I r
I
U\\
niii
m
ib.
I
-1 6—
lijk om de mensenziel té helpen in deze moeilijke tijden, niet om hen.
stoffelijk om te kopen".
Spreker begrijpt niet hoe men, na alles wat men heeft neerge-
kalkt, nog durft spreken over het redden van mensenzielen» Hij vindt
dat een gruwelijke belediging. Zijn politiek is evenzeer opgebouwd
op een Christelijke levensovertuiging, maar hij is zeer bescheiden
met het redden van mensenzielen. Spreker weet niet of dit op de weg
ligt van de politieke partijen, maar dat de partij van de heer van
Mechelen bij het redden van mensenzielen, op de wijze zoals zij meent
de strijd te moeten voeren, een groot aantal zal hebben behaald ge-
looft hij niet, Haar zijn mening zal de heer van Mechelen, wanneer
hij met deze zielen bij de hemelpoort aankomt, teruggestuurd worden.
"Zoals men heel goed weet is in de lande de K.H.P. daarom tegen
samenwerking met de Partij van de Arbeid",
"Vfe nemen daar graag nota van", zegt spreker. Hij weet niet of
het in Bergen op Zoom anders gesteld is dan elders en men helemaal
niets van hen wil weten,"Maar dat valt misschien mee", denkt hij. Hij
neemt er niettemin graag.nota van, maar'wil er wel op wijzen dat men er
tegen kan zijn met een politieke partij te moeten samenwerken, maar
dat men in de practijk daartoe vaak gedwongen zal worden.
Zoals door de heer Asselbergs is opgemerkt, zijn de grote par
tijen in den lande ook op elkaar aangewezen, al zijn zij het in vele
opzichten niet met elkaar eens en al verschillen ze in hun uitgangs
punt. Maar"het land moetbestuurd worden en daarvoor hebben ze el
kaar nodig. Wanneer de K.H.P. eenmaal 30 zetels zou hebben behaald,
als het ooit zou gebeuren, dan zal zij ook met de Partij van de Ar
beid moeten samenwerken, al doet ze dat niet van harte,
"De Partij van dë Arbeid die de schuld draagt dat Indonesië voor
ons land verloren is", is in zijn algemeenheid een ernstige beschuldi
ging» Alle maatregelen die getroffen moesten worden vereisten 2/3
meerderheid en het is düs niet alleen de Partij van de Arbeid die de
besluiten genomen .heeft,
"De Partij van de Arbeid weigert de waarde van het huisgezin in
Christelijke geest aan te slaan, die alleen maar spreekt van stoffe
lijke voordelen te geven aan de mensen". Dit zijn leugens. Welkebe—
schavingsstrijd is de laatste 50 jaar niet gestreden, Hoe zijn^niet
mede door de socialistische strijd - hij zegt "mede", omdat hij weet
dat zij het niet alleen hebben gedaan -maar mede door hun strijd zijn
de mensen opgeheven en ontvankelijk geworden voor de hogere waarde
van de wetenschap en de cultuur,
"Daarom burgers en burgeressen van het Partij van de Arbeid bil
jet, stemt op Woensdag 27 Mei lijst 7? de laatste lijst op het stem
biljet, G-ij zult daarvan zeer veel plezier beleven".
Spreker heeft er natuurlijk niet op gestemd en hij heefteer ook
geen plezier aan beleefd, "Maar dat kan nog komen", meent hij.
Deze pamfletten maken de indruk dat ze zijn geschreven door
iemand die 25 jaar heeft geslapen en plotseling de zaak op de oude
voet wil voortzetten. De Partij van de Arbeid wordt beoordeeld zoals
de oude S.D.A.P. vroeger was. Dat wil niet zeggen datalles wat ge
schreven is op deze partij zou slaan, maar men heeft geen enkel oog
voor de nieuwe verhouding die na de oorlog gekomen is. Spreker moet
er bij zeggen dat hij er aan twijfelt of de schrijver van de stukken
inderdaad aanhanger is van de K.H.P. In een der pamfletten staat dat
de heer Ratsma'wel weet dat de heer van Mechelen de stukken niet ge
schreven heeft. Dat zou in kunnen houden dat hij weet wie ze wel ge
schreven heeft. Spreker wil zich er niet over uitlaten, maar^het is een
bepaalde stijl die wel herkend zou kunnen worden. Misschien is het
voor de heer Broos, als vice-voorzitter van de'K.V.P. heel aardig te
weten of de schrijver aanhanger is van de K.V.P.
De conclusie van spreker uit deze pamfletten is, dat er ook in
deze verkiezingsstrijd verliezen zijn, o.a. lijst één, Maar dit ver
lies valt in het niet bij het grote verlies en dat is^naar zijn me
ning aan geen twijfel onderhevig, de grote verliezer is de Kerk. Want
als Christenen -op deze wijze politiek bedrijven, dit is ook als ant
woord aan de heer Asselbergs, en zich uitdrukkelijk op de grondslag
stellen van het Christendom en zich daarbij ook nog gaan aanmatigen
zielen te willen redden* terwijl ze de meest elementaire grondslagen
van het Christendom uit het oog verliezen, de naastenliefde, de waar-
1