'X
-~6~
Watde verordening in het algemeen betreft merkt spreker op dat
hij daarin mist de vaststelling van het aantal vacantiedagen en daar
bij ook ae vacantietoeslag, Spreker wil het voorlopig hierbij laten.
De heer ASSELBEEGS zon enkele vragen willen stellen van meer al
gemene aard. Hij vindt deze materie nogal compact. Misschien komt het,
meent hij, door zijn weinige ervaring als lid van de Gemeenteraad,
dat er enkele vraagpunten voor hem zijn» Op de eerste plaats zou hij'
dit willen vragen. Is het zo, dat de circulaire van de Minister, wel
ke in de stukken wordt aangeduid, namelijk de circulaire van 1 Novem
ber, betrekking heeft op de 6^ loonsverhoging en als het inderdaad zo
is, moet dan deze 6^ in de genoemde cijfers nog worden gecalculeerd?
Voorts zou spreker nog dit willen vragen. Men weet al dat er laatst
overleg geweest is tussen de verschillende organisaties en het Mini
sterie tot herziening van de salarissen van de ambtenaren. Spreker
gelooft dat de besprekingen zijn afgebroken, maar hij meent dat er
toch bepaalde consequenties ten aanzien van de verbetering van de sa
larisregeling aan verbonden zijn geweest, Hij onderschrijft graag de
woorden van de heer Hertogh dat het minimum loon en salaris inder
daad minimaal voorkomt. Bij de hogere salarissen is dat betrekkelijk
moeilijk^te bekijken. Voor een goede is het te weinig en voor een
slechte is het te veel. Hij wil aannemen dat men allemaal goeden
heeft en dan is het dus te weinig.
Een andere vraag die spreker zou willen stellen is zuiver tech- -
nisch, namelijk een vraag betreffende de huwelijkstoelage. Zo iemand
meer verdient dan 3264,dan kan hij geen huwelijkstoelage meer
ontvangen, opreker zou willen vragen of dit en de hele salarisveror—
dening alleen geldt voor ambtenaren in vaste dienst of dat ook voor
de arbeidscontractant deze salarisnormen worden aangehouden.
lot slot zou hij deze vraag willen stellen. Om de hele zaak be
ter te kunnen beoordelen is het plezierig een inzicht te hebben in
het netto-inkomen. Vandaar zou hij willen vragen, hoe ligt de premie
voor pensioen., ziekte etc.? Als deze premie hoog is gesteld dan zou
den de bezwaren door de heer Hertogh naar voren gebracht in kracht
toenemen.
De heer VAN DEE VELDEN zou hier nog een kleinigheid aan toe wil
len voegen. Hij zou willen opkomen voor de chauffeurs in dienst van
de gemeente. Aanneem deze een aanrijding krijgen, moeten zij zelf de
boete betalen. Hij had graag dat dit op een of andere manier in het
salaris verwerkt werd of dat de boete voor rekening van de gemeente
genomen werd. Wanneer dit gebeurt, was het wenselijk dat de chauf
feurs die in het verleden boete hebben betaald ditterugbetaald krij
gen.
De heer EATSMA' merkt op dat het eerste wat hem is opgevallen bij
het doornemen van deze A.S.V. is,' dat ze in werking zal treden 1 Ja
nuari 1954 en door de Eaad behandeld wordt 25 Maart 1955. Dat is dus
15 maanden na de inwerkingtreding. Spreker is er zich van bewust dat
de salarisregeling een zeer ingewikkelde zaak is. Hij heeft er lang
op moeten studeren voor hij hem door had en misschien heeft hij hem
nog niet helemaal door. Het is erg ingewikkeld. Er is ongetwijfeld
veel vooroverleg voor nodig, maar 15 maanden komen hem toch wel rij
kelijk lang voor. Spreker neemt aan dat de meeste verhogingen die de
verordening meebrengt in vergelijking met de vorige, in 1954 reeds
aan de ambtenaren ten goede zijn gekomen, doch mogelijkerwijze ver
wachten toch sommigen nog een douceurtje. Zijn eerste vraag is nu wat
aanneming van deze verordening voor de gemeente over 1954 aan extra
lasten nog mee zal brengen.
"Dan", zegt spreker, "de tijd dat in een salarisverordening een
werkman een werkman was, ligt lang achter ons1.1 Men kan het er over
eens zijn dat dit inderdaad niet het geval is, maar dat men met de
differentiëring steeds verder gaat, zal zijns inziens toch ook leiden
tot onrechtvaardigheden. Hij meent ook dat het niet bevorderlijk zal
zijn voor de goede geest in het werklieden- en ambtenarencorps. Men is
thans gekomen tot 7 toongroepen voor werklieden en spreker begrijpt
wel dat het voor het college bij lange niet een benijdenswaardige"^
taak is om in deze als rechter op te treden. Hij leest in de verorde
ning niet minder dan 18 maal "Burgemeester-en Wethouders" of "naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders enz". Aan het ooilege de taak
om uit te maken of men te doen heeft met een hulp-werkman, met een