-12-
hem dat de heer Assclbergs er op heeft gewezen dat het van belang is
dat wij gemeenschapsmensen zijn. Wanneer wij uitvindingen zouden doen
of icunstwerken zouden scheppen en we behouden die voor ons zelf, om
het weer mee te nemen in het graf, dan is er geen cultuur gevormd,
dan gaat het met de mens verloren. Spreker gelooft dan ook dat het
de taak is van het gemeentebestuur,wanneer het de cultuur wil bevor
deren, gemeenschapsvormend te werken, te proberen de burgerij actief
te doen deelnemen aan het gemeenschapsleven. Dat zal moeten gebeuren
ieder naar zijn eigen aanleg, zijn eigen beginselen, zijn eigen le
vensbeschouwing. Cultuur komt tot ontwikkeling door wederkerige in
werking van de mens op de gemeenschap en omgekeerd van de gemeenschap
op de mens. Daarom heeft"gemeenschap vormen nooit betekend gelijk
soortige mensen te maken. Integendeel, het betekent dat iedere mens
krachtens zijn eigen aanleg zich in vrijheid zal kunnen ontplooien.
Ook de politieke strijd is naar sprekers mening een vorm waar
door het gemeenschapsleven kan worden gestimuleerd. Immers, de poli—
tieke strijd heeft tot taak de mens verantwoordelijkheid bij te bren
gen tegenover de gemeenschap en hem te betrekken in de behartiging
van de algemene belangen. Wanneer we nu onze politiek zo bekijken,
zal men tot de conclusie kunnen komen, dat daar niet zo heel veel van
tereoht komt.
In dit verband meent hij er op te mogen wijzen dat de bijdrage
welke de Partij van de Arbeid door hahr politieke strijd de gemeen
schap wil bewijzen, in Bergen op Zoom moeilijk tot zijn recht kan
komen, omdat men als groep - en hij legt de nadruk op "als groep" -
doelbewust buiten de gemeenschapwordt gestoten» De spiegel van het
culturele leven in de stad is het dagblad, dat alles wat zich in
het culturele leven van Bergen op Zoom afspeelt, of het nu neutraal,
protestant of katholiek is, aan de lezers uitvoerig voorhoudt."Maar"
zegt spreker, "onze beweging en alles wat in de geest daarmee ver-
bonden is, kan.daarin niet genoemd worden, terwijl het toch een es
sentieel deel .van de gemeenschap is". Hij waardeert dat eén dagblad
een eigen mening heeft, uiteraard, maar dat het alles wat van een
bepaalde groep van de stad uitgaat uitsluit en buiten de gemeenschap
houdt, om wat voor reden ook, acht hij een zeer onplezierige zaak en
hij kan wel zeggen dat dit voor hem en velen met hem de onaangename
zijde is van het wonen in Bergen op Zoom. Terwijl hij uiteraard
sterk de nadruk wil leggen op de vele aantrekkelijkheden die er zijn
in deze stad, het niet erkend worden als een volwaardig deel van de
gemeenschap voelt hij zelf'toch als een krenking. Het zich zodanig
instellen tegen een groep van de bevolking is krehkend en in strijd
met de ware Christelijke levenshouding. Spreker gelooft dat men hier
altijd van bewust moet blijven dat er bij alle verschillen die er
zijn er één gemeenschappelijke vijand is, dat is de apathie, de onver
schilligheid, het nihilisme. Dat is de vijand'die men allen te lijf
moet gaan, daarbij kan men elkaar niet missen.
Om geen misverstand te wekken merkt spreker op dat hij hiervaam
het gemeentebestuur geen verwijt maakt, dat zou niet juist zijn,
want hij heeft het gemeentebestuur niets te verwijten. Hij.wilde
slechts"wijzen op een situatie die er naar zijn mening niet behoeft
te zijn.
Om terug te koren op de .culturele taak van de' gemeente meent
spreker dat hot gemeentebestuur op de eerste plaats gemeenschapsvor
mend moet werken, door alles te stimuleren wat in de gemeente leeft'
en de mensen op hoger plan koet brengen en daarbij zoveel mogelijk
de burgerij in te schakelen.'Terugkonend op plezierige zaken is spre
ker met de heer Asselbergs van mening, dat het carnavalsfeest in ze
kere zin kan worden gezien als oen gemeenschapsfeest. Sproker is van
mening dat het gemeentebestuur in dat opzicht actief is en dat Bergen
op Zoom op dit culturele terrein helemaal geen slecht figuur slaat.
Spreker zal niet in herhaling treden, hij is het volkomen eens
met wat hierover reeds gezegd is.
Behalve op de wenselijkheid tot hot in gomeente-bczit krijgen
van het Markiezenhof, zou hij er op willen wijzen dat oen behoorlij
ke schouwburgzaal voor Bergen op Zoom geen overbodige luxe is. Men
dient daar zijns inziens de aandacht op gericht te houden.