De heer LEUS verneemt van de heer Butijn in de eerste plaats dat het verlies altijd abnormaal, althans vrij hoog geweest is. Hij heeft een lijst van verliezen van 1951 tot 1954 voor zich. Het ver lies in 1951 bedroeg 7,9$ van de inkoop. Het was toen nog gedeelte lijk mijngas en gedeeltelijk eigen fabricage, In 1952. bedroeg het verlies 9,63$, in 1955 was het 10,36$ en in 1954 reeds 11,14$. Be to tale inkoop bedroeg 4642648 M3 en plm. 11$ verlies betekent een ver lies van plm. 500000 M3. Men moet dit echter niet zien als alleen een verlies door het buizennet. Men krijgt ook het verschil in druk tussen het gas dat de gemeente van de mijnen afneemt, hetgeen geme ten wordt, en wat de gemeente zelf door het net stuwt. Dat laatste moet onder hogere druk gebeuren, zodat het in compactere vorm komt, hetgeen reeds verlies betekent. Voorts zijn de meters zo afgesteld dat het verbruik dat men krijgt door de dagvlam van de geysers niet wordt geregistreerd. Dat speelt allemaal me©. Men krijgt voorts nog de niet nauwkeurigheid in de meters. Doordat de samenstelling van het mijngas anders is dan de eigen productie-gas, zijn de rubbermoffen aangetast.Dat alles bij elkaar doet het verlies onrustbarende vormen aannemen. Men ziet het verlies steeds stijgen en het is dan ook alles zins gerechtvaardigd dat maatregelen genomen worden. Dit is de finan- ci'êle kant van het- lekverlies, maar die heeft men niet alleen, er zijn ook nog gevaren aan verbonden. Men heeft destijds kunnen lezen dat het enige maanden geleden in Vlissingen nog is voorgekomen dat de hoofdleiding lek was. De hoofdleiding zit 40 b 50 c.M. onder de grond. Het gas zoekt de minste weerstand en waar de vorst in de bo~ vengrondlaag zat, drong het gas naar de woning waar de grond zachter was. Hierdoor kwam het in de woning en is er een dodelijk ongeval voorgekomen. Wat de herstellingen betreft deelt spreker mede dat de moffen die hierbij worden gebruikt zodanig bestand zijn tegen de samenstel ling van het gas dat lekkages worden voorkomen. De rubber moffen die er nu in zitten drogen uit door de samenstelling van dit gas. De heer BUTIJN vraagt of dit zich niet herhalen zal. De heer LEIJS verwacht van niet, omdat men ervaring heeft opge daan in andere plaatsen waar deze, moffen goed voldoen. De heer BUTIJN zegt dat de dichtingen die niet bestand zijn ge bleken tegen het mijngas thans hersteld worden, maar de dichtingen die nu geen lekkages geven worden toch niet hersteld. De VOORZITTER veronderstelt dat de heer Butijn bedoelt dat deze dichtingen later -nog lekkages kunnen geven. Men kan op het ogenblik natuurlijk alleen de lekken nagaan en deze herstellen, "En krijgt men die dan niet meer?", vraagt de heer BUTIJN, "In elk geval niet in die mate", zegt de heer LEIJS. De gemeente bedrijven hebben zelf ook apparaten waarmee lekken geconstateerd kun nen worden, die dan door de eigen dienst worden hersteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten, XVIII.VOORSTEL TOT HET UITGAAN VAN TWEE VASTE GELDLENINGEN. IN TOTAAL GROOT f f.000. 000,--. TDossier nr, 122 e"J7~ (Verzameling 1955, nr. 77). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. VOORSTEL OM AAN DE VERENIGING VAN VROUWEN ONDER DE NAAM VAN "INSTITUUT VOOR lEISJES", GEVEStTÏÏD TE OUDENBOSCH. DE NODIGE MEDEWERKING TE"VERLENEN VOOR HET STICHTEN VAN EEN SCHOOL VÜÖR G.1.0. OP HET WOONWAGENKAB®~1TKÖRTJANTr. "("Dossier nr. "209 Pj7 (Verzameling 1955, nr. 81). De heer BUTIJN zou hier toch wel een paar dingen over willen zeggen. Uit de stukken blijkt dat de Kroon beslist heeft dat de school er kan komen. "Er mag komen", zegt de VOORZITTER, "in afwijking van de-normale bepalingen".

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 184