11 §1 do zijn daarbij gekomen tot een gemiddelde. Wanneer men zou kunnen zeg- gen:"Men stelt de prijs voor een stuk grond vast op 10,per m2 en het andere waarop optie wordt verleend kapitaliseert men 4!$ per jaar hoger voor renteverlies", dan was men er, maar daar de bedragen nog niet juist zijn te bepalen heeft men gezegd:"laat men een gemiddelde prijs aannemen". Men rekent er op dat de optie geen vier jaar zal duren. Er mag worden verondersteld dat zo gauw de zaak aan het draaien is men beslag zal moeten leggen op meer grond, omdat het bedrijf in de omgeving meer ruimte vraagt. Men start met dit terrein doch men heeft practisch weinig ruimte in de fabriekshal over. Spreker denkt daarom dat men wel spoedig een beroep zal doen op het terrein waar optie op wordt gevraagd. Aangezien nog geen juiste calculatie te maken is, had de prijs 8.tot 12,kunnen zijn. Er is gezegd:"laten we de prijs op 11,bepalen en voor beide stukken gelijk houden", lat is de re den waarom het bedrag gelijk bepaald is, Wanneer men de verhouding juist moest stellen zou men moeten zeggen zoals de heer Ratsma ge steld heeft en zoals het ook wordt bepaald bij het volgende agenda punt. laar ligt de prijs voor de grond vast, daar wordt drie jaar op tie gevraagd en dat komt neer op 3i° erfpachtscanon renteverlies, lit is daar in verdisconteerd. Wanneer men de grond binnen drie jaar ge bruikt blijft de canon bepaald op 28 cent per m2. Wat het verstrekken van een lening betreft meent spreker dat de Voorzitter daarover informaties heeft ingewonnen. Ie VOORZITTER wil daarover gaarne iets zeggen. Het is in vele plaatsen gewoonte geweest industriehallen te bouwen en deze in huur koop te geven aan de reflectanten. In andere plaatsen is weer hypo theek verstrekt» loor de heer Ratsma is gezegd:"le gemeente moet niet de rol van geldschieter op zich nemen", lat is inderdaad juist en daar waakt ook wel het hogere toezicht voor. Ie gemeente moet niet als bankier optreden tegen tarieven die het bankwezen niet zou kunnen accepteren. Maar in dit geval hebben Burgemeester en Wethouders zich vergewist dat er geen bezwaren tegen zouden bestaan» Waarom deze on derneming aan deze bepaalde worm de voorkeur geeft? Spreker vermoedt dat men voldoende contanten heeft om binnen korte termijn het gehele kapitaal zelf te verschaffen» Tenslotte, als men met de industrie moet onderhandelen over vestiging en over verkoop van grond, dan zal zijns inziens de Raad begrijpen dat men wel eens zaken moet doen niet met - de orthodoxe van ouds beproefde methode» wanneer men voldoende ze kerheid heeft dat geen verlies geleden wordt door de gemeente, kan de gemeente blij zijn op deze wijze de transactie te kunnen afsluiten, loor de heer Butijn is gevraagd of men niet te ver gaat met het verlenen van concessies aan een bepaalde industrie en daardoor deze industrie van een andere gemeente afsnoept. Spreker gelooft niet dat men te ver gaat als men de kranten leest en ziet wat er in andere ge meenten gebeurd is» Men kan ook wel eens te conservatief handelen.Bo vendien is van afsnoepen geen sprake» De Zeeuwsche Confectiefabrieken zijn hier reeds geruime tijd gevestigd. De heer BROOS kan daar- aan toevoegen, naar aanleiding van de vraag van de heer de Jaeger, dat de Zeeuwsche Confectiefabrieken thans inderdaad in Middelburg haar hoofdkantoor hebben, maar reeds drie jaar gevestigd zijn in de school aan de Koo-rdsingel. Dit kan be schouwd worden als een dependance van dit bedrijf. De firma heeft een aanbieding gedaan aan Burgemeester en Wethouders met de mededeling dat zij van plan is het totale bedrijf van Middelburg naar Bergen op Zoom te verplaatsen. Waar men thans gevestigd is, is niet voldoende ruimte, terwijl het college bovendien met dat gebouw andere plannen heeft.In een vorige vergadering is het voorstel aangenomen om een industriehal te bouwen voor de Rijkswerkplaats en de Werkplaats voor minder validen en Burgemeester en Wethouders vinden dat een mooie gelegenheid om daar een fabriekshal bij aan te sluiten. Van het aftroggelen van in dustrie van andere gemeenten is geen sprake. Er is een aanbod van de ze industrie om zich hier te vestigen zonder dat bepaalde financi'e'le voordelen zijn aangeboden. Op de vraag van de heer de Jaeger hoeveel mensen er geplaatst kunnen worden kan spreker mededelen dat het de bedoeling is dat het aantal arbeidskrachten hier geleidelijk.wordt opgevoerd tot- 200. De vraag welke consequenties hieraan verbonden zijn begrijpt spreker niet goed»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 144