16 305 leerlingen van de 3de klasse der lagere school voor behandeling in aan merking kwamen, d.i, 47/a. 12 leerlingen zijn na oproep niet bij de tandarts geweest, d.i. 3,B%* Uit het voorgaande valt te besluiten, dat de resultaten van de school- t and ver zorging, wat deelname en opkomst van de leerlingen betreft, onverdeeld gunstig zijn gebleven. De cijfers in het verslag leren ons, dat halfjaarlijks door 5 tand artsen 1345 kinderen in een of meer zittingen zijn behandeld, d.i. gemiddeld 269 kinderen per hoofd per half jaar. Daar deze getallen slechts 3 klassen van de lagere school betreffen, is enige bezorgdheid ten aanzien van de mogelijkheid om in de toekomst aan alle leerlingen, die hiervoor in aanmerking komen, tandheelkundige hulp te verschaf fen, wel op zijn plaats. Een gemiddelde van 45^ der leerlingen behoeft per half jaar behande ling. Het huidige aantal kinderen van het L.O. bedraagt 5745, Indien we voor de toekomst onze begroting hierop baseren, zullen uiteindelijk 2585 kinderen, d.i. 517 kinderen per hoofd per half jaar behandeling behoeven. Hierbij dienfr dan nog rekening te worden gehouden met het jaarlijks accres van het aantal leerlingen (467 in 1954) en de toename van het vullingsgetal met het ouder wor den der leerlingen. Het komt wel gewenst voor reeds nu te overwegen, welke maatregelen voor de toekomst genomen dienen te worden om san deze moeilijkheid adequaat te gemoet te komen. git-Gele Kruis. Terzake van praenatale zorg werden 49 zittingen gehouden, waarbij aan 83 moeders 530 consulten werden verstrekt, In 1954 werden 336 kraamvrouwen, door het git-Gele Kruis geholpen, n.l, 214 met interne en 122 met externe hulp. De zuigelingenzorg vindt plaats in twee consultat iebureaux. In het gebouw aan de Geweldigerstraat wordt twee maal per week en aan de Stalenbrug eenmaal zitdag gehouden en wel in de Geweld igerst raat 94 maal, waarbij 315 kin deren in totaal 4.783' maal werden onderzocht, ^ian de Stalenbrug bedroeg het aan tal zittingen 48, waar 152 kinderen 2.190 maal werden onderzocht. Ten aanzien van de kleuterzorg kan xrorden opgemerkt, dat bemiddeling werd verleend bij het plaatsen van zwakke kleuters in kleuterherstellingsoorden, waarbij tevens wordt bij gedragen in de kosten van de uitzendingen. Tot het in stellen van een consultatiebureau voor kleuters kon niet worden overgegaan, omdat de aanvrage tot een verhoging van het gemeentelijk subsidie geen gehoor vond. Ten behoeve van de geestelijke volksgezondheid werd tweemaal per maand zitdag gehouden, alwaar een op dit gebied bevoegd arts de noodzakelijke adviezen verstrekt. Ter behartiging van de belangen van zieken, de tuberculose-, de rheuma- en kankerbestrijding alsmede de zorg voor lichamelijk gebrekkigen heeft de ver eniging vijf volledig gediplomeerde wijkverpleegsters in vaste dienst. Deze ver pleegsters brachten in 1954 aan 577 patiënten 27.218 bezoeken. Uit het magazijn worden naar behoefte alle soorten verplegingssrtike- len verstrekt. Hiervoor is een gediplomeerde religieuze verpleegster in dienst, die in 1954 aan 882 gezinnen 1822 verplegingsartikelen verstrekte. Bovendien werd door deze verpleegster aan 41 personen 379 maal hulp verleend, en werden 3 hoogtezon patiënten 41 maal behandeld. De ontvangsten bedroegen in 1954 rond f.44.950. tegen een uitgave van f,51.480.-. Het verlies bedroeg derhalve f.6,530.-. In 1954 werd aan het gemeentebestuur een verzoek gericht tot het verlenen van een subsidie op pres tatie-basis, Dit verzoek is afgewezen, doch het subsidie dat in 1954 f,0,75 per lid bedroeg werd verhoogd tot f.1.-- per lid. Daar het ledental op 31 De cember 1954 ongeveer 4000 gezinnen omvatte, zouhet subsidie over 1954 bedragen f,4.000,-. Het tekort over dat jaar wordt hiermee gereduceerd tot f.2,530.- welk bedrag moet worden gevonden uit het destijds gevormde bouwfonds. Dit bouw fonds was bestemd om in de nieuwe wijk een consultatiebureau in te richten. Door de opeenvolgende jaarlijkse tekorten is het ingesehrompeld tot een voor dat doel niet meer geschikt bedrag.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1955 | | pagina 112