoeken» Spreker is bang dat het restaurant een fiasco wordt. De heer MUSTERS meent dat hij gedurende de vele jaren dat hij thans lid van de Raad is nog niet voor een moeilijker beslissing heeft gestaan dan thans, Hij wil daarom ook zijn stem motiveren. Hij heeft reeds verschillende sprekers gehoord en het is inderdaad zo, dat men, wanneer men deze zaak oppervlakkig bekijkt, een beetje moet huiveren om voor het voorstel te stemmen. Misschien dat de toelich- ting van Burgemeester en Wethouders enig licht kan geven. Spreker is het er me© eens dat er iets tot stand gebracht moet worden. Er is een zwembad nodig» Het zwembad dat thans bestaat zal vermoedelijk na kortere of langere tijd verdwijnen. Er moet dus iets komen. Spreker is evenals de heer van der Velden geschrokken van de exploitatiekosten van het- restaurant, maar het zal er zijns inziens toch ook moeten komen» Tenslotte zal m.en het zo moeten bekijken. Men staat voor een beslissing en hoe men die ook neemt, er moet iets ge beuren» Stemt men het af dan krijgt men misschien naderhand spijt en stemt men er voor dan kan het ook wel eens tegenvallen. Men zal dus aan beide kanten enig risico moeten nemen» Spreker zal nog even wach ten om zijn stem te bepalen, misschien dat de toelichting van Burge meester en Wethouders een beetje verheldering geeft.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 201