-17-
De heer VAN MEC HELEN kan er zich mee verenigen dat het een een
malige subsidie zal zijn.
Over het voorstel van de heer van Mechelen, dat hierna in stem
ming wordt gebracht, staken de stemmen 10 tegen 10,
Vc5dr stemmen de heren Hest, de Jaeger, Batoc, Musters, Scheppink,
Ratsma, v.hoorn, v.d.Velden, v.Mechelen en Hertogh.
Tegen stemmen Mevrouw A.Juten-van As en de heren Broekmans Leijs
Houtman, Havermans, Broos, Noorman, Butijn, de Moor en v.d,Boom,
In de volgende vergadering zal dus dit voorstel opnieuw in stem
ming komen,
XXIV.VOORSTELjrOT HET VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING
INGEVOLGE ARTIKEL 101'DÉR LAGERONDERIJSWlï"~TÖ20~"En"~ARTT34
VAN HET BIS LUIT BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS 1949, AAN DE BESTU-
SM_2M-BIJZ0NpERE SCHOLEN VOOR G.LDO. 0 V.~GL0. ÏÏ.L.O. EN B.L.O.
OVER HET JAAR 1 955.
(Dossier hrTAOTTTTJ,
.Verzameling 1955, nr. 48),
De heer BU±IJN zegt dat toen de begroting behandeld werd de vraag
is gesteld,-hij meent door de heer Asselbergs-of bij de vaststel
ling van het bedrag contact gezocht is met de schoolbesturen over de
grootre van het bedrag. Geantwoord is dat dit niet het geval is ge
weest, doch dat het bedrag dat werd voorgesteld afhankelijk moest
zijn, volgens de^wet, van het bedrag dat voor het openbaar onderwijs
nodig is, aangezien hier geen openbaar onderwijs is, wordt het bedrag
vastgesteld naar de basis van soortgelijke gemeenten. Spreker zou wil
len vragenof in dit opzicht een peiling heeft plaats gehad en hoe het
bedrag is in soortgelijke gemeenten van de grootte en standing van
Bergen op Zoom.
Op de tweede plaats zou hij willen vragen, er is een tijd geweest
dau het bedrag erg aan de lage kant was. Toen is contact gezocht tus
sen het peil van^het onderwijs in Brabant en in de grootte van het be
drag. Het bleek inderdaad in Brabant aan de lage kant te zijn, terwijl
het in de andere provincies veel hoger was, terwijl bovendien het peil
van het onderwijs elders hoger lag. Als hij zich goed herinnert, is
toen een Commissie ingesteld van Brabanders en boven-Moerdijkers om te
onderzoeken of dit juist was. Spreker herinnert zich dat dit onder
zoek ook hier^gebeurd is en hij meent dat daarbij bepaalde dingen
naar voren zijn gekomen. Er werd vastgesteld dat het aantal zitten—
blijvers in Brabant 30was, maar dat van de zittenblijvers velen een
normaal verstand hadden. Het lag niet aan de leerlingen, maar aan het
peil van het onderwijs. Spreker weet nie.t of dit juist is, maar hij
heeft het van horen zeggen. Hij is nu zeer nieuwsgierig of het rapport
reeds verschenen is. en of de Raad het ter inzage kan krijgen.
De heer HOUTMAN deelt mede dat het onderzoek nog niet klaar is
en dat er dus nog geen rapport is samengesteld.
Wat dit voorstel betreft merkt spreker op dat het een uitvoering
is van het besluit van October 1954, Wanneer men een eventuele verho
ging van het bedrag onder de loupe wil nemen, dan zou dat kunnen ge
beuren wanneer op het einde van dit jaar weer het besluit moet worden
genomen om het bedrag voor volgend jaar vast te stellen. Het bedrag
is ditmaal niet vastgesteld na vergelijking met de cijfers van andere
gemeenten; het is geschied naar aanleiding van het overleg met de In
specteur van het Onderwijs, De schoolbesturen hebben achteraf noait
gereclameerd. Zij zullen het echter in de gaten houden op het einde
van dit jaar, wanneer opnieuw het bedrag wordt vastgesteld, in over
leg met de Inspecteur.
De heer BUTIJN is helemaal niet tegen deze bedragen. Hij gelooft
dat ze inderdaad redelijk zijn, maar omdat er bij de behandeling van
de begroting naar gevraagd is en de enquête enige jaren geleden ook is
gehouden, daarom wilde hij vragensis het zo up to date? Spreker meen
de dat het de bedoeling was op korte termijn andere gemeenten te vra
gen hoe daar de bedragen lagen.
De heer HOUTMAN zegt dat deze enquête nog niet is aangevangen,
omdat het bedrag van 1956 pas aan het einde van het jaar in behandeling
komt. Spreker wil graag de toezegging doen dat, wanneer hieromtrent
weer voorstellen worden gedaan, de enquête ter inzage van de Leden zal
worden gelegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.