-16- Het laatste punt waarover hij nog even zou willen spreken be treft het plan van het ontworpen Moerdijkkanaal. Ofschoon nog niet vaststaat dat inderdaad dit kanaal zal worden gemaakt, daar nog vele bezwaren moeten worden weggewerkt, meent hij toch dat men er rekening mee moet houden, dat het er komen kan en dat men nu reeds moet nagaan voor Bergen op Zoom cf de ontworpen plannen voor deze stad zo gunstig mogelijk zijn. Men heeft in de afgelopen zomer hierover een interes sante lezing kunnen horen op het Stadhuis door een der kopstukken van de Rijkswaterstaat, Verder heeft ook de Minister van Waterstaat in de Tweede Kamer de haven van Bergen op Zoom ter sprake gebracht als een der objecten die voor verbetering in aanmerking zouden komen, zodat men zijns inziens wel mag aannemen dat, van welke kant ook, er iets gedaan zal worden. Wat hem bij de plannen van Waterstaat opviel is, dat de toekomstige haven gepland is ten Westen van het kanaal. Het zou dan zo worden dat men eerst de brug via de Halsterseweg moet pas seren om bij de haven te kunnen komen. Dit lijkt hem voorbergenop Zoom toch geen gewenste situatie. Het zou veel aantrekkelijker zijn indien de haven aan de Oostkant van het kanaal kwam, waardoor commu nicatie met stad en achterland veel beter zou zijn. Ook de afvoer van hetrioolwater zou nog' in studie moeten worden genomen, te meer waar bleek dat bij de Waterstaat hierover nog geen plan bestond. Er werd toen gezegd dat het de oplossing zou zijn onder het kanaal heen, "Is dit voor ons acceptabel?", vraagt spreker. Gaarne zou hij vernemen of dergelijke zaken reeds in studie worden genomen bij de gemeente of bij Waterstaat, De heer BOORMAN heeft, hoewel hij nog maar korte tijd de V.V.D, in de Raad vertegenwoordigt en zo nu en dan kampt met enig tekort aan kennis van historie, personen en zaken die in de bestuurlijke sfeer liggen, gemeend bij de algemene beschouwingen toch een en ander te moeten zeggen. Vanzelfsprekend gaat hij daarbij uit van zijn beginse len omtrent vrijheid en democratie en hij moet daarom iets verder dan een jaar teruggaan,, "Democrat!e"y zegt hij, "eist evenredige vertegenwoordiging,dac is niet alleen een uitvloeisel daarvan, maar ook een zaak van politie^: fatsoen. Men zou dan ook, gelet op de percentages van de stemmers voor de Gemeenteraad,mogen verwachten dat, waar de eenheidslijst" ruim 50$ haalde, de helft van de Wethouderszetels toe zou komen aan de andere partijen, bij voorbeeld de P.v.d.A, en de K.N.P. Men is echter uitsluitend afgegaan op de bij deze verhoudingen onjuiste methode van "de meeste stemmen". Waar de heer Asselbergs thans een oproep gedaan heeft aan de K.N.P, om' mee samen te werken, is er misschien in de toe komst iets te verwachten. Wat hier is gebeurd, is in tegenstelling met elders". Hij zou bij voorbeeld willen noemen Goes en Breda. Men kan wel zeggen dat er nog enkele gemeenten in het land zijn die het Bergso systeem huldigen, maar dat lijkt zijns inziens toch bedenke- lijk op het gezegde dat men zich niet schoon kan wrijven aan een vui le paal. Nu heeft dit al lang geleden plaats gehad en spreker zou daarop niet verder willen ingaan, als deze eenzijdige constellatie van Wethouders geen consequenties had die telkens weer voor de dag ko men, zich pijnlijk doen voelen en steeds weer het besef bijbrengen;dat was niet democratisch, 'Bat is bij voorbeeld het volgende. Er zijn som mige taken die tot de bevoegdheid van de Raad behoren, indertijd gede legeerd aan Burgemeester en Wethouders uit overweging dat dit effici ënter zou werken. Men heeft o.m, de benoeming van Gemeente-ambtenaren aan Burgemeester en Wethouders gedelegeerd en ook in verscheidene stichtingen de benoeming van besturen aan Burgemeester en Wethouders gelaten. Bij al deze delegaties heeft stilzwijgend voorop gestaan dat de verhouding Wethouders-Raad - waarbij uiteraard de Raad het belang rijkste orgaan is - de normale democratische spelregels zouden gelden. Nu dit niet het geval is en de Wethouders tegen alle redelijkheid uit één partij komen, is de enige conclusie dat deze delegaties ongedaan moeten worden gemaakt. Het'is nu zo dat Burgemeester en Wethouders al le ambtenaren en alle stichtingsbesturen benoemen, zonder' dat de Raad daarin wordt gekend en geen gelegenheid dus heeft om bij benoemingen zeer gegronde bezwaren tegen een candidaat naar voren te brengen enz. Spreker denkt bij voorbeeld ook aan de eerstdaags vacante functie van directeur van het woningbedrijf, een functie die naar zijn mening to taal overbodig is„ Omtrent zijn bezwaren tegen de in wezen eenzijdige

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 16