volg er van zou zijn en men kan het dus niet zien als een zwempara
dijs. Spreker vindt dit op zich zelf toch eigenlijk een wel erg ver
gaande conclusie. Per slot van rekening, wanneer dat juist zou zijn,
werkelijk juist, dan zou de consequentie moeten worden getrokken,dat
alle natuurbaden die er bestaan, zoals de Warande, Surea, de leemput
ten, de Oisterwijkse vennen enz. op staande voet moeten worden geslo
ten, omdat ze verschrikkelijk gevaarlijk zijn voor de hygiëne.
Spreker vindt het jammer dat hier een vijver die voor zwemvijver
voor handen ligt afgesloten moet worden en het paradijselijke moet
plaats maken voor betonnen zwemkuipen. Dat is zijn eerste bezwaar,
Wanneer het inderdaad niet anders mogelijk is dan zullen natuurlijk
de betonnen zwemkuipen er moeten komen.
Er is bij de besprekingen welke men met de heer Heidelberger
mocht hebben naar voren gekomen dat de geprojecteerde zwembaden eigen
lijk te klein zijn, namelijk veel kleineer dan de bestaande bad- en
zweminrichting die men in Bergen op Zoom heeft. Toen die opmerking
werd gemaakt, heeft de heer Heidelberger eigenlijk gezegd, dat uit de
statistische berekeningen bleek dat de bevolking van Nederland 2 ba
den per jaar neemt en uitgaande van deze statistiek berekende hij dat
deze zwemkommen ruimschoots voldoende capaciteit hadden om aan de
zwembehoefte te voldoen. Spreker meent dat het de heer Butijn was
die hier volkomen ad rem de opmerking op maakte dat vorig jaar onge
veer 160.000 baden waren genomen in de gemeentelijke bad- en zwemin
richting, zodat men tot de conclusie zou kunnen komen dat in Bergen
op Zoom het gemiddelde 2 b 3 maal zo hoog ligt als in het land. Nu
het voorstel hier ligt, blijkt hem dat met deze bijzonder knellende
en bijzonder afwijkende/ mededeling over het algemene beeld in het ge
heel geen rekening is gehouden. Spreker vindt dat wel jammer en hij
zou dan ook willen vragen of het, juist in verband met deze opmerking,
niet wenselijk was het college in overweging te geven deze zaak ter
dege te bekijken.
Spreker heeft voorts nog een zeer ondergeschikt bezwaar, dat hij
toch graag naar voren zou willen brengen, namelijk dit, dat men
speelt met de gedachte om daar het restaurant te voorzien van glazen
wanden, waardoor men vanuit het restaurant in de badkuipen kan kijken.
Hij kan zich voorstellen en hij vindt dat ook niet zo gek dat men te
gen betaling naar zeer schone nymphen gaat kijken die zich op een
bioscoopscherm onder water bewegen en hij gelooft ook dat het niet
zo verschrikkelijk bezwaarlijk is zich onder water te vertonen zonder
betaling, maar men moet deze aangelegenheid toch van twee kanten be
kijken. Misschien is het aardig in een restaurant te zitten en naar'
zwemmende mensen te kijken, maar het kan zijn dat de mensen die graag
zwemmen niet zo graag hebben dat beafstukken-etende dames en heren
naar hen zitten té kijken. Persoonlijk zou hij er geen bezwaar tegen
hebben. "Maar", zegt hij, "men moet deze zaken van twee kanten be
kijken". Hij heeft de indruk,en hij heeft dit ook reeds eerder ge
zegd, dat er mensen zijn die het niet erg leuk vinden bekeken te wor
den door glaasjes bier drinkende heren.
Dat zijn de opmerkingen die spreker hierover zou willen maken.
Hij wil niet zeggen dat hij tegen het project is, hij is er dus voor,
maar hij hoopt toch dat bij de verdere ontwikkeling - per slot van
rekening is alles niet volkomen uitgekiend - met deze opmerkingen zo
veel mogelijk rekening zal worden gehouden. Daarbij wil hij er nog
speciaal de nadruk op leggen dafc hij het ontzaggelijk jammer vindt
dat dit prachtige water alleen maar beschikbaar is om te kanoën,waar
bij hij nog vreest dat men in de kano moet zitten met een lange broek
en een borstrok aan.
De heer VAN DER VELDEN wil deze zaak graag in twee gedeelten be
kijken, ten eerste de zwemgelegenheid en ten tweede het restaurant...
Wat het eerste deel betreft, daar kan hij zijn stem wel aan ge
ven, maar over het tweede deel zou hij graag een opmerking maken. In
het rapport wordt gesproken over een kosten per seizoen van ƒ27.500,=.
Dat is per 100 werkbare dagen en dat is dus 275,per dag. "Maar!1,
zegt spreker, "dan is men er nog niet. Zo7n restaurant moet natuur
lijk geïnventariseerd worden. Er moet een partij stoelen en er moeten
ook andere meubelen in. Men krijgt bovendien de kosten van gas, elec-
triciteit, waterleiding, personeel enz. Men kan veilig stellen' dat
ook dit op 300,— per dag zal komen en daarmee zouden de totale kos
ten ongeveer 600,per dag v/orden"Spreker gelooft niet dat er