esao wxroofsg isM si;. rc©i©h#h-;ecr r;x xx at tstu jLc.js aseJ?» H9ff9xi) 9w isfjiii ^risiiis aoxtiiairpsQiioo suaxmxoovno a.5 !ioov ^oobxanlD'rie" som 9w xrcx gxirlaci nxcv IxsiooV ax...ill »ii9cfd9h A bxaobxrfaecf aa-iovst fxl .nevcgixxr saafrxPibsq estio msv grixqfiixxAiïx el ass jxs&tsw H3S§ tfeit? Blood's ano isif d^x'shrto.^nev X9iu xsioo.Y 9b xoshnixM ixxrxascf iof P i :-oi€i i i siij ha-O inr' Dans n x .x; 3 j'.r? x-xv fi :iu ti x o x 2 n X fsi i I a i& sW «laia© ix c ox ;i fT:3*;dlXT .I.fcXXv>': 3*?*' j XYUsT YOWRXXXXd i 9A -'«.AVWij O d - 9'b II 3 5Cfx O O V r ±3" fllTSd dg L' negjr-xh"i'..al^xèS%ïteMe^srijSÉg©tras li it li? sjÖehjOê&xr©etaf öb stgwstë öiïaixai?sawöjastTix#£ tdsrbtdi|© v-iiis#li® a^xö®ft xxi. ÉdïiSjilfxsieinl3if9SQf&saifhg;§jLWdmé£M£w^M&'Bi®Mi$9%bzt$&Si'owoïliïDhf ,.two.xxaxiortögncöolrIiroix >éxixHv©£%d"3h:öfe§ïïajSi^^s^lGagS.öxxxrox' flgïIMf .xtooS ©h'qI's'MöW-~£kê -è'Èisk eb nevTgrcxBuhxii! |rtóf .©«##©$$@©1uDJqO#xxixxi^^/ ïxvxxr.cixx:^]|ü^,x^is.'Sgêö$g^Viï@&lsf.|SaS$lJü'iéK jfoéw SPQr xil «ti8ixo.hö3 bxocwins ixoon al olie Z..-7 tox[ ai qmxxDuiuxi'iW o^llfeiflubd ,0X91' gxalxxng^xxxlocrxxxijxxixsCr xe-A- xixxx' x; xixxXop «él-ff ^©fixassS axxx,. .ex é5g ff.öv gixxax^'S-S^lgx-ivll ff 8 Vin 'if!V'gxvxlx xxi 710 Alt AH DéÜlxf fr M.'ï Sqtó è'i-i mM 8 c 7 2 xx, 8± 3 9ilx AxE «a'Sff -ed 8Bx£slI#i.',|t©x.!iTgg'vx-;x xxt)g8wiiglx)aXxx±8±l,:.rxfi"fg):7' .x:x.;o;x;Sg.iiÉ'ïl:G£aagEi3ig5föxi(/r' Ijxöliiorlsewi tifiv 9vcgfiigj:s8£9teiIioaitf{3xcfC:'g-9fi£ig's m V'V[ 8ixv;xfOiirof;'9€t'jaö9.;a.9gi.e 'ar^otfis^ i.iv ii©iFoiialG[£iix6dcxlx';/ol/lQE3itj4I'l@@ii#ac H ym&%.o£beéi.1 'é&È&$&Ó8iï.&tQèiêb M&itóxjYjyx' ;7alxiiüYrxoxel txyyo ;xJi o. ..r^x xójc^xgt"+ -20- voor'dit jaar weer uit de brand is. Het perspectief voor volgende jaren'geeft echter, als de reserves zijn uitgeput, een groot vraag- teken0 In deze begroting merkt men,volgens spreker nog niets van èeh streven om voor de toekomst naar een gematigder rekening te komen. Hit is ten dele het gevolg van de omstandigheid dat de inkomsten voor dit jaar en ook voor de toekomst zo zeer onoverzichtelijk zijn, dat men maar even aanziet hoe het zich ontwikkelt. De post Rijksbijdrage is wel erg gecompliceerd geworden, ze beheerst eigenlijk de begroting. Yoor 1953 is dit reeds gebleken. Toen werd er een deficit geraamd van naar hij meent 3 ton, die door dé verhoogde Rijksbijdragen intussen is teruggebracht op 175.000,Mogelijk zijn dergelijke wijzigingen ook voor"1954 te verwachten. Daartegenover staan echter öok vergrote uitgaven. De salarisverhoging van 5^ die op 1 Januari jl. is ingegaan is nog niet verwerkt in de cijfers der begroting. Ook de afschaffing van de schoolgelden komt niet tot uiting in deze begroting. Verder zal er naar zijn mening rekening mee moeten worden gehouden, dat het bedrag aan opcenten op de personele belasting van 7"ir op Aiff0 wordt gebrachte Zo zijn er vele factoren die het zo moeilijk maken een beeld te krijgen hoe het nu eigenlijk staat met het tekort op deze begro— ting. Sedert het opmaken daarvan tot thans is geruime tijd verlopen. "Mogelijk zijn er bij het college thans nadere gegevens binnen gekomen", ..veronderstelt spreker, "die van invloed zijn op dit tekort of die een ander perspectief openen ook voor de toekomst". Gaarne zou spreker vernemen of het college hierover iets kan mededelen, de Deden van de Raad zouden dan wat rustiger tegenover deze en volgende begrotingen kunnen staan0. Ha alles wat gesproken is over de principiële kant meent spre ker zich te kunnen beperken tot enkele zakelijke opmerkingen. Hij vond het interessant het betoog te horen van de heer Asselbergs. Het was eigenlijk niets nieuws."We weten", zegt hij, "wat we aan elkaar hebben, maar het doet goed dit nog eens een keer te horen in een mis schien andere"vorm en een nieuw geluid. Maar eigenlijk is het oude bekende kost". Het standpunt van de heer Asselbergs kan spreker zich goed in denken, het is trouwens ook zijn standpunt. Hij ziet het so dat de Raad bij dit werk het geestelijke niet kan scheiden van het stoffe lijke, dat die twee' ongetwijfeld .aan elkaar verbonden zijn. Hij vindt de stelling dat het geestelijke iets persoonlijks is en binnenkamers moet blijven, ouderwets. Men zal het stoffelijke in de eerste plaats naar voren moeten schuiven, omdat het daar om gaat, maar zo ziet hij het niet0 Hij kan zich in dat opzicht goed aansluiten bij de heer Asselbergs die gezegd heeft dat men het stoffelijke en het geestelijke in het werk van de Raad moet samnebrengen en dat men deze uit het zelfde standpunt moet kunnen bekijken» Dit wilde hij over het principiële zeggen, omdat anderen ook gemeend hebben het te moeten doen, Eigenlijk achtte hij het overbodig omdat men weet wat men aan elkaar heeft. Wat het belang van onze stad betreft staat wel in de eerste plaats voor ogen het geringe bouwvolume dat de gemeente voor de vol gende 3 jaren is toegewezen. Ha hetgeen hierover in de laatste Raads vergadering is gesproken behoeft; spreker er niet breedvoerig op in te gaan, maar hij meent dat men zich toch wél moet realiseren dat het niet aanvaard kan worden, onder geen beding. Met alle middelen moet zijns inziens getracht worden een wijziging daaxrin te krijgen» Hij hoopt dat Burgemeester en Wethouders zich niet zullen neerleggen bij welke fraaie berekening en bij welke argumenten ook, doch"diligent zullen blijven totdat een aannemelijke wijze is verkregen. Het is niet alleen de vraag van het aantal woningen welke de eerstvolgende- jaren ter beschikking zal komen, ofschoon dit op zichzelf"ook belangrijk genoeg is, doch het grijpt veel verder om zich heen. De vraag zal komen;"Wie mag dit betrekkelijk gering aantal woningen bouwen?". Het wordt zijns inziens een strijd tussen de gemeentelijke en de parti culiere woningbouw. Als ideaal ziet hij het in de toekomst zo, dat de gemeenten zelf van de zorg van de woningbouw moeten afkomen en dat verenigingen en particulieren dit overnemen, maar dat zal hier misschien niet zijn door te voeren omdat de particuliere bouw wel eens zofn groot stuk kon opnemen dat er voor de minder draagkrachtige cate- x X Xox: -X X.x' ,;.XX:. X .oX ,..OoX

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 90