-9- Voorts zijn in artikel 10 de diploma-toelagen belangrijk ver hoogd en gebracht op 198, 156, 120,— en 78, Artikel 12, voor wat betreft dienst- en werkkleding, is in voor bereiding. Men zal hierover te zijner tijd voorstellen ontvangen» Artikel 15 komt straks aan de orde. Dit betreft de toekenning van kindertoeslag. Artikel 14 bepaalt de rijwieltoelage. De oude A.S.V. kent drie soorten: 30,--, 45,— en 60,--. Hier worden twee categorieën voorgesteld, namelijk 52,- en 72,Het gebruik van bromfiets is eveneens ingelast en de vergoeding daarvoor bedraagt 150,j bij intensief gebruik 210,— per jaar. Voorts is ook artikel 17, waarin gesproken wordt over het verrich ten van zware gevaarlijke en vuile arbeid, een regeling welke in de A.S.V, 1948 niet bekend was, terwijl is opgenomen artikel 19, waarin sprake is van het salaris van de directeuren van gemeentewerken en gemeente-bedrijven, waar de salarissen in de nieuwe A.S.V. en in de nieuwe: richtlijnen lager zijn dan ze hier zijn vastgesteld. Omdat bei de directeuren een salaris hebben hoger dan hierin is vastgesteld, moest deze bepaling opgenomen worden, welke alleen geldt voor de hui dige functionarissen. Als men nieuwe functionarissen in dienst krijgt, moet men er rekening mee houden dat de salarissen lager zijn dan in de A.S.V. 1954 vastgesteld. Voorts is rekening gehouden met een 7e loongroep. Voor wat de sa- larisstaat B betreft, de indeling van de werklieden, waarover de heer - Ratsma gesproken heeft, dit heeft zijn oorsprong gevonden in het feit dat de bestaande regeling in geen enkel opzicht bevrediging heeft ge schonken. De gemeente kende 6 klassen, het rijk 15. Burgemeester en Wethouders voelden er niets voor om over te gaan tot indeling van 15 klassen. Spreker is het met de heer Ratsma eens dat 7 reeds vrij veel is, maar hij zou willen opmerken dat de groepen 1 en 2 in deze rege ling van geen betekenis zijn. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend een schematisch over zicht te moeten maken van de nieuwe: functie-opbouw met zogenaamde uit looprangen. Als men de staat bekijkt, dan zal men zien dat bij voorbeeld een hulpwerkman is ingedeeld in de 1e loongroep, een werkman in de 2e loongroep, een werkman 1e klasse in de 3e loongroep en een voorman- werkman in de 4e loongroep. De voorman-werkman is bedoeld als eindrang. Burgemeester en 'Wethouders en Georganiseerd Overleg gaan van het stand punt uit dat een hulpwerkman ongeschoold is als hij in dienst van de gemeente komt. Als deze man enkele maanden in dienst van de gemeente is, dan is hij werkman, dan is hij geoefend en na enige tijd, bij voor beeld een jaar, is hij werkman Ie klasse met de mogelijkheid dus dat hij voorman wordt. Maar dat is niet voor allemaal de bedoeling. Wat de indeling, van de werklieden betreft, de werklieden begin nen bij de 4e loongroep. Een fitter bij voorbeeld begint in de 4e loon groep, de 1e klasse fitter staat in de 5e loongroep en een eerste fit ter in de 6e loongroep, En als hij chef-fitter kan worden komt hij in de 7e loongroep. Dat impliceert niet dat degenen die als fitter of mon teur in dienst van de gemeente zijn, chef-fitter worden. Dat zou een ongezonde toestand zijn. De rang van chef is uiteindelijk bedoeld voor mensen die leiding geven aan een groep vaklieden, die werkzaamheden on der hun toezicht uitvoeren, terwijl zij voor deze werkzaamheden ver antwoordelijk zijn. Voor wat de definitieve rangschikking van de loongroenen betreft, de hulpwerkman is ingedeeld in de eerste loongroep, in de 2e loongroep - de werkman, de geoefende. Van het personeel thans in dienst van de ge meente is niemand in deze toongroepen ingedeeld. Daarom kan men deze twee toongroepen buiten-beschouwing laten. Dat neemt niet weg dat wan neer straks iemand in dienst komt van de gemeente, de mogelijkheid niet ie uitgesloten dat hij met een aanvangsalaris begint in deze 1e of 2e loongroep. In de 3e loongroep- zijn ingedeeld de meer geoefenden en de half-vaklieden, in de 4e loongroep de vaklieden of daarme© gelijk te stellen, in de 5e de vaklieden met bijzondere bekwaamheid of daarmee gelijk te stellen, in de 6e vaklieden met bijzondere bekwaamheid en verantwoordelijkheid en in de 7e zoals hij reeds zei chef-vaklieden. Door de heer Hertogh is er ook nog op gewezen dat in de A.S.V, geen vacantiedagen zijn opgenomen en de vacantietoeslag niet is vermeld. Dat is echter in het Ambtenarenreglement geregeld. Dat kan nooit gere-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 166