-7- "zeer zeker aanvaardendeneen ik toch te moeten opmerken, dat men 3over de wijze waarop dit toezicht plaats vindt en hot gebied waar- over het zich uitstrekt; wel critiek hoort. Ik vraag mij af of hier Jniet sneller en positiever gewerkt kan worden» Wordt wel voldoende «aangegeven hoe het wel moet wanneer'een ingezonden plan wordt afge- «keurd en worden niet teveel ontwerpjes welke best zelfstandig door «de gemeentelijke dienst kunnen worden bewandeld de keizerlijke weg «opgestuurd. Uw mening daaromtrent zou ik zeer gaarne vernemen, Vervolgens enkele opmerkingen over het culturele leven. Bij gelegenheid van de van Gogh-te nto ons te Hing en in misschien «nog sterker mate in Uw kortelings gehouden nieuwjaarsrede hebt U, «mijnheer de Voorzitter, opgemerkt dat ook voor wat het culturele on- «derwerp betreft, de gedachte van centrum-gemeente wenselijkheden op «cultureel gebied oproept, dat op dit terrein ook een tot vér buiten «de stad van belang zijnde taak op verdere vervulling wacht. De stad doet al veel. Ik denk aan de Maria-Ommegang, aan ons nu- «ziekleven, ook aan do carnaval voor zoverre die stijlvol"is en ik er- «ken gaarne dat daar_zeer gezond werk voor wordt verricht. Dit is alle- «maal liefdevol particulier initiatief, naar als er exploitatie-pro- «blemen gaan rijzen, dan kan dat particulier initiatief zonder steun «van de overheid niet zo heel veel doen. Dat is volgens onze opvat— «ting betreurenswaardig, maar een feit. Er zal dus daarvoor beroep «op de overheid gedaan moeten kunnen worden met succesi" Een vraag nog» Het prachtige Markiezenhof zou onze gemeente in «staat stellen juist op cultureel gebied een veel groter activiteit «te ontwikkelen. Enige jaren geleden hoorde men vaak en veel óver de «mogelijkheid over dit cultuurbezit de beschikking te krijgen,. Is het «U mogelijk daarover nadere mededelingen"te doen, dan zou ik het zeer «op prijs stellen deze te mogen vernemen. 3 Mijnheer de Voorzitter, Er zijn zonder twijfel nog vele andere «desiderata welke ik gaarne in Uw bijzondere belangstelling zou wil- «len aanbevelen. Ik heb echter reeds lang op Uw aandacht beslag ge- «legd. Een enkel ding nog. Het voornaamste onderworp is nog ongenoemd «gebleven, het geld. Ik zie. een tekort op de begroting staan en we «staan met het geld' dus niet op al te beste voet. Ik mag er van uit- «gaan dat daarover in deze vergadering verdere beschouwingen nog zul- «len worden geleverd. Alleen dient erkend dat wat sociaal gewenst is «economisch- mogelijk genaakt moet worden. Maar economisch kan merr al— «leen goed gedijen in een milieu dat in sociaal opzicht gezond is. Uit— «gaven in de sociale sector zijn niet vergeefs, maar wanneer goed ver- antwoord en goed gebruikt, zullen ze in meerdere gevallen een uitstc- «kende kapitaalsbelegging blijken te zijn. Tenslotte nog een kleine "opmerking over de gezondheidszorg. Het college heeft de laatste jaren «zeker bewezen dat dit belangrijke werk wordt gezien en verricht en «het zal ook niet aan zijn aandacht ontsnapt zijn welke ontwikkeling «het voornaamste instituut van gezondheidszorg in deze stad, het Alge- «meen Burger Gasthuis, voorbereidt, waarvoor belangrijke projecten «in studie zijn. Voor de verwezenlijking van deze projecten zou Uw «medewerking noodzakelijk zijn. Ik ben er echter van overtuigd, dat "U deze zo zeer nodige medewerking volledig zult willen geven. Ik dank De heer RATSMA is dankbaar voor de algemene beschouwingen die zijn geacht medelid, de heer Asselbergs, heeft ten beste gegeven en waarbij principiële punten in het geding zijn gebracht op een wijze zoals dat misschien van die zijde tot nu toe nog niet in deze Raad is geschied. Spreker hoopt in ae loop van zijn betoog aanleiding te kun nen vinden er op in te gaan. Hij is echter zo vrij zijn betoog te vol gen in de volgorde als hij dat gedacht heeft en dit dus niét wijzigen door eerst op het betoog van de heer Asselbergs in te gaan. Dit is de eerste begrotingsvergadering waarin een begroting be handeld wordt die opgezet is volgens de nieuwe' financiële verhoudingen tussen rijk en gemeente. Deze verhouding heeft met terugwerkende kracht ook reeds vorig jaar gegolden, maar bij de behandeling van do vorige begroting was men daar niet van op de hoogte. Spreker meent dat de nieu-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 77