i -6- Spreker gelooft dat Bergen op Zoom in deze geen slecht voorbeeld geeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, VI. VOORSTEL TOT HET: a, AAN DE NVBOUWMATERIALENHANDEL TEGELAAR CO.GEVESTIGD TE LISSE IN ERFPACHT UITGEVEN VAN INDUSTRIETERREIN AAN DE ZEELANDHAVEN; b. MGHTTGEFTM ONS COLLEGE AAN DE ONDER a. GENOEMDE N.V. VOOR LAÏJGER DAN EEN JAAR VERGUNNING TE VERLENEN TOT HET PLAATSEN VAN BETONBAKKEN NABIJ DE LOSWAL VAN DE ZEELANDHAVEN OP OPEN BARE GEMEENTEGROND. Dossier nrT^TON^BTT*"" Verzameling 1955, nr, 99), Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, VII. VOORSTEL TOT HET AANLEGGEN VAN EEN ZWEMBAD MET KLEEDGEBOUWEN EN RESTAURANT MËT TERRASSEN. STAND E.D. IN DE ZGN. "ZANDERIJEN". "(Dossier nr. 130 FJ7 (Verzameling 1955, nr. 111). De heer ASSELBERGS meent wel te mogen beginnen met het college te feliciteren met het feit dat het de Raad het onderhavige voorstel kan voorleggen. De "Zanderijen" zijn al langer een probleem en hij meent dat in een vorige Raadsperiode, het kan zelfs in een eer-vorige Raadsperiode geweest zijn, in principe besloten is van de "Zanderijen" een natuurbad en een recregtiecentrum te maken. Het is lang geleden dat dit besluit is genomen en er zijn heel wat werkzaamheden voor verricht die langzaam zijn gekomen. Door de omstandigheden kon dit r niet worden beïnvloed. Maar nu zit men met dit voorstel. Spreker wil daarmee zeggen dat er lange tijd een stilstand geweest is en dat het er nu wel op, lijkt of men aan het hollen is gegaan. Hij bedoelt dat overigens heel rustig. Hij bedoelt er dit mee. De Leden hebben een week of 6' geleden in deze Raadszaal een uitstekende inleiding mogen aanhoren van de heer Heidelberger, met een toelichting op het plan dat nu voor hen ligt en nu staat men voor de beslissing over dat plan. Zes weken is eensdeels een lange, anderdeels een korte tijd. Wanneer men dit herleid op de tijd dat men bezig is met het plan "Zanderijen" dan is het een korte tijd, wanneer men het bekijkt als- studietijd, dan kan het een lange tijd zijn. Spreker heeft echter de indruk dat het op het moment toch nog wel wat vroeg is om de be slissing te nemen die thans van de Raad gevraagd wordt. Uiteindelijk is het een belangrijke beslissing uit financieel oogpunt. Dat wil niet zeggen dat spreker op het moment zijn stem niet aan het voorstel zou kunnen geven, dat kan hij wel, op voorwaarde zou hij haast zeg gen dat toch nog serieus wordt bestudeerd of aan het plan geen wijzi ging moet worden aangebracht, wijzigingen waarover men lang kan stu deren en kort kan studeren, die men naar voren moet brengen en waar na dan door het college een beslissing zal moeten worden genomen, of door de Raad op een zeker moment. Er zijn bij spreker ten aanzien van het plan enkele bezwaren,. enkele wenselijkheden gerezen. Als hij daar even dieper op wil in gaan, moet hij in eerste instantie dit zeggen, dat hij het zo uitere- mate jammer vindt, dat thans zwemmen in de "Zanderijen"die welis waar ontstaan zijn door uitgravingen voor de spoorwegen, maar in de' jaren gegroeid zijn tot een soort natuurschoon, om argumenten van hygiëne wordt ontraden, respectievelijk wordt verboden. Spreker vindt dit uitermate jammer. Hij meent dat de heer Heidelberger zo iets ge zegd heeft, in deze trant, van mensen, die proberen er een aards pa radijsje van te maken. Deze aarde is in vele opzichten geen paradijs, maar in de natuur gezien zou toch van een paradijselijke toestand gesproken kunnen worden. En het komt hem voor dat de "Zanderijen", zoals ze daar liggen, inderdaadzouden kunnen dienen, in zekere zin, in overdrachtelijke zin, als een zwemparadijs. En wat doet men. nu? Men zegt ja, maar het is verschrikkelijk gevaarlijk als men er gaat zwemmen. Het zou kunnen gebeuren dat een vreselijke epidemie het ge- W :|i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 197