-5- De heer HAVERSIANS zou hierop willen antwoorden dat de toelich ting misschien enigszins vaag kan zijn of de daarin genoemde tabel misschien wat onduidelijk, maar de 29 man en de 23 man die daarin ge noemd worden moet men niet beschouwen als personeel dat allemaal voor het vegen van straten in dienst is. Deze zijn in alle mogelijke on derdelen van de reinigingsdienst ondergebracht. In het rapport dat de veegdienst behandelt wordt inderdaad het aantal K.M. genoemd dat per dag geveegd moet worden. Het aantal K.M. in het centrum van de stad en het aantal K.,M. in de buitenwijken, de laatsten nog onderverdeeld, in gedeelten die minder of meer intensief geveegd moeten worden, He uitkomst hiervan is, wanneer hij ook met halve mensen mag rekenen zoals in het rapport, dat in het centrum nodig zijn 5"ir man, voor het meer intensieve gedeelte 3ür man en voor het minder intensieve gedeel te dat groter van omvang is, ook 3ür man. Dat is 13 man en een voorman. Deze 13 mensen zijn nodig voor de huidige werkzaamheden. Men moet me de in het oog houden dat de stad steeds uitbreidt met straten en wij ken, dat het aantal K.M. vegen steeds grover wordt en dat het aantal werkkrachten dus ook groter zou moeten worden om deze werkzaamheden te verrichten. De 13 mensen die zoals berekend is nodig zijn om de straten in haar huidige omvang te vegen komen op 57.349,waar tegenover staat dat bij aanschaffing van een veegmachine ongeveer 6 mensen, 5 met een voorman, nodig zijn, waardoor de veegdienst aan ar beidsloon komt op 40.500,Dat maakt inderdaad een verschil van 17.000, Deze mechanisering is naar voren gekomen omdat men bij gemeente werken, vooral voor wat de reinigingsdienst betreft, practisch niet aan mensen kan komen. De lonen voor deze werkzaamheden liggen niet meer zoals vroeger. Doen had men krachten die heel laag gesalarieerd waren, maar daar behoeft men op de dag van vandaag niet meer aan te denken. Daarom is het denkbeeld naar voren gekomen, gezien het feit' dat men geen werkkrachten er voor kan krijgen (het is verschillende malen geprobeerd, er zijn de nodige advertenties voor geplaatst,maar heel weinig mensen meldden er zich voor aan) om te gaan mechaniseren. Hierbij wordt in dit geval geen werkeloosheid in de hand gewerkt en wordt het werk dat anders door werknemers zou kunnen gebeuren niet door de machine ontnomen, omdat men nu eenmaal niet over werkkrachten hiervoor kan beschikken. Hier slaat men nu volgens spreker twee vlie gen in dén klap. Men krijgt een kostenbesparing en er worden werkzaam heden gedaan die men anders in de toekomst niet geheel zou kunnen uit voeren. Wat het rekensommetje betreft, spreker kan niet garanderen dat het altijdprecies uit zal komen. Men kan niet zeggen hoe het zal lopen, het is iets nieuws. Men heeft zich moeten laten leiden door de gegevens uit andere plaatsen waar de machine reeds in gebruik is. De berekening is dus ontleend aan de gegevens die men uit andere plaatsen heeft gekregen. Spreker hoopt dat de machine een zekere besparing zal geven en al is dat misschien geen 17 mille, dan zal men hiermede toch de werkzaamheden kunnen verrichten om de stad in een behoorlijke toe stand te krijgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten, V. VOORSTEL TOT HET ONBEWOONBAAR VERKLAREN, VAN DE WONTNOEN MDEEE_ GREBSTRAAT NR. 46. ROSKAMSTRAAT~NRT~^^N*^TÖET/EfrAÏÏ^TWXTi^p°~^o (Dossier nr. 132B). (Verzameling 1955, nr. 110). De heer HERTOGH vraagt of de panden nog bewoond zijn. De heer BROOS deelt mede dat een van de panden nog bewoond is. Er worden maatregelen genomen dat dit op zo kort mogelijke termijn ontruimd kan worden. De andere twee panden zijn reeds ontruimd. De heer HERTOGH wilde nog vragen of de bewoners van de panden die de laatste tijd onbewoonbaar zijn verklaard reeds in andere wonin gen zijn ondergebracht. De heer BROOS deelt mede dat dit zeker niet het geval is. De wo ningen die de laatste maanden door de Raad onbewoonbaar zijn verklaard zijn zeker nog voor een deel bewoond. Maar spreker meent,dat, wanneer men zich in deze aan anderen spiegelt, men zich zacht spiegelt. Want in een naburige gemeente zijn woningen die in Mei 1954 met een termijn van 3 maanden onbewoonbaar verklaard zijn thans nog bewoond.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 196