IX. VOORSTEL TOT HET ONDERHANDS VERPACHTEN VAN GEMEENTEGROND AAN: I. W.HAGENAARS TE BERGEN OP ZOOM; II, WEDM.P.VITHAGEN-BAARTMANS TE BERGEN OP ZOOM. Dos'sïöërRnr. 41 E-4~J, (Verzameling 1955, nr. 45). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. X. VOORSTEL TOT: al-HET AAN DE N.V. ZEEÜWSCHE CONPECTIEPABRIEKENGEVESTIGD TE MIDDELBURG, VERKOPEN VAN EEN INDUSTRIETERREIN VOOR DE BOUW van"~een Fabriekshal b) HFT"IJTTF==F[JB"*T=TMMELDE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP VERLENEN VAN STREKKEN VAN EEN BEDRAG VAN Dossier~nrT~T86' B) Verzameling 1955, nr. 58), BANKGARANTIE. De heer RATSMA merkt op dat hem bij dit voorstel is opgevallen dat de prijs voor de bouwgrond voor a. en b. dezelfde is, dat wil zeg gen dat de gemeente voor de onder b. genoemde grond, waarover zij dus gedurende mogelijk vier jaar de vrije beschikking niet meer heeft, hetzelfde bedrag krijgt als voor de grond welke zij vandaag oplevert. "Men zou zo zeggen", veronderstelt spreker, "dat de onder b. bedoelde grond duurder zou moeten zijn, omdat men daarop renteverlies heeft". Spreker zou wel willen horen waarom de prijs hiervan gelijk is. Wat punt o. betreft, het verstrekken van een lening va.n ƒ80.000,= ter gedeeltelijke financiering van de fabriekshal, dat is voor Ber gen op Zoom een novum. Het is hem bekend dat andere gemeenten deze weg reeds eerder bewandelden. Er kunnen bijzondere motieven zijn voor de gemeente om deze stap te doen. Men kan dit doen in een afgelegen gebied, waar bijzondere concessies nodig zijn om tot industrievesti ging te komen. Spreker denkt ook aan de mogelijkheid van enkele jaren geleden, toen er een grote geldschaarste was. Maar dat gold ook voor de gemeente. Het is hem niet duidelijk waarom onder de huidige omstan digheden de gemeente als geldschieter moet fungeren, temeer niet, waar een volledige bankgarantie wordt gesteld. Spreker heeft tegen dit voorstel geen principi'éle bezwaren, maar hij meent dat de gemeen te niet als geldschieter moet optreden. Hij zou graag vernemen wat de bijzondere motieven zijn waarom dit voorstel aan de Raad wordt ge daan. De heer DE JAEGER zegt in tegenstelling van de heer Ratsma dit voorstel ten volle toe te juichen. Maar hij zou toch enkele vragen willen stellen, waarover hij graag ingelicht zou worden. Ten eerste zou hij willen vragen, wanneer de fabriekshal er staat, hoeveel mensen daar in de toekomst geplaatst kunnen worden. Ten tweede zou hij willen weten of er consequenties aan verbon den zijn en zo ja, welke dat zijn. De heer BUTIJN wilde het alleen hebben over punt c. Hij is over tuigd dat die 80,000,- volkomen safe zijn door de bankgaranties die gesteld zijn, maar hij meent dat enkele jaren geleden de tip gegeven is dat men onder elkaar geen vliegen moest afvangen en geen concessies doen die niet oirbaar waren omdat men dat een soort oneerlijke con currentie vond om industrie tot zich te trekken. Spreker zou willen vragen of dit er niet onder valt. De heer HAVERMANS kan in antwoord- op de vraag van de heer Rats ma over de twee- prijzen die genoemd zijn en die gelijkluidend zouden zijn mededelen, dat deze aangelegenheid een punt van bespreking heeft uitgemaakt in het college van Burgemeester en Wethouders en dat men hierbij van het beginsel is uitgegaan dat de grond eigenlijk niet juist gecalculeerd kan worden. Men heeft hierbij de zaak vooruit moe ten lopen, zonder een zuivere calculatie van de grond. Men kent de aankoopprijs, maar men kent niet de afkoop van de pacht. Men kent de begroting van de Grontmij om te egaliseren en de grond bouwrijp te ma ken, maar men kent niet de uitslag van de aanbesteding hiervan.. Hier wordt een gelegenheid geboden voor uitbreiding van de in dustrie en men zou kunnen zeggen een tamelijke uitbreiding van de in dustrie. Burgemeester en Wethouders zijn aan het cijferen gegaan en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 143