~9~ komt, dan wil hij daar niet direct critiek op maken, maar hij wil er toch op wijzen dat daaruit blijkt dat een dergelijk© aangelegenheid tijdig bij de Spoorwegen aanhangig gemaakt moet worden, daar het blijkbaar geruime tijd duurt voordat dergelijke verzoeken zijn bestu deerd en plannen panklaar gemaakt zijn. Wanneer men aan een inrichting als de "Zanderijen" begint, dan is het absoluut nodig, zo voelt spre ker het, dat het ineens goed gebeurt, want als men in tempo's gaat werken dan zal men er een paar jaar over doen om' goede toegangswegen te maken en weer een paar jaar om een verbinding te krijgen tussen de diverse afdelingen van dit recreatiegebied. Dat gaat te langzaam en dan krijgt men ook niet een knal-effect zoals er geweest is in Kaatsheuvel, toen "de Efteling" werd geopend. Daarvoor was een uit stekende publiciteit gegeven, maar het was ook uitstekend verzorgd. Dat het te klein bleek te zijn was op zich zelf een reclame. Wanneer men geen plaats kan vinden in de schouwburg wil men er graag naar toe en wanneer het zo is dat men zijn auto niet op de Markt kan par keren dan heeft men bezwaar dit in een zijstraat te doen. Dat het op "de Efteling" druk liep werkte stimulerend. Wanneer hier alles in ver traagd tempo tot stand zou worden gebracht, zou dit niet stimulerend maar verdovend werken. Spreker zou tenslotte, graag van de Wethouder horen of hij gedacht heeft over het denkbeeld dat spreker geopperd heeft in verband met het opdoen van kennis door de Raad van de moge lijke rentabiliteit van het geval en van de exploitatie-methoden. Spreker heeft gevraagd of niet bevorderd kan worden dat de Raad of een Commissie uit de Raad, of hoe men dit regelen wil, kennis kan ne men uit de eerste hand, door het bezoeken van "de Efteling", van Qis- terwijk en 1 of 2 andere dingen, hetgeen gezamenlijk op één dag zou kunnen geschieden. Spreker veronderstelt dat wanneer men met zo'n eerbiedwaardig college in pleno zou verschijnen, het door Burgemees ter en Wethouders van die plaatsen met alle eer en plichtplegingen zal worden ontvangen en dat men zeker bereid zal zijn ter plaatse be paalde voorlichting te geven. Dit is het wat hij op het ogenblik er over wil zeggen. Een aan tal andere punten zijn reeds door de heer Asselbergs behandeld, dat behoeft hij niet voor de tweede keer te doen. De heer DOORMAK sluit zich bij de vorige sprekers min of meer aan. De financiële kant van de zaak is hem nog niet helemaal duide lijk. Zoals het plan geraamd is zal het 1 millioen gaan kosten en daar zal nog wel een en ander bij komen, plus 2 ton die reeds zijn geïnvesteerd. Hij heeft een bedrag horen noemen van millioen dat het totaal zal gaan kosten. Er staat nu wel, dat deze zaken zich zelf zullen kunnen bedruipen, maar de cijfers die verstrekt zijn geven lang geen zekerheid. Men kan geen garantie geven over het aantal bezoekers en daar hangt de zaak van af, Financieel vindt spreker het een pro bleem. Men heeft wel eens gezegd dat men in het verleden in deze ge meente minder actief geweest is met het aanleggen van grote dingen, maar inderdaad zijn er op het ogenblik verschillende dingen die klem men. Hij zou daarvoor in de eerste plaats het viaduct willen noemen en op de tweede plaats de schouwburg en daarna lijkt hem pas dat dit geval aan de beurt isa Wanneer het zo zou zijn dat met de aanleg van dit geval de stichting van de schouwburg in het gedrang zou komen, dan zou hij er zijn stem niet aan geven. Spreker zou deze zaak graag nader van de financiële kant belicht zien. Wat de ligging van dit bad betreft kan spreker zeggen dat hei een mooi stukje natuurschoon is, maar in het voorstel staat ook dat vermoedelijk op den duur -het oude zwembad zal verdwijnen en gerekend naar het centrum van Bergen op Zoom komt het nieuwe bad veel ongun stiger te liggen voor degenen die er naar toe moeten wandelen, terwijl het ook voor het schoolzwemmen te ver weg zal liggen. Spreker gelooft dat dit wel een moeilijkheid zal zijn. Wat het recreatieoord betreft, spreker vindt de omgeving van Bergen op Zoom zo mooi dat voor een dergelijk kunstmatig recreatie oord niet zo'n grote behoefte bestaat. De opzet is dat men ook van' buiten bezoekers moet trekken en wanneer daar vrij belangrijke finan ciële risico's aan zitten, dan is spreker er tegen dat een dergelijk recreatie-oord wordt gesticht. De heer BUTIJD wil ook graag zijn mening zeggen. Hij wil de zaak daarbij splitsen, zoals door de heer van der Velden is geschied in

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 200